Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 050E / 050E0216.TXT

050E0216.TXT

          
          PL. VEURNE 50 E.              BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
          C.BAETEMAN                       
 
216(IV,b) ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS

          Kaart-Nr:              50E
          PLAAt:                 Veurne
          Nr:                    216 (VI,b)
          Type Boring            gestoken
          Topografische kaart:   19/4
          Uitgevoerd te :        Zandemolen
          Postnr:                8630
          Adres boorplaats:

          Opdrachtgever:         Belgische Geologische Dienst
          Boorfirma:             N.V. Smet
          Boordatum:             1986
          Topografie:
          Stalen door:
          Boringsmethode:        gestoken
          Lengte & doormeters:   10 cm

          Grondwaterstanden:
          1ste maal:
          Bij rust:
          Tijdens pompen:
          Debiet:
          Waterzaaknr:
          Totale diepte:         12 m
          Stalen bewaard:        volledig bewaard
          Maaiveld/ref. peil:    +3,660
          X:                     33.735
          Y:                     194.170
          NIS-code:              38024


          BOORBESCHRIJVING
          AARD DER GRONDLAGEN                                    Diepte Basis 

          donkerbruine klei, kalkhoudend - veel vege. en             0.30
          bakstenen  
                                               
          donkerbruin met enkele geelbruine vlekken silteuze klei,   0.57
          kalkhoudend, veel kleine baksteenfragmentjes en
          veenbrokjes en grote steen en scherven 
                
          donkerbruin met geelbruine vlekken, klei met zeer veel     1.00
          (meestal) gerolde veenbrokjes, enkele onregelmatige
          zandige zones, kalkhoudend, kleine baksteenfragmentjes,
          sporadisch schelpfragmentjes. 
                        
          donkerbruin geroerde ingevallen grond met stenen,          1.40
          kogels en kleibrokken 
                                 
          bruingrijs met enkele geelbruine vlekken, klei, iets       1.58
          zandig, kalkhoudend, wordt zandiger naar onder toe met
          fijn schelpgruis.                                      
          enkele kleine veenbrokjes en reductievlekjes
          enkele kleine baksteenfragmenten
          sporadisch broze gastropoden
          kleine vegetatiestengeltjes
          duidelijke grens

          geelbruin met roestvlekken, kleiig fijn zand -             1.70
          kalkhoudend met humeuze kleilaagjes (golvend) en
          onregelmatige en scheve laminaties van kleibrokjes,
          veel fijn schelpgruis bovenaan dat geleidelijk
          vermindert naar onder toe 
                             
          bleekgrijs steerk silteus fijn zand, kalkhoudend           1.92
          bovenaan talrijke scheve lenzen van zeer fijn
          schelpgruis (en zeeëgelnaaldjes) - af en toe lensje van
          veendetritus en veenbrokjes

          blauwgrijs, heterogeen pakket van slappe blauwe klei,      2.18
          veenbrokken en grillige zandzones (scheef en grillig
          door mekaar), kalkhoudend                              
          grens: scheef

          iets blauw=grijs fijn zand afwisselend met klei en         2.35
          veendetritus, scheef gelaagd, mm en cm gelaagd 
          (gelaagdheid en afwisselend wordt regelmatig naar onder
          toe) 
          2.23-2.29: slappe kleibrok met veel veenbrokken
          en Cardium schelp                                      
          grens: scherp en scheef

          muizegrijs sterk silteus zeer fijn zand met zeer veel      3.53
          lensjes, laminaties, flasers en brokjes veen en 
          veendetritus in een fijne horizontale gelaagheid -
          kalkhoudend.
          diffeuze lenzen met iets grover zand en zeer fijn 
          schelpgruis (zeeëgelnaaldjes)                
          3.15-3.30: groen veen
          3.35-3.45: dikkere laminatie veenbrokjes

          donkerbruin en muizegrijs tamelijk regelmatig              4.12
          afwisseling horizontaal parallel. gelaagd van cm-dikke
          lam. veenbrokjes en mm en cm dikke lam. fijn silteus
          zand - kalkhoudend.                                    
          Af en toe klein schalige cross-bedding
          vanaf 4.00: vnl. veen (gelaagd) met enkele mm-laminaties
          fijn zand.

          muizegrijs silteus fijn zand met enkele lam: (mm dik)      3.12-3.25
          en lensjes veendetritus waarin veel zeeëgelnaaldjes
          naar onder toe platte kleibrokken - kalkhoudend grens
          gevormd door de kleibrokken                            
                                                                 
          muizegrijs silteus zeer fijn zand, kalkhoudend,            3.25-3.36
          talrijke lenzen waarin zeer fijn schelpgruis en
          zeeëgelnaaldjes geconcentreerd.                        
          grens = scherp 
                                        
          bruin & grijs slappe platte kleibrokken (1 cm dik)         3.36-3.55
          horizontaal en scheef door mekaar met fijn zand en
          veenbrokken en veendetritus tussen - kalkhoudend.      
          grens is scherp  
                                      
          muizegrijs silteus zeer fijn zand                          3.55-3.72
          basis: 3.70-3.72: veenlaminatie                                     

          idem van 3.25-3.36                                     
          kalkhoudend

          muizegrijs silteus zeer fijn zand - kalkhoudend zeer       3.72-
          diffeuze golvende silteuzere laminaties en lensjes
          sporadisch veenbrokje en lens van veendetritus         
          5.73-5.78: grillige zone van kleiig fijn zand met veel
          zeer fijn schelpgruis en enkele gerolde kleibrokjes
          (waarschijnlijk yc)
          vanaf 7.60-8.00 enkele veenbrokken meer - kalkhoudend
          7.40-7.50: halffijn zand met dunne kleilaminaties
          (duidelijke gelaagdheid)
          gelaagdheid (verfijnd naar onder toe)

          muizegrijs silteus fijn zand met talrijke mm-lensjes       9.00-9.30
          van veendetritus en talrijke mm-kleiige lensjes met    
          geconcentreerd fijn schelpgruis. Kalkhoudend.          
          Soms kleinschalige cross-bedding.

          grijs en donkerbruin afwisseling van scheve beds van       9.77
          - veen mm-gelaagd afwisselend met zand                  
          - halffijn zand met schelpgruis en grotere veenbrokken
          en gerolde kleibrokken (meestal Yc) en kleilenzen.
          kalkhoudend.
          Scrobicularia - mossel.

          muizegrijs sterk silteus fijn zand kleine kleibrokjes     10.00
          (humeuze slappe) - kalkhoudend
          - veel cm en mm dikke laminaties en lenzen meestal
            scheef gelaagd van kleine veenbrokjes
          - zeer fijn schelpgruis geconcentreerd in scheve lam.
            groengrijs klei, bovenaan zeer fijn brokkelig, vergroft.
            vergroft.
 

          STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE  
          STRATIGRAFISCHE EENHEDEN       Top    basis

          Kwartair: Holoceen             0.00 - 10.00
          Tertiair: Ieperse klei (Yc)   10.00 -


          AUTEUR : C. Baeteman


Insert the GSB number to search all associated content