ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 48 E
PLAAT: Bree
Nr: 322 (V, b)
Type Boring: peilput 4003-023
Topografische kaart: 18/6
Uitgevoerd te: Bree
Postnr: 3960
Adres boorplaats: 't Hasselt
Opdrachtgever: VMW
Boorfirma: Vormann, Nottuln (D)
Boordatum: 5-9.3.2004
Topografie: VMW
Stalen door: de boormeester
Boringsmethode: droog tot 6 m; omgekeerd spoelboren tot TD
Lengte & doormeters: zie opmerking
Grondwaterstanden:
1ste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet:
Waterzaaknr:
Totale diepte: 225 m
Stalen bewaard: ja (selectie in lithotheek)
Maaiveld/ref. peil: + 40,65 m
X: 239150
Y: 203484
NIS-code: 72004
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Nr.* Diepte basis* AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
0,0 0,3: Donkerbruine, luchtige aarde vol plantenresten en heterogeen
dekzand
0,3 0,8: Heterogeen, lemig tot kleiig kwartszand, van grijswit (meer
lemig), over roestbruin tot geelbruin (meer kleiig), met wortels
0,8 2,0: Bleek bruingrijs, scherp, grof, lemig kwartszand, met grote,
afgeronde kei (6 cm) in grove roodgrijze, kwartsrijke kwartsiet
2 3: Beige bruin zeer grof lemig zand van lithische fragmenten
3 4: Idem, met wat fijne granule
4 5: Idem, vergrovend tot fijn granule grind
5 6: Idem, licht verfijnend tot zeer grof zand met wat fijne granule
6 7: Idem vergrovend tot fijne granule
7 8: ± idem, maar reeds aangerijkt met fijn grind, met cm-grote
heterogene keitjes
8 9: Gewassen grind, bijna zonder fijne fractie (grof zand en granule
tussen keien); grind van zeer heterogene samenstelling, met veel
zachte, dooraderde, grofkorrelige, bleekgrijze zandstenen, grijze
platte schalie en bleekgrijze verkiezelde kalksteen
9 10: Idem, grind tot 5 cm en met jaspis, Reviniaan kwartsieten met
pyrietkubussen en zelfde variatie gesteenten (monster
lithotheek)
10 11: Bleekbeige, grijs, goed gewassen, zeer grof zand tot granule grind
(monster lithotheek)
11 12: Zelfde zeer grof grind, minder fijne granule
12 13: Idem
13 14: Idem
14 15: ± idem, iets fijner, maar blijft zeer grof
15 16: Gewassen grind, met sterk heterogene keien tot max. 5 cm met
heterogene samenstelling (ook veel bleke zandsteen, onzuivere
aderkwarts, donker gebrande leisteen en kwartsofylladen, silex,
nogal opgebroken)
16 17: Terug zelfde zeer grof zand met wat granule en cm-grote keitjes,
blijft bleek-beige; zand is echter fijner dan voorheen
17 18: Bleekbeige grof zand met grind (tot 5 cm dik grind met zelfde
samenstelling)
18 19: ± idem, bleekbeige bruin grof zand met grind
19 20: Nieuwe eenheid: grijswit, zeer licht gespikkeld zand met homogene
samenstelling maar heterogene korrelgrootte (van fijn tot zeer
grof; meestal eerder fijn)
20 21: Zelfde grijswitte kwartsgrind; nog enkele fijne grindjes mogelijk
als naval (monster lithotheek)
21 22: Kleine kleurnuance van asgrijs naar iets geler grijs, meer
papperig (meer fijnkorrelige fractie), nog heterogeen kwartszand
22 23: Zelfde bleek(geel)grijs heterogeen kwartszand, met zeer slappe
lemige zandbollen en asgrijze leem (monster lithotheek)
23 24: Zelfde bleek heterogeen, overwegend fijn, zeer licht gespikkeld
kwartszand, zonder lemige lenzen, vrijwel slibloos
24 25: Idem
25 26: ± idem, gemiddeld iets grover
26 27: Zelfde heterogeen, middelmatig tot grof kwartszand, met grijze
verkleuring door humuszuren
27 28: Iets grover kwartszand, en minder donker gekleurd
28 29: Grijsverkleurd heterogeen, eerder grof kwartszand (monster
lithotheek)
29 30: Wordt gemiddeld zeer grof grijs kwartszand
