Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 043W / 043W0301.TXT

043W0301.TXT

PL. HOBOKEN 43W                                 Aardkundige Dienst
                                                    van België 


Nr. 301

Boringen en Peilput    P.O.R. 3
Uitgevoerd te : Reet
bij : Watertoren van Pidpa
voor de Belgische Geologische Dienst
door : N.V. SMET-DB
Datum : december 1990
Topografische ligging opgetekend door P. Vanwichelen
Boringsmethode : 0-10 m inspoeling,  gekernd
Totale diepte :  108m
Hoogte van het maaiveld : 25,46 m
Coordinaten : X : 152.249; 
              Y : 200.614


Volgnr.     Beschrijving van de spoelmonsters

 1          Groen-grijs, zand met steengruis en plantenresten en okerbruin
            leemhoudend zand
 2          Bleek, groen-grijs, glauconiethoudend, zwak leemhoudend fijn zand
 3          Groen, glauconiethoudend kleiig fijn zand
 4          Donkergroen, zwak kleihoudend, sterk glauconiethoudend middelmatig
            tot matig grof zand
 5-6        Donkergroen glauconietrijk middelmatig zand met grovere            
            kwartskorrels
 7          Idem, iets fijner en kleihoudend
 8*         Idem, met steenfragmenten (fosfaat ?) en beenfragment en verkitte
            zandconcreties
 9          Donkergroen tot zwart groen glauconietrijk middelmatig tot matig
            grof zand - lichtjes kleihoudend met fijne, verweerde
            steenfragmentjes en grovere kwartsen
 10*        Grijs-groen, kleiig en sterk silteus fijn zand - glauconiethoudend
            (fijne glauconietkorrels) en zwak kalkhoudend met enkele fijne
            schelpfragmentjes

PL. HOBOKEN 43W                                 Aardkundige Dienst
                                                    van België 

Nr. 301

Boringen en Peilput   P.O.R. 3
Uitgevoerd te : Reet
Bij : Watertoren van Pidpa
Door : n.v. SMET-DB
Datum : december 1990


Beschrijving van de kernen:

1. 10.00 - 11.00 m (1.00 m)

0.00-0.74: grijs-groen (bruinachtig) zeer fijn kleiig zand met fijne glimmers;
           verspreide schelpenresten - glauconiethoudend. Duidelijk sterk
           gebioturbeerd.
           Boorgangen opgevuld met los glauconietzand en vage sporen van
           doorkropen kleilaagjes.
           0.24-0.28 : enkele licht-bruine schuin, gelaagde voegjes (oxidatie)
           0.47-0.54 : sterk schelphoudende zone, sterk gebroken en verweerde
                       schelpen
           Vanaf 0.54 m grotere kruipgangen opgevulg met bleekkleurig (intens
           geoxideerd) fijn glauconietzand
Vanaf 0.74 tot 0.75 : grillig golvend contact met een vaste klei.
           Vanaf 0.69 m reeds brokjes klei (zowel kleinere als grotere).
           Enkele fijne grindjes en grove glauconietkorrels nabij het contact.
0.74-1.00: grijze plastische klei met verscheidene fijne pyrietfragmentjes.
           Kruipgangen (D = 0,5 cm en 1 cm) opgevuld met bovenliggend zand op
           o.a. 0.78 m en 0.94 m.
           Klei is kalkhoudend. Heel vette klei met bleek gekleurde fijne
           adertjes, en marmerachtige struktuur naar onder toe roest gekleurd
           door oxidatie.


2. 11.00 - 12.00 m (60 cm) Verlies waarschijnlijk bovenaan

0.40-0.67 :zelfde grijze, iets bruinachtige zeer vette, plastische klei.
           Pyrietbrokjes en witte stippen van schelpen-gypskristallen ?
           zelfde marmerachtige structuur.
           Vanaf 0.67 m (duidelijke grens) wordt de klei geleidelijk aan
           bruiner en donkerder. Sporen van schelpen op 0.78 m.
Vanaf 0.80 tot 0.85 m : donkerbruine klei met pyrietconcretie op 0.71 m en een
           grote (D = 2 cm) pyrietconcretie op 0.82 m (vermoedelijk
           gepyritiseerde kruipgang)
           vanaf 0.75 m uiterst fijne bleke siltstippen en vanaf 0.80 m
           zandhoudend (verspreide zandkorrels). Vanaf 0.85 m zeer fijne
           zandige vlekjes en lensjes o.a. op 0.90 m zandlensje.
           Maximum aan zand rond 0.90 m.
           Vanaf 0.80 m weinig of niet kalkhoudend.


