Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 066E / 066E0141.txt

066E0141.txt

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
                                                                           --
Kaart nr.:	066E
PLAAT:   		
Nr.:     			0141
Type Boring:   		1007-005 / werfnr 16247/G.18.0412-9
Topografische kaart:	
Uitgevoerd te:   		Diksmuide
Post nr.:			
Adres boorplaats:		
				
Opdrachtgever:		De Watergroep
Boorfirma:			Smet GWT Europe
Boordatum:			23.04.2019 – 14.5.2019
Topografie:			De Watergroep
Stalen door:		
Boormethode:		spoelboring
Lengte & doormeters:	
Grondwaterstanden:	
1ste maal:			
Bij rust:			
Tijdens pompen:		
Debiet:			
Waterzaak nr.:		
Totale diepte:		312 m
Stalen bewaard:		ja
Maaiveld / ref. peil: 	6.1 m
X:				42225
Y:				187967
NIS code:			
                                                                                                                                                                        
                                                                           --
BOORBESCHRIJVING 
                                                                           --
 Nr.  van   *	tot    * 	AARD DER GRONDLAGEN
                                                                           --
0	1	bruin kleiig veen met roestbruin matig-fijn zand
1	2	bleekbeige kleiig – mergelig cohesief silt
2	3	donkerbruin brokkelig licht kleiig veen met fijne (recente) wortels
3	4	zware donkergrijze humeuze klei en bleekgeelgroene slappe kalkrijke klei
4	5	bleekgrijs kalkhoudend zandhoudend silt met middelmatige zandkorrels
5	6	gemengd monster van bleekgrijs matig-grof scherp zand, met donkerbruine venige slappe klei, met gruis van brakwaterschelpen, kalkhoudend
6	7	groenig grijs, beige grijs oxiderend fijn slecht gesorteerd kleiig zand, zeer licht kalkhoudend (lijkt homogene afzetting)
7	8	zelfde afzetting, wordt sterk kleiig, blijft zeer licht kalkhoudend
8	9	zelfde afzetting, bleekgrijsbruin kleiig fijn kwartszand, kalkloos
9	10	grijs sterk kleiig zeer fijn zand tot eerder slappe zandrijke klei, kalkloos (klei lijkt afkomstig van onderliggend Ieperiaan)
10	11	grijze compacte klei, licht fijn zandhoudend
11	12	groenig grijze compacte klei met kleisteenbrokjes en kwartsgranule (basis Quartair, ingezakt in Tertiair)
12	13	zelfde klei met 3 cm lang fragment van hard fossiel hout
13	16	grijze compacte klei, geboord in lamellen
16	17	groengrijze compacte klei, met strepen in slappere bruine klei (laagvormige afwisseling), met verharde maar korrelige (= verkruimelende) blauwgrijze kleibollen die beigebruin oxideren
17	20	grijze compacte klei, geboord in bollen
20	21	grijze beigegrijs oxiderende slappere klei met verharde kleibollen (ook zonder zand of silt)
21	22	grijze compacte klei, geboord in bollen
22	28	grijze compacte klei, geboord in lamellen (blijft silt- en zandloos) (monster lithotheek 26-27m)
28	29	(facieswijziging) slappe bleekgrijze siltige klei
29	32	bleekbeige grijze compacte klei
32	33	overgangsmonster
33	34	zeer slappe bleekbeige siltige klei
34	36	compacte bruingrijs geoxideerde klei
36	37	bleekbeige zeer slappe siltige klei
37	40	beigegrijze eerder slappe maar compacte klei
40	43	bleekbeigegrijze slappe licht siltige klei geboord in lamellen
43	47	beigegrijze compacte klei, geboord in bollen
47	52	(geleidelijke overgang) beigegrijze vrij slappe maar toch compacte klei; intern grijs dus sterk oxiderend
52	59	zelfde klei maar nog slapper (zeepachtig)
59	60	zelfde klei, met 7 cm groot grijs kleisteen met korrelstructuur (monster lithotheek)
60	65	(facieswijziging) : compacte kakibruine (= oxidatiekleur) klei, in bollen geboord
65	69	kakibruine veel slappere klei (= meer uitgevloeid)
69	74	kakibruine zeer vaste klei (monster lithotheek 70-71 m)
74	77	(geleidelijke overgang) iets grijze, eerder bruingrijze vaste klei geband in lamellen
77	82	grijsbruine compacte klei, geboord in bollen
82	87	zelfde compacte klei, maar iets slapper