30 31: Idem
31 32: Idem
32 33: Idem
33 34: Donkergrijs slibrijk, eerder grof heterogeen kwartszand met een
weinig slap donker veen en met slappe zandige kleibollen (monster
lithotheek)
34 35: Wordt terug bleker, iets bruinig grijs, zelfde heterogeen
kwartszand, nog licht slibhoudend
35 36: Blijft zelfde overwegend grof kwartszand, zeer licht gespikkeld,
nog minder donker
36 37: Idem
37 38: Effect van verkleuring door organisch materiaal bijna weg:
bleekgrijs overwegend grof heterogeen kwartszand
38 39: ± idem, blijft grofkorrelig; minder zeer grove korrels
39 40: Idem
40 41: Terug zeer grofkorrelig (monster lithotheek)
41 42: Gewoon grof bleekgrijs, licht gespikkeld kwartszand met
lichtgrijze leem bijmenging en daardoor slibhoudend
42 43: Iets donkerder grijs middelmatig tot grof slibrijk kwartszand met
slappe zandige leembollen (monster lithotheek)
43 44: Terug slibvrij grof heterogeen zand, maar behoudt de iets grijzere
kleur van het bovenliggende kleirijk niveau
44 45: Idem
45 46: Zelfde iets gelig grijs grof zand, terug slibhoudend, met
donkergrijze slappe kleibollen (monster lithotheek)
46 47: Kleurverandering naar asgrijs: slibvrij zeer grof heterogeen zand
met lithische fragmenten (2 mm)
47 48: Idem
48 49: Idem, met fijne granule (monster lithotheek)
49 50: ± idem, zonder granule; blijft nog zeer grof; iets verdonkerend
50 51: Zoals voorgaande
51 52: Idem
52 53: Zelfde zand vermengd met zwarte sapropel-klei (monster
lithotheek)
53 54: Lichtgrijs grof kwartszand (zonder veel zeer grove korrels) met
harde zwarte bruinkoolsplinters
54 55: Wordt zeer grof, tot fijne granule, steeds met zwarte sapropel-
klei en donkergrijze slappe klei (bij vorig monster); zand zou
zonder bijmenging asgrijs blijven
55 56: Bleek tot asgrijs grof kwartszand (zelfde zand als boven veenlaag)
56 57: Terug zeer grof, iets donkerder door vloeistof en fijne
bruinkoolsplinters
57 58: Terug gewoon grof, steeds wat donkerder verkleurd; monster
verontreinigd met boorvet
58 59: Lichtgrijs tot bleekgeelgrijs, middelmatig tot grof, redelijk
homogeen kwartszand met weinig fijne bruinkoolsplinters, reeds
bleker gekleurd dan vorig monster
59 60: Idem
60 61: Idem (monster lithotheek)
61 62: Idem
62 63: ± idem, wordt iets donkerder
63 64: Idem
64 65: Zand is asgrijs, maar zelfde korrelgrootte, iets heterogener
65 66: Terug meer gelige tint, overwegend middelmatig kwartszand, zeer
licht gespikkeld
66 67: Terug meer asgrijs en overwegend grof, licht gespikkeld door
grijze lithische fragmenten; n.b.: ook een weinig mica aanwezig;
(monster lithotheek)
67 68: Idem
68 69: Wordt terug iets gelig grijs en middelmatig tot grof
69 70: Asgrijs, grof
70 71: Asgrijs, meer heterogeen, licht gespikkeld, scherp
71 72: Asgrijs, iets donkerder, grof heterogeen
72 73: Zachte donkergrijze plastische klei, bruinzwarte verharde venige
klei, ingebed als lamellen in eerder fijn heterogeen grijswit
kwartszand (monster lithotheek)
73 74: Grijswit grof heterogeen kwartszand en bruinkool met zwarte
houtresten
74 75: Idem, zand wat bruiner verkleurd; ook wat slappe plastische
donkergrijze klei (monster lithotheek)
75 76: ± idem, aandeel zwarte platte bruinkool en compacte houtige
bruinkool veel groter
76 77: Vermengd: donkergrijs kleverig zand met fijne bruinkool en donkere
klei
77 78: ± idem, met harde zwarte bruinkool brokken waarin vezelige resten;
kleverig
78 79: Zwarte bruinkool zonder zand; ook venige klei; kleverig (monster
lithotheek)
