WESTERLO 60E
P. LAGA
Nr 214 (IV)
Filterput
Uitgevoerd te HERSELT
Bij de Nieuwe Zustersschool
Door de N.V. SMET uit DESSEL
Datum : april 1962
Grondstalen verzameld door de boormeester
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 5.9.1962
Boringsmethode : droog, met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 175 mm; Einddiameter : 3"
Grondwaterstanden : bij ruststand : 5.15 m
tijdens het pompen : 28.10 m
Met een debiet van : 12.000 l/u
Hoogte van het maaiveld : 18
Totale diepte : 105.50 m
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m.
1-3 lichtbruin tamelijk fijn heteromorf kwarts zand 3.00
4-13 groengrijs iets roestig heteromorf glauconietrijk zand 13.00
14-18 groen heteromorf glauconietrijk zand, met fijne kwarts-
grindjes 18.00
19-20 groen halffijn glauconietrijk zand 20.00
21-22 groen fijn glauconietrijk zand 22.00
23-27 idem 27.00
28-32 donkergroen fijn zeer glauconietrijk zand 32.00
33-37 idem, iets minder glauconietrijk 37.00
38-39* groengrijs zeer fijn glauconietrijk en glimmerhoudend zand
(licht kalkhoudend) 39.00
40-60 grijze klei 60.00
61-79 idem 79.00
80-106 bleekgrijs fijn glimmerhoudend zand 106.00
Aardkundige Verklaring - P. LAGA - 28 september 1971
Kwartair 0.00 - 3.00
Deurniaan (Zanden van Diest) 3.00 - 39.00
Boven Rupeliaan (Klei van Boom) 39.00 - 79.00
Onder Rupeliaan (Tongeriaan ?) 79.00 - 106.00
Nota : Monster nr 38 bevat geen foraminiferen.
Aard der grondlagen volgens de boormeester Diepte m
zwart zand 1.00
grof bruin zand 6.00
grof bruin zand met laagjes ijzersteen 16.00
Diestiaan 39.00
zeer harde vette grijze klei 74.60
harde steenlaag 74.80
zwachte grijze klei 79.50
kleiachtig fijn grijs zand 92.00
fijn grijs zuiver zand 103.00
zachte grijze klei met fijn grijs zand 105.50