PL.HERENTALS 45W
C.Corin
237 (VII) Filterput
uitgevoerd te WIEKEVORST,
aan de Nieuwe Melkerij,
door M.SMET van Desschel.
Topographische ligging opgeteekend
door V.Collard, op 22-11-1937.
Grondstalen verzameld door den boormeester.
Aanvang en einde der werken: November 1937.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 10.
Boring No II
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1 Fijn lichtbruin zand 1.00
2 tot 16 Donker grijs grof glauconiet zand, zonder vivianiet
noch ijzeroxyd 2.00- 16.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F.Corin,11-1-1938):
Diestiaan: 16 m.
PL.HERENTALS 45W
no 237 (vervolg)
Getubeerde put
uitgevoerd te Wiekevorst
bij de Melkerij St Lucas
door de firma Smet, Dessel
Topographische ligging opgeteekend door W. Claessens
op de 6.8.1946
Grondstalen verzameld door de boormeester
Aanvang der werken: begin 1946
Einde der werken: begin 1946
Boringsmethode: met inspoeling
Compressor pomp.
Diepte van het water bij ruststand: 7.00 m
met een debiet van 15.000 liters per uur.
Benaderende hoogte van de begane grond boven de zeespiegel: 10m
Totale diepte: 183.40m.
N.B. Monsters niet te determineeren bij gebrek aan
behoorlijke indicaties.
I. een boorkern Lediaansche zandsteen, vermoedelijk 128m22
(R. TAVERNIER)
Beschrijving der grondlagen volgens de boorder (N.V. Smet uit Dessel)
AARD DER GRONDSTALEN Diepte (m) Basis (m)
Zonder waterinspoeling:
geel, kleiachtig zand 0.00 2.00 m
groen zand 2.00 9.00 m
Door rotatie met inspoeling van zwaar water.
grof-groen zand (Diestiaan) 9.00 25.00 m
fijn, groen zand (Diest) 25.00 38.00 m
idem 38.00 46.64 m
klei 46.64 77.00 m
weke klei, met enkele harde lagen 77.00 102.00 m
klei 102.00 106.00 m
Met de kernboor van 120 mm. doormeter:
Stenen 106.10 106.28 m
Weke klei, met een weinig zand 106.28 109.82 m
Grijs zand 109.82 113.22 m
Idem 113.22 123.87 m
Fijn, grijs zand 123.87 129.15 m
Idem 129.15 148.50 m
Klei 148.50 154.50 m
Groenachtige, harde klei 154.50 156.79 m
Zeer kleiachtig zand 156.79 159.90 m
Weke steen met schelpen geen
boorkern 159.90 160.22 m
blauw-grijs, fijn zand, met fijne
stukjes schelpen 160.22 169.46 m
blauw-grijs, fijn zand, met fijne
stukjes schelpen 169.46 171.32 m
Zandsteen 171.32 171.52 m
blauw-grijs zand 171.52 172.30 m
zandsteen 172.30 173.40 m
grijs zand 173.40 173.75 m
zand met schelpen 173.75 174.90 m
weke zandsteen 174.90 175.26 m
zand met schelpen 175.26 176.57 m
zand 176.57 177.11 m
fijn zand met schelpen 177.11 178.45 m
weke zandsteen 178.45 178.65 m
fijn zand 178.65 179.20 m
weke zandsteen 179.20 179.40 m
fijn, grijs zand met enkele stenen 179.40 183.40 m
De buizen werden in de zandsteen gerodeerd op 160,22
tot volledige dichtheid tot 7 atm;
daarna doorboord met de kernboor van 130 mm
buitendoormeter. Bij middel van de compressor ongeveer
15 m3 opgehaald. Instorting van de zandsteen.
Instortingen en meesleping van zand.
Debiet ongeveer 15 m3/uur.
De buizen van 170 mm werden nedergelaten tot op 169,19 m
Dicht gerodeerd en gecementeerd. Na het verharden van
het cement, doorboord met de kernboor.
Pomping: Na enkele dagen pompen kwam het waterpeil bij
rust in evenwicht op 7 m onder de bodem, wat aantoont
dat zich instortingen voordoen die het waterpeil doen
stijgen.
Deze put is dicht bij de put nr 240, plaat Herentals, gelegen.
Nota : De beschrijving van de verschillende
zandsteenbanken (van af 159m90), zoals ze door de
boormeester gegeven werd, komt goed overeen met deze
van het zandsteencomplex uit de boring van Turnhout
(17 E - no 225): In laatstgenoemde boring, lag de basis
van het Lediaan op ongeveer 14 m onder de eerste bank,
onmiddellijk boven de vierde bank. Men mag dus aannemen
dat in de huidige boring, de basis van het Lediaan op
ongeveer 172 m diepte gelegem is, d.i. op het peil -162.
M. GULINCK - 17.11.1958.
Einddiameter: 400 mm.
Diepte van het water, bij ruststand: 7m60.
Tijdens het pompen: 14m60
met een debiet van 46.000 liters per uur.