Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 054E / 054E0135.TXT

054E0135.TXT

PL. NEVELE 54E

135 (VIIId)

214 WB 20
Lokalisatie: BACHTE-MARIA-LEERNE (Kamping VTB)
In opdracht van: Geologisch Instituut, Rijksuniversiteit Gent
Aard: verkenningsboring
Boringsmethode: waterspoeling - Open waterkring - Controlebuis voor 
                monstername
Datum: 20 september 1962
Boring uitgevoerd door: J. AMEYE (Ardooie)
Grondstalen verzameld door: G. DE MOOR (boring ter plaatse gevolgd)
Beschrijving door: G. DE MOOR
Topografische ligging opgetekend door: G. DE MOOR
Maaiveld: 7m

Volgnummer           Aard der grondlagen                     Diepte (m)
                                                             van    tot

1     Grijze tot bruingrijze zware alluviale leem tot
      zandige klei, sterk humeus                             0,0    2,5
2     Vuilgrijs sterk humushoudend fijn los zand             2,5    4,0
3     Geelgrijs middelmatig fijn zand, kalkhoudend           4,0    5,5
4     Vastere geelgrijze tot blauwgrijze klei                5,5    6,0
5     Grijs humushoudend zand, tamelijk grof sterk
      kalkhoudend, bevat schelprestjes                       6,0    7,0
6     Fijn donkergrijs glauconiethoudend zand, kleiig 
      met kleilenzen, humushoudend                           7,0    9,0
7     Middelmatig bleek groengrijs zand, glauconiethoudend   9,0    9,5
8     Bleek glauwgrijze klei                                 9,5   10,5
9     Vuilgrijs humushoudend kleiig grof zand (0,5 à 1mm), 
      bevat talrijke grindbestanddelen; kwartskorrels,
      kleine veldsteenstukjes, gebroken en gehele 
      silexkeien (tot 2 cm diameter)                        10,5   13,0
10    Blauwachtig donkergijze glauconiethoudend zandige
      klei tot kleiig zand, bevat silexfragmenten en veen
      stukjes                                               13,0   14,0
11    Fijn kwartsgrind met silexstukjes en gerolde 
      kleibrokjes in een blauwe humushoudende klei, 
      talrijke resten van quartaire fossielen               14,0   15,5
12    Donkergrijs grof grindhoudend kleiig zand, bevat
      talrijk schelprestjes                                 15,5   17,5
13    Kleiig grof zand met schelpfragmenten, silexkeien, 
      silexfragmenten, fijne grinddelen (kwartskorrels),
      kleine afgeronde veldsteenstukjes en humeuze 
      vlekjes, kleibrokken en 1 gerolde Nummuliet           17,5   18,5
14    Silexfragmenten, schelpstukken en zoetwaterschelpen
      in groengrijs fijn lemig zand                         18,5   19,0
15    Zwartblauwe sterk humeuze fijnzandige klei met
      silexkeien (tot 3 cm) en kwartsgrinddelen, 
      kalkhoudend                                           19,0   20,0
16    Zwarte sterk humushoudende klei met plantenresten
      schelpstukjes, silexkeien en silexfragmenten (tot
      4 cm diameter) enkele gerolde veldsteenstukken, sterk
      kalkhoudend                                           20,0   20,5
17    Zeer vaste en harde blauwgrijze klei, fijn 
      glimmerhoudend. De bovenste meter bevat zeer fijne
      glauconiet                                            20,5   23,0


Vermoedelijke Aardkundige Verklaring (G. DE MOOR, 1962)

Quartair:      20,5m
Ieperiaan Yc:   2,5m
Insert the GSB number to search all associated content