PL. GENT 55W
922 (VIIIb)
Voorafgaande nota mbt de nummers 913 - 960: TABEL MET DE OVEREENKOMSTIGE
NUMMERS VAN DE ARCHIEVEN VAN DE GEOLOGISCHE KAART. Zie onder nr 913.
BORING 221 HB 10
uitgevoerd te : St-Denijs-Westrem
door : R.U.G., afd. Toegepaste Geologie
Datum : 1975
Topografische ligging opgetekend : volgens kaart R.U.G. Zie bijgevoegd
plan.
Grondstalen verzameld door : de boormeester
Boringsmethode : handboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 1,00m.
Hoogte van het maaiveld : +7,03
Totale diepte : 5,80
Beschrijving door M. Depret en Ph. Burm (Prof. Paper 1978/6 - nr. 154,
p.10).
BORING 221 HB10 (+7,03)*
Aard der Grondlagen Diepte (m)
van tot
- Grijs lemig fijn zand 0,00 0,75
- Grijsbruin fijn zand 0,75 1,25
- Bleekgrijs licht leemhoudend fijn zand; vanaf 1,50m orga-
nische resten 1,25 2,00
- Bleekbruin licht leemhoudend fijn zand; vanaf 4,60m enkele
leemlaagjes 2,00 5,50
- Groenbruin lemig fijn zand met kleibrokken, nummulieten
(5mm) en veel grintelementen (hoekige glauconietzandsteen -
tot 30mm - afgeronde silex - tot 10mm - en silexsplijt-
stukken) 5,50 5,80
Einde boring in grintlaag 5,80
Vermoedelijke geologische verklaring :
Kwartair : van 0,00 tot 5,80m
* Alle peilen zijn uitgedrukt in meter t.o.v. het referentievlak TAW.