PL. GENT 55W
173 (IX)
A. HACQUAERT. - Natuurwetenschappelijk Tijdschrift, Gent, 21 Jaargang,
nr 4-5, 1939, blz. 121-123.
Aan de plaats waar het Academisch Ziekenhuis wordt opgetrokken even buiten
de agglomeratie, is de hoogte van het maaiveld begrepen tusschen 8.60 m en
9.60 m. Alhoewel men zich buiten de alluviale vlakte van de Schelde be-
vindt, is de streek vochtig en doortrokken met slooten en grachten. Dit
komt doordat, onder een dunne bedekking van zandig Kwartair, kleiachtige
zanden met zandsteenconcreties voorkomen, die tot het "Beneden-Paniseliaan"
facies gerekend worden. Door het delven van grachten of zelfs door diep
omploegen haalt men stukken zandsteen boven, die men dan in de velden
terugvindt; de plaats is trouwens "Steenakker" genoemd geworden. Dezelfde
toestand heerscht nagenoeg overal in de wijken Sint-Pieters-Aalst en Sterre
en tot aan de blokwoningen van den Zwijnaardschen Steenweg; men bouwt er
geen huis, of Paniseliaan zandsteen wordt aangetroffen.
De ligging van de bouwgroeve van het Academisch Ziekenhuis wordt op bij-
gaande figuur 4 aangeduid; tevens heeft men er de plaats gemerkt waar een
tiental verkenningsboringen in 1936 uitgevoerd werden. De monsters van zes
dezer boringen (Nrs 1-3 en 8-10) berusten in het Geologisch Laboratorium.
Ik dank ze aan de bereidwilligheid van mijn collega, prof. Magnel, wien ik
hiervoor op deze plaats mijn erkentelijkheid uitdruk. De monstername be-
helsde uitsluitend het Tertiair. Het Kwartair kon evenwel bestudeerd worden
in de insnijdingen van de uitgestrekte bouwgroeve, die, alhoewel ondiep,
op groote afstanden het contact tusschen Kwartair en Eoceen duidelijk
hebben laten zien.
Fig. 4.
Het Kwartair heeft een dikte wisselend tusschen 0.30 m en 1 m; de grootste
dikte werd waargenomen aan den NW-vleugel van het hoofdgebouw, waar het
peil het laagst is. Daar deze formatie haar substraat ravineert, verandert
haar dikte van plaats tot plaats. Het Kwartair bestaat uit grijs-geel zand,
naar boven toe donker gekleurd door de aanwezigheid van organische stoffen.
In dit zand vindt men soms, op een diepte van 0.30 tot 0.40 m, verspreide
rolkeien of verweerde stukken zandsteen; af en toe komt een meer kleiige
lens voor. Naar de basis wordt het zand grover en gaat het over tot een
grintlaag met ravineerend verloop. Vele korreltjes hebben 1 tot 1.5 mm
diameter en bestaan uit kwarts of zijn kleine vuursteenfragmenten; men
herkent ook enkele glimmerplaatjes. De keien zijn vooral blonde, bruine en
grijze vuursteenen, ook enkele roode vuursteenen worden aangetroffen, naast
schijfvormige kwartskeitjes van gemiddeld 1 cm diameter. Het oppervlak van
deze keien, doch vooral dit van de vuursteenen is ingevreten; vele keien
zijn gebroken, doch breukvlakken zoowel als afgeronde vlakken zijn gepo-
lijst en vertoonen een typische glans die wijst op eolische werking ("wind-
glazuur"). Naast deze bestanddelen die op een ver transport mogen bogen,
vindt men in het grint stukken sterk verweerde Paniseliaan zandsteen, die
van het substraat zijn ontnomen, en steeds hoekig zijn. Uit het Paniseliaan
afkomstig dienen nog verkiezelde schelpen en steenkernen van Turritella's
vermeld.
Het Tertiair, dat in de bouwgroeve zichtbaar was, bestaat uit bruinachtig
verweerd kleiachtig glauconietzand met groene zandsteenconcreties van
onregelmatige vorm; deze concreties zijn soms meerdere dm groot en hebben
meestal geen duidelijke begrenzing : zij gaan zijdelings tot niet geconso-
lideerd zand over. Plaatselijk zijn ze zeer zacht, door uitlooging van het
ciment, of vertoonen zijn schelpvormige breuken en bezitten dan een hard
kiezel-ciment. Vaak bevatten zij fossielen; dikwijls ook worden kleine
fragmenten ligniet er in aangetroffen.
