PL. WETTEREN 56W
M.GULINCK
2 (VIII)
Filterput nr 1
uitgevoerd te WETTEREN
door de Firma BEHIELS uit WETTEREN.
Topographische ligging opgetekend door CLAESSENS WILLY de 27.2.1952.
Schets.
Grondstalen verzameld door de aannemer.
Aanvang der werken : Januari 1952;
Einde der werken : begin Februari 1952
Boringsmethode : met inspoeling.
Opeenvolgende diameters : 203mm.
Einddiameter : filter : 133mm.
Diepte van het water, bij ruststand : 12,00m;
tijdens het pompen : 22,00m.
met een debiet van 6.000 liters per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel: 18
Totale diepte : 55,00m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte.
N.B. Voor put nr. 2, zie nr. 127 (VIII)
1 Groengeelachtig fijn glauconiethoudend zand 1.00
2-9 Bleek groengrijsachtig zand, glauconiethoudend en
glimmerhoudend 2.00 9.00
10-11 Groen fijn zand, meer glauconiethoudend 10.00 11.00
12-16 Idem - grover 12.00 16.00
17-18 Groen fijn glauconiethoudend zand, samenhangend
(kleihoudend)- enkele kleine nummulieten.
(N.planulatus en N.variolarius) 17.00 18.00
19-23 Groen, samenhangend glauconiethoudend zand 19.00 23.00
24-25 Idem, meer groenachtig 24.00 25.00
26-27 Groen, fijn, glauconietrijk zand met talrijke
kleine Nummulieten (N.planulatus) 26.00
28-32 Idem 28.00 32.00
33-37 Bleek groen, zeer fijn glauconiethoudend zand 33.00 37.00
38-41 Groen, fijn glauconiethoudend zand - samenhangend 38.00 41.00
42-43 Groengeelachtig fijn zand - (gemengd) 42.00 43.00
44-45 Zeer fijn, bleek groenachtig zand, los 44.00 45.00
AARDKUNDIGE VERKLARING : (M.Gulinck op 14.5.1954)
IEPERIAAN van 1.00 tot 45.00m.
Ieperiaan (Klei) vanaf 45.00m. (volgens de boormeester)
N.B. De monsters komen slecht overeen met de beschrijving van de
boormeester.