PL. OOSTERZELE 70E
M.GULINCK
183 (II)
BORING
uitgevoerd te MELLE,
bij het Zuivelstation,
door de firma SMET.
Topographische ligging opgetekend door M.GULINCK, de 3.3.1959. Schets.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Boringsmethode: spoeling en gekernd.
Hoogte van het maaiveld : +10.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
Drooggeboord tot op 100m50.
1-2 Bruinachtig, zeer fijn, glauconiethoudend zand,
lenzen paarse klei (Yd) 0.50 1.00
3 Bruinachtig, zandhoudende leem. 1.50
4 Bruin heterogeen leemhoudend zand. 2.00
5 Idem kleiachtig zand 2.50
6-8 Bruin grijze vaste klei. 3.00 4.00
9-10* Groengrijze zeer vaste klei. 4.50 5.00
11-15 Groen, glauconiet, kleihoudend zand. 5.50 7.50
16-18 Fijn groen, glauconiethoudend zand. 8.00 9.00
19*-30 Idem met Nummulites planulatus (grote en kleine
vorm), plaatselijk enkele mergelachtige lensjes
(op 12m en 14m50). 9.50 15.00
31-32* Bleek grijsgroen mergelachtig, licht versteend
zand. 15.50 16.00
33-39 Idem. 16.50 19.50
40* Groen kiezelzandstenen, met Nummulites
planulatus. 20.00
41-49 Groenachtig, zeer fijn, poederachtig zand,
kalkrijk. 20.50 24.50
50* Zachte kalk-kiezelzandsteen, met enkele
schelpen. 25.00
51 Kalkrijk zand. 25.50
52* Kiezelzandstenen. 26.00
53-57 Zeer fijn groenachtig weinig kalkhoudend zand. 26.50 28.50
58*-64 Bruingroenachtig, kalkrijk zand. 29.00 32.00
65*-77 Bleek grijsachtig zeer fijn, kleihoudend zand;
niet kalkhoudend. 32.50 38.50
78-80* Zeer vast, zeer fijn, kleiachtig zand. 39.00 40.00
81-88 Groene vaste klei maar zeer fijn zandhoudend. 40.50 44.00
89 Idem met een gefosfatiseerde decapode. 44.50
90*-104* Groene vaste klei, zeer fijn zandhoudend maar
naar beneden toe komen er lenzen van zeer
plastische klei voor. 45.00 52.00
105-108 Bruinachtig kleiachtige leem (?) kalkhoudend,
sporen van kleine schelpen. 52.50 54.00
109*-112* Grijsachtige vaste klei min of meer fijn
zandhoudend sporen van schelpen. 54.50 56.00
113*-116 Grijsachtige, glimmerhoudende leem ±
kleihoudend. 56.50 58.00
117*-123* Grijsgroenachtige zeer fijn zand (leem ?)
houdende klei, geen kalk van af 59m. 58.50 61.50
124* Grijsachtige leemhoudende klei met talrijke
Turritella's en enkele andere (verpletterde)
schelpen. 62.00
125-126 Grijsachtige leemhoudende klei. 62.50 63.00
127* Idem met talrijke pecten's (Amusium corneum ?)
en onduidelijke resten van andere schelpen. 63.50
128-134* Grijze kalkhoudende klei. 64.00 67.00
135* Grijze kalkrijke leem, sporen van schelpen. 67.50
136-140* Grijze vaste klei, ± zeer fijn zand (leem)
houdend. 68.00 70.00
141*-154 Grijsachtige leem, kalkhoudend. 70.50 76.00
155-156* Grijsachtige, meer kleiachtige leem, geen kalk. 77.50 78.00
157*-159 Groengrijsachtige plastische klei. 78.50 79.50
160*-172* Grijsachtige leemhoudende klei min of meer
kalkhoudend, kleine oesters op 84.50m. 80.00 86.00
173-179* Grijsachtige vaste, sterk leemhoudende klei,
kalkrijk. 86.50 89.50
180-193* Grijze vaste klei, minder leem, geen kalk. 90.00 91.50
194* Idem kalkhoudende, leemachtige klei, afdruk
van schelp. 92.00
195-201 Grijze ± leemhoudende klei, geen kalk. 92.50 100.50
Met spoeling geboord van af 101m.
202-246 Grijze klei. 101.00 120.00
247-248* Grijze klei met glauconiethyoudend zand. 123.50 124.00
250-270* Grijze klei, geen kalk. 125.00 135.00
Gekernd van ongeveer 145m tot 207.85
1) van 145m (?) tot 149.70
Enkele stukken kleizandsteen (tuffeau L1c) - Monster 149.70
2) 149.70 - 155.30 - L = 2m.
