PL. GEEL 45E
F.HALET
279 (V) Getubeerde put
uitgevoerd te GEEL,
bij M. Van Reusel, baan van het punt naar Herentals,
door M.SMET van DESSCHEL (Mol).
Topographische ligging opgeteekend door E.Verdin, den 19-8-1941.
Grondstalen verzameld door den boormeester.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Aanvang en einde der werken: 1941
Benaderende hoogte van het mondgat, boven den zeespiegel: 22
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
1 Fijn kwartsachtig geel bruin zand 1.00
2* Fijn grijs groen zand 2.00
3* Fijn kwartsachtig groen glauconiet zand 3.00
4* Grijs zand 4.00
5* Grijs groen, fijn glauconiet zand 5.00
6 Idem 6.00
7* Idem 7.00
8 Idem 8.00
9* Fijn donker grijs groen, glauconitisch zand 9.00
10 Idem 10.00
11* Bruin zand 11.00
12* Idem met ijzer zandsteenen 12.00
13 Idem 13.00
14* Kwartsachtig grijs glauconiet zand 14.00
15 Idem 15.00
16* grof grijs groen glauconiet zand 16.00
17 Idem 17.00
18* Idem met brokken zandsteenen (vivianiet) 18.00
19 Idem 19.00
20* grof grijs groen glauconiet zand 20.00
21 -24 Idem 21.00 - 24.00
25* Idem 24.50
Vermoedelijke aardkundige verklaring (F.Halet,13-9-1941):
Plistoceen: 3m00
Diestiaan-Casterliaan: 11m00
Diestiaan: 10m50
Einddiameter: 250 mm.
Aard der pomp: diaphragmpomp.
Diepte van het water, bij ruststand : 3 m.;
tijdens het pompen : 4m90.
met een debiet van 7.200 liters per uur.
Vermoedelijke diepte van de watervoerende laag:
18 tot 24m50 volgens den boormeester.