79 80: Slappe kleverige bruingrijze tot donkergrijze klei, donkerblauw
geaderd, licht zandhoudend (met verspreide grove korrels) (monster
lithotheek)
80 81: Overwegend grijs, blijft kleverig, naar gehalte zeer grof sterk
heterogeen zand zeer groot, niet meer plastisch
81 82: Compacte donkergrijze, licht zandhoudende plastische klei met wat
bruinzwarte, meer brosse lamellen van sterk venige klei (monster
lithotheek)
82 83: Grote bollen in zwarte sterk kleverige, sterk venige klei in
grijsbruin grof zand, eveneens kleverig
83 84: Donkergrijsbruine slappe, zeer plastische klei en grijsbruine
fijnzandige kneedbare klei, met wat overwegend fijn, wit zand
(monster lithotheek)
84 85: ± idem klei eerder donkergrijs dan grijsbruin
85 86: ± idem, overwegend grijswit, overwegend fijn tot middelmatig zand;
nog wat grote kleibrokken; ook harde houtige bruinkoolresten
(monster lithotheek)
86 87: ± Zelfde mengeling met terug bruingrijze slappe plastische klei
87 88: Met grote lamellen in slappe plastische donkergrijze venige klei;
het zand is grijs en sterk kleiig
88 89: Bleekgrijs overwegend middelmatig slibrijk zand, met dik slib van
grijze organisch-rijke klei en harde houtige bruinkoolbrokken
89 90: Idem
90 91: Hoofdzakelijk grijswit eerder middelmatig slibhoudend kwartszand,
steeds met afgescheiden kleipap
91 92: Zelfde zand vermengd met zwarte houtige bruinkoolresten; geen
kleibollen (monster lithotheek)
92 93: Zwarte kleiige bruinkool, venige zandrijke klei, overwegend op
grijswit zand
93 94: Talrijke grote fragmenten van houtige bruinkool (nog
bruingekleurd) vermengd met venige klei en kleiig zand (monster
lithotheek)
94 95: Zwarte kleverige plastische klei, zonder zand (monster
lithotheek)
95 96: ± idem, slapper; meer donkerbruine slappe klei
96 97: ± idem, enkel zwart, met wat brokken in harde venige bruinzwarte
kleisteen
97 98: ± idem, homogener van cohesie: plastische kleverige venige klei
98 99: ± idem, terug wat fijne vezelige bruinkoolresten (fijn verbrokkeld
hout); licht zandhoudend (monster lithotheek
99 100: ± idem, terug vastere klei (monster lithotheek)
100 101: ± idem, met brokken in harde fijnklievende zwarte bruinkool
101 102: Blijft zwarte slappe plastische klei met wat harde
bruinkoolbrokken en toenemend zandgehalte
102 103: Zand, wordt zeer grof heterogeen; ook terug meer grote houtige
bruinkool in slappe zwarte klei (monster lithotheek)
103 104: Verandering in lithologie, al blijft vloeistof humus-bruin: zeer
heterogeen, overwegend grof bruin-grijswit kwartszand
104 105: Idem
105 106: Wordt zeer grof heterogeen
106 107: Terug gewoon grof heterogeen
107 108: Opnieuw zeer grof heterogeen, van oorsprong grijswit, bruinig
verkleurd kwartszand met zeer hoge permeabiliteit (monster
lithotheek)
108 109: Donkergrijs slibrijk middelmatig heterogeen zand vol fijne
zwarte bruinkoolresten (monster lithotheek)
109 110: Bijna geen bruinkool meer, zand is duidelijk bruin verkleurd,
eerder middelmatig- heterogeen en zeer slibrijk (echter geen spoor
van kleibollen) (monster lithotheek)
110 111: Eerder fijn tot middelmatig bruin slibrijk zand; weinig houtige
bruinkoolresten
111 112: Gemengd: donkerbruin coherent middelmatig zand, wat fijne
bruinkool en vooral zeer slappe donkergrijze klei
112 113: Vaste zwarte plastische klei met bruine houtresten, laagvormig
ingebed (monster lithotheek)
113 114: Zeer vaste plastische donkergrijze klei met harde
bruinkoolsplinters (monster lithotheek)
114 115: ± idem maar zonder bruinkoolresten (zeer ondoorlatende formatie)