3. 12.00 - 13.00 m (0.52 m) Verlies bovenaan

0.48-0.60: zelfde grijze, iets groenachtige klei, zwak silt- en fijn
           zandhoudend.
           Geen kalk.
0.60-    : zeer vette klei met Pyrietconcreties (vooral op 0.65 m). Geen kalk.
           Fijn zandvoegje op 0.69 m. Pyrietconcretie op 0.77 m. Zeer vage,
           marmerachtige (blekere adertjes) structuur. Uiterst fijne
           siltstipjes.
           Vanaf 0.95 m wordt de klei donkerder. Geen kalk.


4. 13.00 - 14.00 m (1.07 m)

0.07-0.15: snel overgaand naar donkerbruine klei. Donkere zone van
           0.07-0.15 m, zandig en met kalkstippen. Sporen van schelprestjes.
           Geleidelijk afname van zand tot 0.50 m. Vanaf 0.15 m snel overgaand
           naar groengrijze klei met bovenaan nog donkere (bioturbatie ?
           vlekjes.
           Vanaf 0.50 m zeer vette plastische klei met pyrietconcreties en
           donkere vlekjes van vermoedelijk pyriet. Max. aan vette klei rond
           0.80 m. Zeer vage marmerachtige structuur.
0.88-1.00: talrijke beige vlekjes, marmerachtig structuur en kalkhoudend.
           Grotere pyrietconcreties op 0.62 m


5. 14.00 - 15.00 m (0.98 m)

0.02-0.05: grijs-groene klei, weinig kalkhoudend, vanaf 0.05 m snel overgaand
           naar een donkerbruine vette klei met Pyrietconcreties (vooral
           tussen 0,12 en 0.16 m) en bleek-grijze slierten.
           Nog steeds met bleker grijze vlekjes.
           Vanaf 0.19 m inkomen van zand en brokken van lichter grijze vette
           plastische klei (waarschijnlijk opgewoeld niveau).
           Vanaf 0.30 m iets blekere (zelfde kleur als de plastische
           kleibrokken erboven) grijze, silthoudende klei met talrijke
           fijne graafgangen opgevuld
           met de donkerbruine klei van erboven. Klei wordt zandhoudend naar
           onder toe met max. rond 0.45 à 0.50.
           Zwak kalkhoudend. Twee donkerbruine lensjes van organisch rijkere
           klei tussen 0.50-0.55 m.
           Vanaf 0.70 m wordt de klei geleidelijk aan donkerder en minder
           zandhoudend.
           Vanaf 0.85 m donkere, heel vette klei met pyrietconcreties tussen
           0.83 - 0.88. Geen kalk.


6. 15.00 - 16.00 m (1.05 m)

Gestoorde zone tussen 0.30-0.34 m
Tot 0.35 m zeer homogene, donkere, vette klei met slechts enkele witte
stipjes.
Pyrietconcretie op 0.21 m. Klei is kalkhoudend.
Vanaf 0.35 m geleidelijk aan marmerachtige structuur met blekere vlekjes.
Op 0.38 m schelp (Nucula  ?) met zand opgevuld.
Vanaf 0.38 m zwak zandhoudend.
Op 0.60, 0.68 en 0.73 m Pyrietconcretie.
Vanaf 0.65 geleidelijk aan meer en meer zand met een maximum rond 0.76 m.
gevolgd door een geleidelijke afname van zand. Onderaan, zeer zwak
zandhoudend, vette klei. Geen kalk.


7. 16.00 - 17.00 m (1.00 m)

Bovenaan tamelijk donkere, vette klei met zeer fijne pyrietbrokjes. Wordt
geleidelijk aan grijzer en groener tussen 0.15-0.28 m breccieachtige
marmerstructuur.
Vanaf 0.30 m terug donkerder klei met fijne zandkorreltjes en enkele
kalkstippen
Tussen 0.33-0.55 m terug meerdere pyrietconcreties. Zandgehalte neemt toe
naar onder.
Bruin-groene zandvlek tussen 0.59 en 0.65 m.
Vanaf 0.65 m fijn zandhoudende klei, glimmerhoudend. Vanaf 0.72 m neemt
het zandgehalte af en de kleur wordt grijzer met nog enkele brokjes
donkerbruine klei o.a. een lens donkerbruine klei op 0.80 m en
enkele kleinere op 0.87 m.
Vanaf 0.92 m terug grijze vette klei met pyriet (zoals bovenaan)
Onder en boven de zandige zone, fijne bioturbate ? vlekjes en lensjes.


8. 17.00 - 18.00 m (1.00 m)

Septaria-horizont tussen 0.59-0.70 m (ondergrens 0.68-0.73 m). Donkerbruine
massieve Septaria met bleek beige calcietbedekking en Pyrietcoating
Op 0,02 m en 0.42 m dikke pyrietknol.