Over de natuur van de diepere lagen zijn wij ingelicht door de hooger
vermelde boringen. Zij werden langs drogen weg uitgevoerd door de firma
"Pieux Franki", uit Luik. Allen gaven nagenoeg de zelfde resultaten. Hier
volgt de beschrijving van de boormonsters : de opgegeven dieptecijfers
hebben betrekking op boring Nr. 8 (maaiveld op + 9,60 m):
Nr. Beschrijving der monsters Diepten
1 Bruine en grijs-groenachtige zandige klei,
glimmerhoudend 0.70 - 2.40 m
2 Grijs-geelachtig, fijnkorrelig, licht kleiachtig
glauconietzand met plaatselijk kleilensjes 2.40 - 3.60 m
3 Bleek grijze, fijn zandige klei (leem) 3.60 - 8.80 m
4 Grijze plastische klei 8.80 - 9.60 m
5 Groen fijnkorrelig glauconietzand, licht kalk-
houdend. Het bevat in zekere boringen slecht
bewaarde, broze exemplaren van Nummulites planu-
latus en schelpfragmenten. Basis niet bereikt op 11.00 m
Interpretatie
Al deze terreinen behooren tot het Ieperiaan; de termen
1 tot 4 van het profiel vertoonen het facies "Paniseliaan"
en de term 5 het facies "Zand van Ieper".
---------------------------------------------------------------------------
PL. GENT 55W
M.GULINCK-P.LAGA
173 (IXb) vervolg
PUT 6
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte Dikte m.
basis m.
1 Fijn bruinachtig zand, 1 roodachtige 0.00 3.00
2 Zeer fijn grijsgroen zand, kiezel-
zandsteen concretie 3.00 9.00
3 Siltense klei 9.00 11.00
4 Fijn grijs zand, met Nummulites
planulatus 11.00 17.00
5 Zeer fijn grijsgroen zand 17.00 23.00
6 Idem 23.00 27.00
7 Grijze siltum klei 27.00 31.00
8 Zeer fijn grijsgroen glimmerhoudend
zand 31.00 50.00
Interpretatie
Kwartair 0.00 - 3.00
Paniseliaan 3.00 - 11.00
Ieperiaan 11.00 - 50.00
10 juli 1972.
Put Nr Diepte Debiet Waterpeil
m l/h rust pompen
1 50.00 10.800 300mm - 219mm 6.70m 12.70m
2 49.00 6.500 300mm - 219mm 8.00m 18.00m
3 49.00 10.800 300mm - 219mm 4.50m 14.50m
4 49.00 13.000 300mm - 219mm 6.00m 15.00m
5 49.00 12.500 300mm - 219mm 4.00m 17.00m
6 49.00 6.500 300mm - 219mm 6.00m 17.00m
Plannetje met ligging der putten.
----------------------------------------
PL. GENT 55W
P.LAGA-M.GULINCK
173 (IXb) vervolg
Filterput 1 + 3
Uitgevoerd te Zwijnaarde bij Akademisch Ziekenhuis
door DUTRIEU uit Wetteren
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte Dikte m.
basis m.
1 Bruingroenachtig klei en glauconiet-
houdend zand 0.00 - 4.00
2 Grijsachtig heterogeen zand 4.00 - 9.00
3 Grijsgroen fijn zand, talrijk Nummulites
planulatus 9.00 - 13.00
4 Grijsgroen zeer fijn zand 13.00 - 19.00
5 Idem 19.00 - 28.00
6 Idem 28.00 - 46.00
7 Grijze klei 46.00 - 50.00
Interpretatie : Paniseliaan 0.00 - 9.00
Ieperiaan 9.00 - 50.00
Put 3
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte Dikte m.
basis m.
1 Heterogeen grijsachtig zand, zandsteen
concretie 0.00 - 3.00
2 Zeer grijs groen zand, 1 kiezelzandsteen
concretie 3.00 - 9.00
3 Grijze klei 9.00 - 12.00
4 Zeer fijn zand, met talrijke Nummulites
planulatus 12.00 - 13.50
5 Zeer fijn grijsgroen zand 13.50 - 24.00
6 Idem 24.00 - 30.50
7 Grijze silterige klei 30.50 - 32.00
8 Zeer fijn grijsgroen zand 32.00 - 48.50
Interpretatie : Paniseliaan 0.00 - 12.00
Ieperiaan 12.00 - 48.50
M. GULINCK + P. LAGA
10 juli 1972