87	93	grijsbruine sterk compacte vaste klei (monster lithotheek 89-90 m)
93	97	grijsbruine iets minder zware klei (nog dezelfde eenheid), kalkloos
97	98	zelfde klei, met bijmenging van zeer fijn schelpengruis, kalkhoudend (monster lithotheek)
98	100	terug zelfde grijsbruin, iets minder zware klei, kalkloos
100	105	zeer stijve bruingrijze zware klei (lithotheek monster 104-105 m)
105	110	grijsbruine, nog zware klei, geleidelijk minder stijf (minder vast)
110	111	bruingrijze, zeer stijve en zware klei
111	117	grijsbruine nog zware klei, geleidelijk minder stijf/vast
117	121	bruinig grijs zeer stijve en zware klei, geleidelijk iets minder stijf/vast
121	122	uitzonderlijk compacte en vaste en stijve grijze klei, die bruin oxideert en dan minder vast wordt (monster lithotheek)
122	125	groenig grijze zandrijke klei (fijn kwartszand), vermengd met beige slappe klei, kalkloos (monster lithotheek 124-125 m)
125	130	zelfde hoofdzakelijk fijne zandige klei met zeer fijne glauconiet (enkele %) die naar onder toe talrijker en grover wordt, tot matig fijn; vermengd met brokjes in harde lichtgrijze klei met siltige korreltextuur, slechts licht zandig (niet verantwoordelijk voor de korreltextuur) die naar onder toe afneemt; blijft kalkloos
130	131	grijs, bruingrijs oxiderend, fijn kleirijk zand, cohesief, zeer licht glauconiethoudend met zeer fijne glauconiet
131	135	grijze, bruingrijze oxiderende fijnzandhoudende (zeer licht glauconiethoudende) zware klei
135	137	zelfde klei met harde brokken van grijsbruine vaste klei met silttextuur (minder zandhoudend)
137	138	zeer stijve en vaste grijze, bruingrijs oxiderende klei, licht silthoudend (monster lithotheek)
138	141	beigegrijs minder vaste/stijve klei, licht silt tot zeer fijn zandhoudend, met kleine hoekige brokken van vaste lichtbruine klei
141	143	zeer stijve en vaste beigebruine klei (waarvan reeds kleine cuttings in voorgaande eenheid) (monster lithotheek 142-143 m)
143	146	bruingrijze minder vaste, licht fijnzandige klei, met harde cuttings van vaste compacte lichtgrijze kakibruin oxiderende klei (monster lithotheek 145-146m)
146	154	iets bleker bruingrijze, wat slappere licht zandige klei, met ondergeschikte brokjes van vaste harde klei; blijft kalkloos, mogelijk met zandige lineaties die nu met de klei vermengd zijn (monster lithotheek 150-151 m)
154	158	vaste stijve grijze klei (onderste Landeniaanklei) ( monster lithotheek 155-156 m)
158	159	vaste donkergijze klei, met organisch materiaal (geeft zerpe smaak), mogelijk ook pyriet: kleine gele uitbloeiingen met roestkleurige kern (monster lithotheek)
159	160	zelfde klei als interval 154-158 m
160	165	donkergrijze stijve vaste klei; aan de basis fijn zandhoudend (monster lithotheek 162-163 m)
165	166	lichtgrijze kalkrijke klei, fijnzandhoudend, nochtans vast en stijf, reeds vermengd met een weinig witte kalkareniet (monster lithotheek)
166	175	wit krijt, geboord tot siltige-mergelige pap (monster lithotheek 170-171 m)
175	182	wit krijt, iets grover silteus bij vergruizing, met weinig fijn vergruisde mm-grote donkergrijze silex cuttings; op 179-180 m: plaatvormig versteend wit silteus krijt; ook nog klei naval (monster lithotheek 177-178; 179-180 m)
180	186	wit krijt, zeer fijn siltig van textuur (= geboord tot fijne pap), rijker aan harde cuttings van witte krijtsteen, donkergrjze silexsplinters en ook grijze gerolde silex als fijne granule (zandsteenachtig door grove textuur, niet zeer hard dus gemakkelijk afrondbaar = artefact ?) (monster lithotheek 185-186 m)
186	198	wit krijt, zeer fijn siltig geboord tot mergelige pap, met witte krijtsteen en gerolde grijze grofsiltige silex (dus gelijk voorgaande eenheid, echter veel meer mergelig-papperig boormonster: anders bemonsterd!?) (monster lithotheek 203-204 m)
205	217	met scherpe onder- en bovengrens: iets groenig wit hard korrelkrijt met grijze silex splinters (monsters lithotheek 212-213 m)
