PL. GENT 55W
926 (VIIIb)
Voorafgaande nota mbt de nummers 913 - 960: TABEL MET DE OVEREENKOMSTIGE
NUMMERS VAN DE ARCHIEVEN VAN DE GEOLOGISCHE KAART. Zie onder nr 913.
BORING 221 HB 14
uitgevoerd te : St-Denijs-Westrem
door : R.U.G., afd. Toegepaste Geologie
Datum : 1975
Topografische ligging opgetekend : volgens kaart R.U.G. Zie bijgevoegd
plan.
Boringsmethode : handboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 0,63m
Hoogte van het maaiveld : +6,30
Totale diepte: 8,60
Beschrijving door M. Depret en Ph. Van Burm (Prof. Paper 1978/6 - nr. 154,
p. 13-14).
BORING 221 HB14 (+6,30)*
Aard der Grondlagen Diepte (m)
van tot
- Donkerbruin fijn zand met veel organische resten 0,00 0,20
- Donkergrijze klei met roestvlekken en wortelresten 0,20 0,60
- Bleekgrijs fijn zand met roestvlekken en enkele kleilenzen 0,60 1,40
- Grijs fijn zand 1,40 2,00
- Bleekgrijsbeige licht leemhoudend fijn zand; tussen 4,80
en 5,00m schelpfragmenten (2 - 3mm) 2,00 5,00
- Grijs middelmatig tot fijn zand; tot 5,10m nummulieten 5,00 6,00
- Grijs licht leemhoudend fijn zand met schelpfragmenten (tot
4mm) 6,00 6,60
- Grijs licht glauconiethoudend kleihoudend fijn zand met
grijze kleiïge lenzen en veel nummulieten (tot 5mm); vanaf
7,10m enkele grintelementen (hoekige glauconietzandsteen
en silex - 10mm), meerdere schelpfragmenten, gehele schelpjes
en nummulieten; vanaf 7,30m meerdere grintelementen (gerolde
silex en melkkwarts - tot 10mm) 6,60 7,40
- Donkergrijs middelmatig zand met nummulieten en schelpfrag-
menten (tot 4mm); op 7,60m grintelementen (tot 5mm) 7,40 8,00
- Donkergroengrijs middelmatig zand met schelpfragmenten (tot
3mm) en een silexrolkei (10mm) 8,00 8,60
Einde boring in grintlaag 8,60
Vermoedelijke geologische verklaring:
Kwartair : van 0,00 tot 8,60m
* Alle peilen zijn uitgedrukt in meter t.o.v. het referentievlak TAW.