115 116: Zeer kleverig, vloeiend fijn zand tot silt, sterk kleiig, met
bollen in grijze zandige klei en donkerbruin coherent kleiig zand
116 117: Fijn tot middelmatig grijswit, slechts zeer licht slibhoudend zand
met bruine
humus vloeistof, fijne zwarte bruinkoolrestjes
117 118: Idem; (monster lithotheek)
118 119: Fijn gelamineerd volgens schuine stratificaties, en coherent, niet
plastisch: bruine zandige klei met bleke zandlaminatie,
micahoudend, eerder fijn (monster lithotheek)
119 120: ± idem, meer bruingrijs en kleirijker, licht plastisch
120 121: Idem, (monster lithotheek)
121 122: Grijs slibhoudend zeer grof kwartsrijk zand tot fijne granule
(max. 0,5 cm) met grote bollen in zeer slappe donkergrijze klei
122 123: Opnieuw grijze kwartsgranule en gerolde fragmenten (tot 1 cm) in
harde houtige bruinkool (monster lithotheek)
123 124: Eerder donkergrijs zeer grof kleirijk zand met fijne granule, met
slappe grijze kleibollen en harde zwarte houtige bruinkoolresten
124 125: Grijs zeer grof heterogeen slibvrij zand
125 126: Grijs grof slibvrij zand, enkele bruinkoolresten; steeds
donkerbruine humusvloeistof (monster lithotheek)
126 127: Grijs heterogeen, fijn tot grof zand, blijft slibvrij
127 128: ± idem, terug overwegend grof heterogeen (korrels tot 2 mm)
128 129: Idem
129 130: Idem
130 131: Wordt zeer grof
131 132: Idem, steeds met bruinkool fragmenten (monster lithotheek)
132 133: Terug gewoon grof
133 134: Idem
134 135: Idem (monster lithotheek)
135 136: Grijs zeer grof zand vol zwarte afgeplatte houtige bruinkool en
harde afgeronde bruinkoolresten, tot 5 cm (monster lithotheek)
136 137: Lichtgrijs (iets bleker dan voorgaande) grof heterogeen, slibvrij
kwartszand, met donker humusbruin water
137 138: Idem
138 139: Idem (monster lithotheek)
139 140: Idem
140 141: Donkergrijs grof-heterogeen, zelfde zand (monster lithotheek)
141 142: Terug lichtgrijs zelfde zand
142 143: Grijs iets grover; overigens zelfde zand
143 144: Opnieuw lichtgrijs zelfde, gewoon grof-heterogeen slibvrij zand
144 145: Idem
145 146: Bleekgrijs, middelmatig tot grof kwartszand
146 147: Lichtgrijs grof heterogeen zand
147 148: Bleekgrijs grover heterogeen, bleker gekleurd zand (monster
lithotheek)
148 149: (bruinig) grijs grof, licht gespikkeld, steeds slibvrij zand
149 150: Eerder donkergrijs vrij grof heterogeen zand, sterk doorlatend
150 151: Eerder donker bruingrijs middelmatig tot grof heterogeen zand,
(zwarte spikkels zijn mogelijk bruinkool) (monster lithotheek)
151 152: Donkerbruingrijs middelmatig zand
152 153: ± idem
153 154: ± idem, donkergrijs, mogelijk licht slibhoudend (monster
lithotheek)
154 155: Gelig asgrijs eerder grof zand; vrij homogeen; (monster
lithotheek);
155 156: Idem
156 157: Idem
157 158: Idem
158 159: Idem
159 160: Iets donkerder asgrijs grof zand
160 161: Idem (monster lithotheek)
161 162: Wordt bleker en zeer grof
162 163: Grijswit zeer grof zand (monster lithotheek)
n.b.: witte kleur enkel bovenkant van monster; intern zorgt vloeistof
voor donkergrijze kleur
163 164: Idem
164 165: Idem
165 166: Idem
166 167: Terug grijzer met iets bruinige tint, grof heterogeen, zwart
gespikkeld zand, met enkele witte dikschalige schelpresten als
gruis, 1-3 mm groot
167 168: Idem (monster lithotheek)
168 169: Blijft bleek grijs iets bruinig; eerder grof, sterk doorlatend
zand, met afnemend gehalte schelpgruis; steeds met zwarte ligniet-
spikkels
169 170: Idem
170 171: Idem
171 172: Idem
