Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 051W / 051W0146.TXT

051W0146.TXT

          KAARTBLAD: LAMPERNISSE 51W   


          146 (IV, a)
                            
          ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS

          Kaart-Nr               51 W
          Plaat:                 Lampernisse
          Nr:                    146 (IV, a)
          Topografische kaart    20/1
          Type Boring:           gestoken
          Uitgevoerd te:         Eggewaartskapelle
          Postnr:                8630
          Adres boorplaats:
          Opdrachtgever:         Belgische Geologische Dienst
          Boorfirma:             N.V. Smet
          Boordatum:             1986
          Topografie:
          Stalen door:
          Boringsmethode:        gestoken
          Lengte & Doormeters:   10 cm

          Grondwaterstanden:
          1ste maal:
          Bij rust:
          Tijdens pompen:
          Debiet:
          Waterzaaknr:
          Totale diepte:         11 m
          Stalen bewaard:        volledig bewaard
          Maaiveld/ref. peil.    +3,423
          X                       34.420
          Y:                     194.744
          NIS-code:              38009


          BOORBESCHRIJVING
          AARD DER GRONDLAGEN                              Diepte Basis

          donkergroenbruine klei, iets fijn zandig               0.27
          (iets brokkelig) sterk kalkhoudend.
          Veel baksteenfragmentjes en enkele schelpfragmentjes.
          Grens: scherp

          geel-groenbruine silteuze klei, zeer veel siltlensjes  0.50
          (iets brokkelig) - sterk kalkhoudend.
          kleine bioturbatiesporen. Sporadisch broos
          schelpfragmentje. Roestvlekken onderaan.

          Bruingroen - roestvlekken - silteuze klei (iets        1.32
          brokkelig).
          Kalkhoudend - sporadisch siltnestjes.
          0.53: niveau met veel broze schelpfragmentjes (o.a.
          Scrobicularia) en vnl. Hydrobia.
          Vanaf 1.00 sterk gevlekt klei met & zonder veendetritus,
          grillig
          1.06 Scrobicularia
          1.20: mossel
          1.24: fijne zandlenzen met veel fijn schelpgruis.
          grens is discordant golvend

          grijs silteus fijn zand - kalkhoudend                  1.32
          enkele kleiflasers (brokjes klei) enkele
          flasers veendetritus en ook enkele
          veenbrokjes bovenaan: vertikale kleiige
          insluitsels weinig zeer fijn schelpgruis
          rond 2.25: wig van mm-laminaties, scheef
          gevormd - kleibolletjes met veel
          schelpfragmentjes vanaf 2.40: talrijke zeer
          dunne lensjes klei (sommige diffeus), meestal golvend
          soms met gerolde kleibolletjes.
          2.36: scheve cm laminatie van gerolde
          veenbrokjes grens: scherp

          grijs silteuze klei, veel veendetritus,          2.62-2.68
          enkele onregelmatige siltlaagjes -
          kalkhoudend grens grillig

          donkergrijs iets venige klei, veel                    2.77
          veendetritus veel brokken veen en hout met
          silteuze klei errond en veel broze
          schelpfragmentjes.
          grens: scheef

          bruin veen en hout met grote grillige                 2.77-
          vertikale insluitsels van klei en zandige klei
          veel zand en weinig klei
          vanaf 4.10: geen insluitsels meer; maar
          veen is mooi scheef gelaagd
          grens: zeer scherp

          donkergrijs silteuze klei met veenbrokken        4.40-4.70
          en grillige zandinsluitsels, scheve gelaagdheid.
          4.52: golvende laminatie van fijn zandig
          silt. Kalkhoudend.
          Minder veenbrokken in onderste gedeelte.
          Scherpe grens

          bleekgrijs en donkergrijs kleiig fijn
          zand met kleilaminatie                                5.13
          Kalkhoudend. Schots en scheef door mekaar
          veendetritus geconcentreerd in zones en
          scheve cm-lenzen (onregelmatig) Venige
          klei met grillige zandzones
          Humeuze kleibrok met veenbrok in bovenaan.
          grens. scherp

          grijs fijn zand, iets kleiig met enkele               5.13-
          golvende cm- laminaties van veenbrokjes.
          Kalkhoudend.
          Zeer dunne laminatie van geconcentreerd
          schelpgruis.
          Zeer diffeuze horizontale mm-gelaagdheid
          parall. van kleiiger laminaties in sommige
          zones.
          Vanaf 5.50: minder kleiig maar meer zeer
          diffeuze kleiiger mm-lam. en lensjes
          (horizontaal en golvend).
          6.20-6.31: veel veendetritus geconcentreerd
          in mm-laminaties, horizontaal gelaagd en
          plat gerolde veenbrok in iets kleiiger
          zand.
          6.35-6.45: veel plat gerolde kleibrokjes en
          veel schelpgruis (o.a. Cardium)
          Rond 6.80: kleiig siltwig met veenbrokjes
          (klein)

          bleekgrijs zeer fijn zand                         7.00-7.70
          tot 7.20: iets kleiig met sporadisch flaser
          veendetritus.
          Fijn schelpgruis.
          Rond 7.46: zone met gerolde kleibrokjes.
          vanaf 7.50: laminatie, subhorizontaal van
          gerolde kleibrokjes, venige restjes, meer
          schelpgruis (vermeerderen naar onder toe)

          bleekgrijs en bruingroen Yc-kleibrokken met           7.70-
          fijn zand met veel schelpfragmentjes en
          enkel grinten (D.0,5 en 2 cm) gerold maar
          gebroken.
          Kalkhoudend.
          Onderste 10 cm: minder en minder zand nog
          enkele witte schelpfragmenten.

          Groengrijze zware kompakte klei,                      8.10
          kalkconcreties.


          STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
          STRATIGRAFISCHE EENHEDEN         Top   basis

          Kwartair: Holoceen               0.00 - 8.10
          Tertiair: Ieperse Klei (Yc)      8.10 -


          AUTEUR : C. BAETEMAN
Insert the GSB number to search all associated content