0.00-0.50 : grijze, iets groenachtige, zeer vette klei met donkere
            marmerachtige vlekjes (Pyriet ?). Geen kalk.
            Vanaf 0.50 m duidelijk voorkomen van zand en kalkhoudend.
            Vanaf 0.40 m wordt de kleur geleidelijk donkerder bruin.
            Septaria zit in donkerbruine zone.
0.70-0.85 : grijs-groene, zandige klei, kalkhoudend.
            Rond de Septaria golvende, donkerbruine laagjes.
            Vanaf 0.85 m neemt zandgehalte af. Onderaan terug donkerder,
            bruine, vette klei


 9. 18.00 - 19.00 m (0.73 m)

 0.27-0.32 : kalkrijke, donkerbruine, zuivere vette klei
 0.32-0.38 : gestoord met naval van een Septariabrokstuk.
 0.38-0.60 : donkerbruine vette klei met talrijke witte stipjes. Kalkrijk.
             Vrijwel geen zand. Pyrietbrokjes
             Vanaf 0.60 m geleidelijk aan inkomen van zand,
             overgaand naar een bruin,
             groenachtige, zandrijkere zone met een maximum aan zand 
             tussen 0.78-0.84 m.
             Vanaf 0.84 m snelle afname in zand.
             Onderaan donker bruine, zwak zandhoudende vette klei
             die zwak kalkhoudend is.
             Sporen van bioturbatie onder de zandrijke zone.


10. 19.00 - 20.00 m (1.02 m)

Bovenaan (tot 0.03 m) donkerbruine vette klei - sporen van kalk.
Tussen 0.02 en 0.03 m scherp,
maar gebogen contact met een grijs-groene glimmerrijke, fijn zandige klei
met af en toe een Pyrietje en sporen van kalk.
Vanaf 0.35 m plotse afname in zand.
Op 0.45 m iets meer zandig laagje.
Vanaf 0.60 m vette grijze klei met vrijwel geen of weinig zand.
Tussen 0.75 m - 0.85 m iets donkerder bruine zone
maar met zeer geleidelijke overgang
en geleidelijk inkomen van zand. Vanaf 0.85 m fijne brokjes
lichter grijze klei.
Maximum aan zand tussen 0.87 en 0.92 m. Vanaf 0.82 m grijsgroene,
iets blekere klei met in de bovenste 4 cm perforaties
opgevuld met de donkerdere, iets zandige klei van erboven.


11. 20.00 - 21.00 m (1.03 m)

Bovenaan grijs-groene zwak zandhoudende klei.
Tussen 0.05 en 0.07 m grotere pyrietconcretie in een zandiger zone.
Klei is zwak kalkhoudend. Vanaf 0.10 m neemt zand af. 
Vanaf 0.20 m vette klei, vrijwel zonder zand 
die geleidelijk aan donkerder bruin wordt. Verspreid pyrietconcreties.
Vanaf 0.60 m terug sporen van zand. Vanaf 0.70 m duidelijk zandhoudend 
overgaand naar een donkerbruine zandrijkere zone 
met platgedrukte bioturbate vlekken aan de bovenkant,tussen 0.77 en 0.85 m.
Vanaf 0.85 m eerder grijs-groene zandige klei - glimmerhoudend.
Vanaf 0.91 m vettere klei met talrijke fijne zandstipjes en streepjes waarvan
bovenste 4 cm duidelijk grotere sporen van bioturbatie vertoone.


12. 21.00 - 22.00 m (1.04 m)

Tot 0.20 m zelfde donkerbruine klei met fijne siltstippen 
die naar onder toe verminderen (zwak silthoudend).
Vanaf 0.20 m inkomen van zand in vlekjes of laagjes
met bovenste 7 cm donkerbruin gekleurd
Vanaf 0.27 m is het zand overwegend groen-grijs. Heel fijn silteus glimmerrijk
zand met af en toe een kleibrokje tot 0.40 m. Geen kalk. 
Vanaf 0.40 m grijze klei. Sterk doorkropen. Grote kruipgang opgevuld met
bovenliggend zand tot 0.60 m.
Vanaf 0.60 m nog heel weinig zand.
Vanaf 0.70 m vrijwel geen zand. Geleidelijk overgaand in donkerbruine vette
klei met Pyrietconcreties. Geen kalk.