217	221	hard bleekgroenig grijs siltig krijt, in afgeronde cuttings van ca 2 mm, met donkergijze silexsplinters (monster 219-220 m)
221	223	zelfde afzetting, maar rijker aan donkergrijze glazige (= doorschijnende) silex, en cuttings wat grover tot 3-4 mm en gedeeltelijk verkiezeld vermoedelijk door sponzen type Plocoscyphia (monster lithotheek 222-223 m)
223	226	zelfde afzetting, maar wat meer fijne siltige matrix aanwezig, grof groen glauconiethoudend, met cuttings van dikschalige prismatische schelpen (monster lithotheek 225-226m)
226	232	nog bleekgroengrijze harde siltige kalksteen en verkiezelde kalksteencuttings van 2-3 mm en donkergrijze silexsplinters van dezelfde grootte maar ook aderkwarts, zwartgrijze fosfaat met ‘pitted’ oppervlak, alles goed afgerond en gesorteerd op 2-3 mm, zonder verandering van onder naar boven, sokkelcuttings (monster lithotheek 226-227, 231-232 m)
232	238	cuttings van 1-2 mm van hoofdzakelijk grof kwartsrijk gesteente en aderkwarts, sterk verweerd tot rozig, soms groenig; met beperkt aandeel van grovere verkiezelde siltsteen, silex en aderkwarts uit bovenliggende eenheid; met oranje slib neerslag (spoor van rubefactie) (monster lithotheek 232-233m; 233-234m)
238	242	fijn zand en silt tot matig-grof zand en silt van onder, bleekgeelgrijs met veel roze korrels; rozig geel slib (monster lithotheek 238-239 m; 241-242 m)
242	244	terug grovere kwartsrijke cuttings, tot 2 mm, bleekgrijs tot rozerood (monster lithotheek 242-243m)
244	246	fijn bleekgeel silt met roze-geel slib; geen kleibijmenging tussen het silt (monster lithotheek 244-245 m)
246	250	met scherpe ondercontact en meer geleidelijk bovencontact, dus vergrovend naar onder, opnieuw kwartsrijke cuttings van 0.5 mm naar 2 cm, van bleek tot roze, steeds zonder klei (monster lithotheek)
250	268	bleekgrijze grove kwartsrijke graniet, of fijnkorrelige grijze graniet met mm-grote hoekige kwartskristallen, zelden groenig, in meestal afgeplatte cuttings tot 3-5 mm groot, zeer homogeen facies; soms een donkere mm-grote afgeronde korrel (type diabaas rolkeitje), zelden aderkwarts (monster lithotheek 252-253,255-256,264-265 m)
268	283	zelfde cuttings, iets fijner van 1 tot 3 mm, met toenemend gehalte van grijswitte verweringssilt (poederig, geen klei) (monster lithotheek 271-272, 281-282 m)
283	294	fijne cuttings tot silt tot submillimeter fractie, fijn kwarts silt met hoekige kwarts en donkergespikkeld donkergroene glauconiet (!); naar onder toe fijner, meer kwartssilt, minder donkere spikkels (monster lithotheek 283-284, 286-287, 292-293m)
294	299	donkergijze siltige schiefer, meestal afgerond, zelden schiefersplijting, in bleekgrijze grove kwartsiet of kwartskorrels (2/3 schiefer, 1/3 kwarts) in cuttings tot 1-2 mm groot; naar onder toe meer grijze silt (geen klei) (monster lithotheek 296-297, 298-299 m)
299	304	overwegend lichtgrijs kwartssilt met ondergeschikt grove kwartsiet/kwartskorrels tot 1 mm; op 300-301 m : subrecent schelpfragment 2.5 cm groot van Chlamys opercularis (!) (monster lithotheek 300-301)
304	308	lichtgrijze grofkristallijne graniet, echter grotendeels minder grofkorrelig en donkerder grijs dan bovenliggend pakket; geen losse kwartskristallen; in cuttings van ca 3-4 mm groot; naar onder toe gaat eerder donkergijze zeer fijnkorrelige (porfierische) graniet overwegen (geen schiefer) (monster lithotheek 304-305, 306-307 m)
308	312	terug fijn vergruisd tot op mm en submillimeter schaal; steeds cuttings van dezelfde bleekgrijze grofkristallijne kwartsrijke graniet; ook losse kwartskorrels, in mindere mate grijze fijnkorrelige (porfierische) graniet en zwarte korrels van kristallijne oorsprong (augiet kristallen ?) (monster lithotheek 308-309; 311-312 m)
                                                                           --
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE VOLGENS SPOELMONSTERS
                                                                           --
 Top  *  Basis  *  STRATIGRAFISCHE EENHEDEN

