PL. AALST 71E
ET.ASSELBERGHS
126 (V)
Puits artésien exécuté à Alost,
à l'Usine de MM.Roos et Geerinckx et De Nayer,
Filterie, tressage et rubannerie, Soc.Anon.,
par la Firme Foraky de Bruxelles.
Repérage par P.Viette, le 22-11-1923. Croquis.
Echantillons receuillis par le chef sondeur Scheepers d'Asch.
Travaux commencés ?, et terminés en octobre 1923.
Mode de creusement : à l'injection et au trépan et à la carotte.
Diamètre final : 280mm
Niveau de l'eau au repos avec débit de 7.000 litres par jaillissement
en 12 heures,
en régime de pompage avec débit de 2.000 litres à l'heure.
Cote approximative de l'orifice :
D'après des renseignements recueillis sur place, le puits aurait rencontré
des sables landeniens aquifères de 108 à 115m. de profondeur; le Crétacé a
été rencontré vers 138 à 140m. de profondeur; enfin les roches paléozoïques
ont été recoupées entre 177 et 282m. de profondeur.
Détermination de débris de carottes.
A 215m00 : Phyllade compact gris foncé avec joints remplis de calcite
et de chlorite.
A 220m00 : On a recoupé une petite couche fort dure.
De 227 à 233m. Schiste phylladeux zonaire formé de schite très fin gris
foncé alternant avec du schiste plus grossier, micacé,
gris plus clair. Il y a aussi des bandes de grès chloriteux
(?) micacé, gris clair. Zones d'épaisseur variable, quelques
millimètres à 3 centimètres. Couches redressées inclinant
80°. Dans les joints, placages de calcite et de chlorite.
Les joints sont verticaux.
A 250m00 : Plusieurs débris des mêmes roches schisteuses et aussi du
grès-quartzite verdâtre chloriteux. Mêmes placages de chlorite.
Même allure.
--------------------------------------------------------------------------
PL. AALST 71E
M.GULINCK
126 (V) 1ste vervolg
FILTERPUT
uitgevoerd te Aalst
bij de N.V. TUPPERWARE, Pieter Kornelis Kaai 35 - N.V. REXALL/Belgium
door de firma BEHIELS UIT Wetteren
Datum : begin 1966
Topografische ligging opgetekend door W.CLAESSENS de 8.6.1966. Schets.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgde doormeters : 600mm tot 19m
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : 22.00m;
tijdens het pompen : 52.00m
met een debiet van 4.600 l/u
Hoogte van het maaiveld : 8
Totale diepte : 55m
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1-2 Bruine zandige leem
3-4 Geelachtig leem - geen kalk
5 Geelachtig zeer fijn zand - iets leemhoudend
6-7 Kalkrijk zeer fijn zandige leem (type Yd)
8 Groengeel tamelijk fijn, heteromorf zand
9 Grind met heterogeen zand / paniseliaanse zandstenen,
goed gerolde vuurstenen wat grof kwarts, en nummulieten
2 Coelenteraten (Turbinolia ?)
10 Keien met kleihoudend groenachtig zand
11 Grijsgroen ± silthoudende klei
12 Idem 18.00
13 Grijsgroene silt - licht kalkhoudend 24.00
14* Kleihoudend silt - nummulieten 26.00
15 Idem 28.00
16* Grijsgroene silthoudende klei - kalkrijk 30.00
17 grijsgroene kleihoudende silt 32.00
18 ± silthoudende klei 34.00
19 Slappe klei 36.00
20 ± silthoudende klei 38.00
21* Grijsgroene ± kleihoudende silt 40.00
22 Idem 42.00
23* Zeer fijn silteus groenachtig zand, kalkrijk 44.00
24 Idem 46.00
25* Grijze silt, kalkrijk 48.00
26 Grijsachtige silt 50.00
27* kalkrijke silt 52.00
28 Idem 54.00
29 Kalkhoudende silt 55.00
AARDKUNDIGE VERKLARING : M.GULINCK, 28.6.1966
Kwartair : 0 - ?
Ieperiaan : ? - 55.00
