PL. GENT 55W
957 (VIIIb)
Voorafgaande nota mbt de nummers 913 - 960: TABEL MET DE OVEREENKOMSTIGE
NUMMERS VAN DE ARCHIEVEN VAN DE GEOLOGISCHE KAART. Zie onder nr 913.
BORING 221 HB 62
uitgevoerd te : St-Denijs-Westrem
door : R.U.G., afd. Toegepaste Geologie
Datum : 1975
Topografische ligging opgetekend : volgens kaart R.U.G. Zie bijgevoegd
plan.
Boringsmethode : handboor
Hoogte van het maaiveld : +11,12
Totale diepte : 6,40
Beschrijving door M. Depret en Ph. Van Burm (Prof. Paper 1978/6 - nr. 154,
p. 42).
BORING 221 HB62 (+11,12)*
Aard der Grondlagen Diepte (m)
van tot
- Bruin fijn zand met plantenwortels 0,00 0,30
- Beige licht leemhoudend fijn zand met roestvlekken 0,30 1,10
- Oranjebruin licht leemhoudend fijn zand met houtrestjes en 1,10 2,20
roestvlekken
- Bruingroen licht leemhoudend fijn zand met glimmers en
enkele grintelementen (broze glauconietzandsteen - tot 5mm) 2,20 3,90
- Bruingroen licht leemhoudend fijn zand met enkele grint-
elementen (glauconietzandsteen - tot 50mm) 3,90 5,00
- Afwisseling van zandige klei en licht glauconiethoudende
kleiige zandlaagjes (10-20mm) 5,00 6,40
Einde boring op hard voorwerp 6,40
Vermoedelijke geologische verklaring :
Kwartair : van 0,00 tot 6,40m
* Alle peilen zijn uitgedrukt in meter t.o.v. het referentievlak TAW.