PUTTE 59W
HANDBORINGEN 1 tot 28
uitgevoerd door : B. HUYGHEBAERT & D. NOLF.
Rijksuniversiteit Gent - Laboratorium voor Paleontologie.
Bibl. ref. Meded. Werkgroep Tertiaire en Kwartair Geologie
Vol. 16 nr. 2 pp 59 - 100
Rotterdam 1979.
Handboringen nrs 1, 2, 3, 4, 5 en 6 44 W - LIER.
Handboring nr 11 44 E - BERLAAR.
Handboringen nrs 2, 7, 8, 9, en 10 59 W - PUTTE.
Handboringen nrs l2, 13, 14, 15, 16, 17, 18,
19, 20, 21, 22, en 28. 59 E - HEIST-OF-DEN-BERG
Handboringen nrs 23 tot en met 27 60 W - BOOISCHOT.
N 175 (I/a)
B0RING 2
uitgevoerd te : KONINGSHOOIKT
door : R.U.G. - Labor. Paleont.
datum : 1978
Topografische ligging coördinaten x = 163.040, y = 197.350
Grondstalen verzameld door : R.U.G.
Boringsmethode : DROOG
Hoogte van het maaiveld: + 12.50 m
Totale diepte : + 2.40 m
Aard der grondlagen Diepte m
Beschrijving door B. HUYGHEBAERT & D. NOLF - R.U. Gent
fijn humeus zand 0.00 - 0.40
matig fijn, roestig, iets kleiïg zand 0.40 - 1.10
fijn, lichtgrijs zand 1.10 - 1.70
fijn tot matig fijn, bruingroen zand met zeer fijn grint (Bda) 1.70 - 2.30
naar onder toe iets kleiïger
taaiere bruingrijze klei 2.30 - 2.40
einde boring 2.40
Interpretatie.
Kwartair : 0.00 - 1.70
Zanden van Zonderschot : 1.70 - 2.30
Klei van Boom : 2.30 - 2.40
