PL. DIKSMUIDE 51E
130 (IV) Puits artésien
exécuté à Dixmude,
au Collège "In de Stoof Straat",
par M.Dutrieu de Wetteren.
Repérage par P.Viette, le 24-6-1924.
Travaux commencés en mai et terminés en juin 1924.
Mode de creusement: à l'injection.
Diamètre final: 114 mm.
Débit: 600 litres à l'heure par jaillissement au niveau du sol.
Cote approximative de l'orifice: 6 (?)
Notes du sondeur
No NATURE DES TERRAINS Profond. Epaiss.
m. m.
1 Quaternaire 0.00 9.00
2 Argile grisâtre 9.00 117.00
3 Sable verdâtre 126.00 2.00
jusque 128.00
--------------------------------------------------------------------------
PL. DIKSMUIDE (51 E)
R. TAVERNIER
No 130 (IV) (vervolg.)
Getubeerde put
uitgevoerd te Diksmuide
in het St Aloisius College,
Wilgendijk, 22
door de Firma VINCKE uit Gullegem
Topographische ligging opgetekend door W. CLAESSENS,
op de 19.4.1948.
Grondstalen verzameld door de aannemer
Aanvang en einde der werken: September 1947
Boringsmethode : met inspoeling
Aard der pomp: Compressor pomp
met een debiet van 3.000 liters per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond, boven de zeespiegel: 6 (?)
Totale diepte : 149 m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN DIEPTE (m) BASIS (m)
1 Grijze klei 6.00 20.00
2 Idem 20.00 40.00
3 Grijze plastische klei 40.00 100.00
4* Idem 100.00 125.50
5 Grijs fijn glauconiethoudend zand 125.50 130.00
6 Idem 130.00 140.00
7 Idem 140.00 149.00
Vermoedelijke Aardkundige Verklaring (R. Tavernier, 31.5.1951):
IEPERIAAN (Yc) : van 6.00 tot 125.00 m
LANDENIAAN : van 125.00 tot 149.00 m
WATERONTLEDING UITSLAG Nr H 482, uitgevoerd door het
Instituut voor Hygiene en Epidemiologie, te Brussel, de 13.1.1960.
Monster gemerkt: Dixmuide, College Allois, Quais au
Saule (nouveau puits) - profondeur 149 m.
Opgenomen : Août 1957.
CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN:
mg/1.
Ca++ 9.4
Mg++ 0.85
Fe++ 0.02
Na+ 630
C1- 360
SO4-- 194
HCO3-- 860
CO3-- 30
Indamprest bij 110 C 1790
Totale hardheid 2.7 Fr.
Bicarb. hardheid 2.7
Blijvende hardheid 0
Ta' (alkal.phph.) 2.5
TAC (Alkal. M.O.) 75.5
