PL. GENT 55W
R.TAVERNIER
798
Boring nr 90 van het Ringkanaal (Bruggen en Wegen)
uitgevoerd te DRONGEN
voor Bruggen en Wegen (Bijzondere Dienst van het Stroomgebied der Schelde).
door VAN DE SANDE van Brussel.
Topographische ligging opgetekend door Bruggen en Wegen.
Grondstalen verzameld door de boormeester, de opzichter.
Aanvang der werken : 16.8.1944.
Einde der werken : 26.8.1944.
Boringsmethode : zonder inspoeling.
Opeenvolgende diameters : 200 mm. tot op 33 m.
Einddiameter : 150 mm.
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd : 2,00 m.
Hoogte van de begane grond boven de zeespiegel : + 6,10m.
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m.
1 Bleek grijs leemachtig zand 0.50
2*-3 Bleek grijze leem 1.00 1.50
4-5*-6 Grijs geel leemachtig zand 2.00 3.00
7 Grijs leemachtig zand 3.50
8-9 Grijs fijn korrelig zand 4.00 4.50
10-11* Bleek grijs tot witachtig kwartszand 5.00 5.50
12-14* Idem 6.00 7.00
12-14* Idem 6.00 7.00
15-16 Idem 7.50 8.00
17*19*-21 Grijs zand, fijn van korrel 8.50 10.50
22*-23 Idem, enigszins leemachtig 11.00 11.50
24-25*-28* Grijze leem 12.00 14.00
29-30*-31 Grijs leemachtig zand 14.50 15.50
32* Idem, vermengd met grint bestaande uit gerolde en
gebroken vuursteenkeien, en keien uit grijze glau-
coniethoudende zandsteen 16.00
33* Idem, de vuursteen zijn doorgaans zwart en ver-
tonen windpolijsting 16.50
34 Grijs grofkorrelig kwartszand, met grintachtige
elementen 17.00
35* Idem met talrijke keien uit vuursteen en glau-
coniethoudende zandsteen en brokstukken van
schelpen 17.50
36* Grijs zand, vermengd met grintelementen en brok-
stukken van schelpen o.a. Num.planulatus, Cor-
bicula fluminalis gerold 18.00
37-38 Grijs zand, middelmatig van korrel en rijk aan
glimmers, met o.a. Num.planulatus 18.50 19.00
39-40*-41 Fijn grijs leemachtig zand, rijk aan glimmers 19.50 20.50
42 Grijs kwartszand, middelmatig van korrel en licht-
jes glauconiethoudend 21.00
43 Idem, vermengd met talrijke schelpstukken 21.50
44* Idem, onder de schelpstukken zijn duidelijk Vene-
ricardia planicosta, Ostrea cymbula en Num.planu-
latus te herkennen 22.00
45* Idem, met het herkennen exemplaren van Ostrea
cymbula, Meretrix elegantula (Dek), Marcia cythe-
raeformis (Dek) (déterm. Glibert, Mus.R.Hist.
Nat.), Num.planulatus 22.50
46* Grintachtig zand vermengd met schelpenstukken
(Venericardia planicosta, Ostrea, e.a.), Num.
planulatus, en met talrijke grintkeien waaronder
gerolde en gebroken vuursteen, doorgaans zwart,
vaak met zeer duidelijk windpolijsting en stukken
glauconiethoudende zandsteen 23.00
47* Idem, maar de schelpstukken zijn minder talrijk,
alsook de keien, integendeel komt nu bleek lens-
vormige keien, integendeel komt nu bleek lens-
vormige klei voor, en kleine stukjes turf 23.50
48-49* Grijs groen glauconiethoudend fijn zand rijk aan
Num. planulatus 24.00 24.50
50 Idem (met een stuk rolkei uit glauconietische
zandsteen !) (ingezakt ?) 25.00
51*-54* Grijs groen fijn glauconiethoudend zand, glimmer-
rijk 25.50 27.00
55-57*-58 Idem 27.50 29.00
59 Grijze zandachtig klei 29.50
60*-61 Grijze klei 30.00 30.50
62* Grijs groen zandachtige klei 31.00
63 Groen, glimmerijk kleiachtig zand 31.50
64*-65 Grijs groen zeer fijn leemachtig zand 32.00 32.50
66 Zandachtige klei 33.00
67 Grijze plastische klei 33.50
68*-69 Grijze zeer plastische klei 34.00 34.50
70* Grijze klei 35.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring : R.TAVERNIER, 13.8.1945
Holoceen & Plistoceen : van 0,00 tot 23,50 m
Ieperiaan : van 23,50 tot 35,00 m.
