**************************************************************************
ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
--------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr: 45W
PLAAT: HERENTALS
Nr: 461 (III, c)
Type Boring: Geotechnische boring B12
Topografische kaart: 16/7
Uitgevoerd te: Olen: stabilizeringswerken Middensas sluizencomplex
Postnr: 2250
Adres boorplaats: sluis Olen
Opdrachtgever: Afdeling Geotechniek (=AGEO)
Boorfirma: Idem opdrachtnummer: 3649-97/33
Boordatum:
Topografie: Volgens kaart 1/10000
Stalen door: Boormeester GEOLOGICA
Boringsmethode: droog
Lengte & doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal: van bij aanvang
Bij rust:
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte: 26.75 m
Stalen bewaard: door AGEO
Maaiveld/ref. peil: +19.11 m
X: 184455
Y: 205580
NIS-code: 13029
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING
---------------------------------------------------------------------------
Nr * Diepte Basis * AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
kern 1 15.70-17.20 m (T.A.W. +3.41 / +1.91) L = 0.80 m
0-71 bruingroen grof zand, met grof glauconiet
71-80 bleker fijn grind bestaande uit hoekige zandsteenfragmenten,
blauwgrijs verkit zand (vivianiet ?), wat grof glauconietzand en
veel kleine schelpen (mossels, < 1 cm)
Kern 2 17.45-17.80 m (T.A.W. +1.60 / +1.31) L = 1.50 m
0- 20 donkergroen zeer kleiig middelmatig zand, glauconiethoudend, dunne
zandlensjes, enkele zachte concreties (vivianiet / verkit zand /
ijzerfosfaat)
20- 30 bruingroen middelmatig zand, minder kleihoudend, veel
vivianietconcreties (0.5 - 1 cm), glauconiet
30-150 bruingroen middelmatig zand, met wat grovere (kwarts)korrels, grof
glauconiet, sporadisch vivianietbolletjes
Kern 3 18.05-19.55 m (T.A.W. +1.06 / -0.43) L = 0.60 m
0-60 elfde zand, grillige groene kleiige vlek op 12, vanaf 30 vrij grote
vivianietconcreties (tot 3 cm). Zand wordt groener vanaf 50. Vaag
zichtbare kruipgangen op 40-45
Kern 4 19.80-20.40 m (T.A.W. -0.68 / -1.26) L = 1.50 m
0- 10 groen zeer kleiig fijn-middelmatig zand, glauconiethoudend
10- 14 concretie van vivianiet
14- 25 grijsgroen middelmatig glauconietzand, weinig kleihoudend
25-118 homogeen bruingroen middelmatig-grof zand, gestoord (barsten)
118-120 zone met vivianietconcreties
120-150 iets groener zand, vivianietconcreties
Kern 5 20.65-21.25 m (T.A.W. -1.53 / -2.13) L = 1.65 m
0-165 grijsgroen middelmatig glauconietzand, homogeen. Felgroene kleiig
vlek op 25 en 162. Verspreide vivianietconcreties (2-3 cm). Vanaf 35
duidelijk uitgerokken.
Kern 6 21.50-23.00 m (T.A.W. -2.38 / -3.88) L = 1.30 m
0- 10 zand, uitgestroomd
10- 19 groene, sterk fijnzandhoudende klei, glauconiet
19-130 grijsgroen middelmatig-matig grof zand, glauconiethoudend, veel
kruipgangen (met bleek zand gevuld), vooral tussen 25-65 en 105-110
(niet- verstoorde kern) Verspreide vivianietconcreties
Kern 7 23.25-24.75 m (T.A.W. -4.13 / -5.63) L = 0.93 m
0- 16 grijsgroen kleiig fijn zand, glauconiethoudend
16- 93 grijsgroen middelmatig zand, glauconiethoudend, vage kruipgangen
(kern zeer nat); rond 70-75 veel vivianiet
Kern 8 25.25-26.75 m (T.A.W. -6.13 / -7.63) L = 0.95 m
0- 7 groen kleirijk fijn zand, met middelmatig zand gemengd
7-85 grijsgroen middelmatig-grof zand, glauconiet, zeer veel kruipgangen
vanaf 20, enkele vivianietconcreties
85-95 groen kleihoudend fijn zand
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
---------------------------------------------------------------------------
Top * basis * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
tot 17.20 m Gestoord terrein (zeker)
17.20 - 26.75 m Formatie van Diest
---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR J. Van der Sluys - 18.03.1997
---------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN
---------------------------------------------------------------------------
- de gekernde diepteintervallen en kernlengtes zijn onzeker. Meestal is de
kernlengte kleiner of groter dan het diepteinterval. Soms is duidelijk
verstoring (uitgerokken of uitgevloeide kern) merkbaar, andere kernen
lijken echter weinig gestoord (aanwezigheid kruipsporen)
- bovenkant van kern is opvallend vaak kleirijk ® verstoring door boren