0	12	Quartair
12	28	Formatie van Kortrijk, Lid van Aalbeke
28	60	Formatie van Kortrijk, Lid van Roubaix, boven
60	74	Formatie van Kortrijk, Lid van Roubaix, onder
74	100	Formatie van Kortrijk, Lid van Orchies, boven
100	122	Formatie van Kortrijk, Lid van Orchies, onder
122	131	Formatie van Grandglise
131	143	Formatie van Hannut, boven
143	154	Formatie van Hannut, midden
154	165	Formatie van Hannut, onder, Lid van Waterschei
165	166	Formatie van Heers, Lid van Beselare (sensu Matthijs)
166	182	Formatie van Nevele, boven
182	205	Formatie van Nevele, onder
205	217	Formatie van Esplechin, boven
217	223	Formatie van Esplechin, onder
223	226	Tourtia
226	232	gerubifieerde top van geometrische sokkel, in Wealdiaan equivalent
232	250	gerubifieerde sokkel, mogelijk in-situ verweerd en aangerijkt in zeer grove kwarts
250	283	kwartsrijke lichtgrijze graniet, naar onder toe meer verweerd
283	294	tot kwartssilt vergruisde graniet
294	299	donkergrijze schiefer, dooraderd en licht verweerd
299	304	tot kwartssilt vergruisde graniet
304	308	wordt donkergrijze pofierische graniet
308	312	vergruisde graniet en porfierische graniet
                                                                           --
AUTEUR	M. Dusar, 22.08.2019 (beschrijving)
                                                                           --
		OPMERKINGEN  

fotos 
                                                                           -- 		
66E0141, 225-226 m

 
66E0141, 226-227 m

 
66E0141, 227-265 m (van linksboven naar rechtsonder)

 
66E0141, 231-233 m

 
66E0141, 237-238 m

 
66E0141, 249-251 m

 
66E0141, 264-265 m

 
66E0141, 265-301 m

 
66E0141, 286-287 m

 
66E0141, 295-296 m

 
66E0141, 301-312 m







Insert the GSB number to search all associated content