172 173: Nieuwe kleuromslag naar bleek, aanvankelijk nog wat schelpengruis,
blijft donker gespikkeld, maar wel fijner (overwegend middelmatig)
lichtgrijs kwartszand, zonder bruin bijmenging (deze kleur blijft
constant tot 203 m waar het wat verdonkert)
173 174: Idem (monster lithotheek)
174 175: ± idem, nog homogener, bijna geen grove korrels
175 176: Idem
176 177: Idem (monster lithotheek)
177 178: ± idem, iets grover
178 179: ± idem, overwegend grof
179 180: ± idem, zeer grof (monster lithotheek)
180 181: ± idem, blijft grof met veel zeer grove korrels, blijft slibvrij
181 182: Idem
182 183: Idem
183 184: Idem
184 185: Idem
185 186: Terug zeer grof (n.b.: hoe grover hoe bleker)
186 187: Idem, ook fijne granule en vaste kleine grijze kleibollen (weinig)
(monster lithotheek)
187 188: Nog zeer grof zonder granule, maar duidelijk verfijnend
188 189: Idem
189 190: Idem
190 191: ± idem, nog iets verfijnend tot gewoon grof
191 192: Idem
192 193: Eerder zeer grof
193 194: Grof (meer homogeen), bijna geen zwarte spikkels (monster
lithotheek)
194 195: Terug iets vergrovend
195 196: Idem
196 197: Zeer grof
197 198: Blijft zeer grof, lichtgrijs, slibvrij, zeer doorlatend
198 199: Idem
199 200: Idem (monster lithotheek)
200 201: Idem terug wat grof schelpengruis
201 202: ± idem, terug iets fijner maar blijft grof tot zeer grof
202 203: ± idem
203 204: ± idem, eerder zeer grof, terug wat grof schelpengruis
204 205: Idem (monster lithotheek)
205 206: Blijft zeer grof, en is geleidelijk iets bruin-grijzer geworden;
minder schelpengruis
206 207: Idem
207 208: Idem
208 209: Lichte kleuromslag naar asgrijs en plotse verfijning van
korrelgrootte: fijn tot middelmatig, vrij homogeen kwartszand,
licht micahoudend, slibvrij
209 210: Idem
210 211: Idem (monster lithotheek)
211 212: ± idem, wordt geleidelijk middelmatig
212 213: Idem
213 214: Idem (monster lithotheek)
214 215: Iets bruingrijs, zeer grof met wat fijne granule, slibvrij
(monster lithotheek)
215 216: Idem
216 217: ± idem, zonder granule, wordt iets bleker
217 218: ± idem, verfijnend (door heterogene korrelgrootte verdeling meer
fijne fractie)
218 219: ± idem, blijft zeer grof
219 220: ± idem
220 221: Verfijnend tot gewoon grof, wat meer zwarte ligniet spikkels
221 222: Idem (monster lithotheek)
222 223: Idem, blijft grof
223 224: Verfijnend tot middelmatig, sterk zwartgespikkeld zand (monster
lithotheek)
224 225: Terug eerder grof heterogeen zand
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE (spoelmonsters en boorgatmetingen)
---------------------------------------------------------------------------
Top* basis* STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
0 19 Quartair grind
19 76 Kiezeloöliet Fm, Lid Jagersborg zand
76 103 Brunssum I - klei, ligniet en zand
103 108 Pey zand
108 124 Brunssum II - klei
124 225 Waubach zand
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR M. Dusar, 27.4.2004
Putarchitectuur
boordoormeter: 0-6 m 700 mm
6-28 m 500 mm
28-225 m 450 mm
filters 20-25 m filtergrind 0,7-1,2 cm in zand 5-50 m: 18-25 m
102-110 m filtergrind 0,7-1,2 cm: 100-111 m
195-205 m filtergrind 0,7-1,2 cm: 180-225 m
Geofysische boorgatmetingen
uitvoering GeoService (L. Duchatsch, ImmergrUnweg 26, D-52477 Alsdorf)
datum: 24.3.2004
meetprogramma: natuurlijke gammastraling, resistiviteit 16-64"/SP, caliper
boorvloeistof: water
BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
048E/0322 (V, b) KAARTBLAD: BREE
p. 1/3
******************************************************************************
