WESTERLO 60E
F. HALET
204 (I) Filterput uitgevoerd te WESTERLOO, bij M. GOOSSENS-PAUWELS,
door M. SMET te DESSCHEL (MOL).
Topografische ligging opgetekend door E. Verdin, de 7-8-1941.
Grondstalen verzameld door de boormeester.
Aanvang en einde der werken : 1941.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Einddiameter : 200 mm.
Aard der pomp : diaphragma pomp.
Diepte van het water, bij ruststand : 2m40;
tijdens het pompen : niet gemeten; put met een debiet
van 3.000 liters per uur.
Vermoedelijke diepte van de watervoerende laag : 8 tot 11m25
volgens de boormeester
Benaderende hoogte van de beganen grond boven de zeespiegel : 15
Volgnr AARD DER GRONDLAGEN Diepte
m
1 Kwartsachtig geel zand, licht glauconitisch 1.00
2 Idem 2.00
3* Idem leemachtig met kleine kwartskorrels, en ge-
rolde vuurstenen 3.00
4 Idem 4.00
5* Kwartsachtig grijsgroen glauconiet zand 5.00
6 Idem 6.00
7* Kwartsachtig grijs glauconiet zand 7.00
8-11 Idem 8.00-11.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F. Halet, 13-10-1941) :
Plistoceen : 4m00
Diestiaan : 7m00