Idem zelfde gesteente. Monster 154
3) 155.30 - 158.00 - L = 1.20
Grijze kleizandsteen, met harde delen in
een zeer fijn zandige massa
marcassietconcreties. Monster 157
4) 158.00 - 160.90 - L = 2.00
Kleizandsteen, enkele kleiachtige laagjes.
5) 160.90 - 163.50 - L = 1.20.
Fijn korrelige zandsteen met holle
spicula's, glauconiethoudend, talrijke
foraminiferen. Monster 162.00
6) 163.50 - 166.20 - L = 2.00
Idem. Monster 165m
Rond 165.50 een meer kleiachtige zone
(0,25m dik) daarna opnieuw zelfde gesteente
met glauconiet in nestjes (bioturbatie)
pyrietnestjes (spicula's) enkele zeer harde
zones. Monster 165.80
7) 166.20 - 169.30 - M : 1.60
Idem, Ostrea en gyrolieten (166.40).
Pholadomya op 167m. Het gesteente is zeer
hard. De holle spicula's zijn minder
talrijk, visschubbetjes.
8) 169.30 - 174m.
Zeer vaste grijsgroenachtige klei met
zandige tubulaties Monster 173
vaste klei met pyrietraadjes Monster 174m.
9) 174 - 176,50.
Eerst 0,08m zware klei - donker groen (monster 175m.).
Laatste deel is zandhoudend, rijk aan foraminiferen
(0,35m dik) - monster 176m 176m50.
10) 176.50 - 182.50 - L = 5.00.
Eerst 0,45 witachtig krijt met groenachtige keien, dan zwarte
vuurstenen verder homogeen, witachtig krijt. Een belemniet,
pyritische afdrukken. - monsters genoteerd : 177 - 177.50 -
178 - 178.50 - 179 - 180 - 180.50 - 182.50.
11) 182.50 - 187.89 - L = 1.00.
Grijze krijt, pyritische afdrukken, visresten, een oester.
Helemaal aan de basis, met glauconietkorrels bezaaid.
Monsters 185 - 187.50.
12) 187.89 - 196.43.
Eerst klei met steengruis, dan stukken bruin of roodachtige
verweerde phylladen (monster 195m). Op het einde : groengrijze
phylladen. Monster 196.43.
13) 196.43 - 197.50.
0.22m groen phylladen, 0.13m phylladen met kwartsaders
(monster 196), 0.30m groene phylladen, subvertikale gelaagdheid.
14) 197.50 - 199.05 (1.45) L = 0.83 + 0.10 + 0.10 (1.03)
Groene kwartsiet met kwartsaders (i = 30°). (monster 198)
15) 199.05 - 201.65 (2.60) L = 2.65.
0.70m kwartsiet met harde phyllade + 0.80m kwartsiet met
gesloten kwartsaders + 0.82 kwartsiet met phylladen (monster
200.50) 0.30 phylladen met kwartsiet laag, gelaagdheid 86°.
(monster 201 - 202.5).
16) 201.65 - 202.05.
0.25 + 0.23 : quartzophylladen.
17) 202.05 - 207.83.
0.85 kwartsiet + 0.70 groene phylladen + 0,44 quartzophylladen
(monster 204) + 0.08m phylladen + 0.50 quartzophylladen + 2.40
phylladen met bovenaan kwartsaders evenwijdig met de
gelaagdhdeid, splijtvlakken soms onregelmatig (geslumpte
gesteente) i +/- 86° (monster 206.30)
Schets 1 : Kwartaders K1 helling +/- 50°
K2 subverticaal en op 45° van de gelaagdheid.
+ kernstuk van 3m lengte : groene kwartsieten, zeer fijn
gelaagd, subvertikaal, met verschillende kwartsaders (zie schets
hierboven).
18) 207.83 - 213.43
1.20m groene kwartsiet, fijne gelaagdheid in "onderbroken
lijnen", onderaan kwartsaders (monster 211).
Schets 2.
+ 0.50 zelfde gesteente + 0.65 kwartsiet, grover van korrel en
bleker.
19) 213.4. - 220.96
1.50m kwartsiet met "wilde" kwartsaders (monster 215) + 1.55
kwartsiet met fijne "onderbroken" gelaagdheid zoals hierboven
vermeld + 3,00m kwartsophylladen, van 3.40 tot 4.50 groene
phyllade met twee duidelijke splijtvlakken. Van 4.50 tot 5.40
groene phyllade tegen kwartsiet, kwartsaders die niet in de
phylladen doordringen.
Schets 3.
20) 220.96 - 225.
1.50m kwartsophylladen (monster 222)
+ 1.70m kwartsiete, met dunne laag phyllade
+ 0.70m kwartsophylladen met gesloten kwartsaders
AARDKUNDIGE INTERPRETATIE - M.GULINCK, maart 1959.
Zie getekend profiel.