PL. GENT 55W
932 (VIIIb)
Voorafgaande nota mbt de nummers 913 - 960: TABEL MET DE OVEREENKOMSTIGE
NUMMERS VAN DE ARCHIEVEN VAN DE GEOLOGISCHE KAART. Zie onder nr 913.
BORING 221 HB 21
uitgevoerd te : St-Denijs-Westrem
door : R.U.G., afd. Toegepaste Geologie
Datum : 1975
Topografische ligging opgetekend : volgens kaart R.U.G. Zie bijgevoegd
plan.
Boringsmethode : handboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 2,37m.
Hoogte van het maaiveld : +10,25
Totale diepte : 5,70
Beschrijving door M. Depret en Ph. Van Burm (Prof. Paper 1978/6 - nr. 154,
p. 18).
BORING 221 HB21 (+10,25)*
Aard der Grondlagen Diepte (m)
van tot
- Donkerbruinzwart fijn zand met baksteenfragmenten en wortel-
resten 0,00 0,20
- Donkergrijs fijn zand 0,20 0,40
- Bruingrijs fijn zand met roestvlekken 0,40 1,00
- Geelbeige fijn zand met roestvlekken 1,00 1,40
- Oranjebruin leemhoudend fijn zand met roestvlekken en enkele
schelpfragmenten (tot 5mm); tussen 2,00 en 2,10m grijze
leem met roestvlekken 1,40 2,40
- Lichtgrijze leem met roestvlekken 2,40 2,50
- Bruinoranje fijn zand 2,50 3,50
- Bruinoranje licht leemhoudend fijn zand met enkele lemige
laagjes 3,50 3,70
- Bruinbeige leem met enkele zandige laagjes 3,70 4,50
- Beige lemig fijn zand; op 5,20m grijsbeige kleibrokken 4,50 5,60
- Zandig grint (hoekige glauconietzandsteen - tot 30mm) 5,60 5,70
Einde boring in grintlaag 5,70
Vermoedelijke geologische verklaring :
Aanvulling : van 0,00 tot 0,020m
Kwartair : van 0,20 tot 5,70m
* Alle peilen zijn uitgedrukt in meter t.o.v. het referentievlak TAW.