PL. GENT 55W
920 (IXa)
Voorafgaande nota mbt de nummers 913 - 960: TABEL MET DE OVEREENKOMSTIGE
NUMMERS VAN DE ARCHIEVEN VAN DE GEOLOGISCHE KAART. Zie onder nr 913.
BORING HB 8
uitgevoerd te : GENT
door : R.U.G., afd. Toegepaste Geologie
Datum : 1975
Topografische ligging opgetekend : volgens kaart R.U.G. Zie bijgevoegd
plan.
Grondstalen verzameld door : de boormeester
Boringsmethode : handboor
Grondwaterstanden: voor de eerste maal waargenomen : 1,10m
Hoogte van het maaiveld : 8,36
Totale diepte : 1,20
Beschrijving door M. Depret en Ph. Burm (Prof. Paper 1978/6 - nr. 154,
p. 9).
BORING 221 HB8 (+8,36)*
Aard der Grondlagen Diepte (m)
van tot
- Bruin fijn en middelmatig zand met plantenresten 0,00 0,20
- Bleekbruin fijn en middelmatig zand met plantenwortels 0,20 0,60
- Groenbruine zandige klei met roestvlekken 0,60 0,80
- Groengele zandige klei met glimmers (1 mm) en grint-
elementen (halfafgeronde glauconietzandsteen - tot 50mm) 0,80 1,00
- Bleekgrijsgroene glauconiethoudende zandige klei met roest-
vlekken, glimmers en organische resten 1,00 1,20
Einde boring op grintlaag 1,20
Vermoedelijke geologische verklaring :
Kwartair : van 0,00 tot 1,20m
* Alle peilen zijn uitgedrukt in meter t.o.v. het referentievlak TAW.