13. 22.00 - 23 00 m (1.00 m)

Donkerbruine vette klei, micahoudend met verspreid pyrietconcreties
en enkele fijne witte stipjes (gips ?)
0.00-0.40 : met fijne siltvlekjes en sliertjes en een weinig fijn zandig
            materiaal.
            Tussen 0.12 en 0.19 m sterker gevlekt tot marmerachtig uitzicht.
            Maximum aan silt tussen 0.24 m en 0.34 m.
            Afnemend siltgehalte naar onder toe
            Op 0.43 m kern gebroken
0.40-0.78 : zeer vette donkere klei met veel minder siltstipjes.
            Vaag gevlekt tot marmerachtige struktuur.
            Tussen 0.48 en 0.64 m donkere vlekken in een
            bleker gekleurde massa. Meerdere pyrietconcreties.
0.78-0.81 : kern gebroken, donkerbruine, micahoudende fijn zandige klei
0.81-0.96 : Donkerbruin, micahoudende plastische klei met fijn-zandige
            en silteuze vlekken en sliertjes die afnemen naar onder toe.
            Duidelijk kalkhoudend.
            Vanaf 0.96 m nog sporen van fijnzandig materiaal.
            Terug overgaand naar een vette klei. Nog steeds kalkhoudend.


14. 23.00-24.00 m (1.02 m)

Tot 0.36 m donker bruine, micahoudende vette klei,
met bleek gekleurde siltvlekjes
en slierten, pyrietconcreties en enkele witte stipjes.
0.00-0.04 : donkerbruin, minder silthoudende, vette klei.
0.04-0.11 : hoger siltgehalte klei is bleker gekleurd op 0.04
Vanaf 0.35 m geleidelijk inkomen van fijn zandig materiaal
en toenemend siltgehalte
Maximum aan fijnzandig materiaal en duidelijker gevlekt (gebioturbeerd)
tussen 0.45 - 0.53 m. Enkele fijne pyrietconcreties en staafjes.
Vanaf 0.60 m overgaand naar een vettere klei 
met duidelijk minder silt en vrijwel zonder zand.
0.77-0.80 : groot wormgangvormpje, pyrietconcretie 
            (6,5 cm lang, max. D 2,5 cm)
            Verspreid ook enkele kleinere pyrietconcreties en staafjes
            en enkele donkere vlekken, zwak kalkhoudend.
            Tussen  0.43-0.45 m : tamelijk grillig, geboturbeerd contact met
            bovenaan en donkerbruine, zandige klei, gebioturbeerd 
            en onderaan een bleker gekleurde klei
            met donkere bioturbate vlekken van.
            Vanaf 0.50 m afnemend zandgehalte naar onder toe.


15. 24.00 - 25.00 m (1.02 m)

0.00-0.10 : donkerbruine vette klei met siltvlekjes. Pyrietconcretie op 0.08 m
            witte stipjes. Kalkhoudend. Vanaf +/- 0.10 m geleidelijk inkomen
            van zand en bleker worden van de klei.
            Vanaf 0.18 m duidelijk gevlekt karakter: een donkere licht
            zandhoudende klei met bleek gekleurde vlekken
            die toenemen naar onder toe.
            Vanaf 0.23 m overgaand in een bleekgekleurde, zandhoudende klei
            met nog donkere bioturbate vlekken die afnemen naar onder toe.
            Grote pyrietconcretie op 0.23-0.24 m.
0.29-0.41 : iets minder bleke, duidelijk zandige klei, vaag gevlekt
            Vanaf 0.41 m geleidelijke afname in zandgehalte.
            vanaf 0.75 m bleekgekleurde vette klei. Vaag voorkomen van
            diaklaasachtige structuren en vlekken.
0.83-1.00 : lichter grijze vette klei met marmerachtige structuur.


16. 25.00 - 26.00 m (1.00 m)

0.00-0.05 : vette, bleek gekleurde klei.
            Vanaf 0.05 overgaand in donkergrijze kalkhoudende klei met blekere
            vlekken tot 0.13 m. Kalkstippen.
            Vanaf 0.15 m geleidelijk voorkomen van zand.
            Vanaf 0.30 m zandhoudende klei. Grote Pyrietconcretie op 0.22 m.
            Maximum aan zand tussen 0.51-0.55 m. Op 0.55 m doorkropen contact
            met een grijze vette klei met talrijke zwarte vlekjes
            en kruipsporen met zand.
            Afname in kruipsporen naar onder.
            Vanaf 0.63 m vette klei met zwarte vlekjes.
            Op 0.68 m amorfe pyrietvlek.
            Vanaf 0.75 m sporen van zand. Geleidelijke toename in zand
            op silteuze vlekjes. Ook gepyritiseere vlekjes.


17. 26.00 - 27.00 m (1.00 m)

0.00-0.18 : zwak zandhoudende klei zandgehalte neemt toe naar onder.
Vanaf 0.18 m duidelijk zandiger klei met nog steeds talrijke zwarte
vlekjes van amorf pyriet. Maximum aan zand tussen 0.38 en 0.55 m.
Sediment is vaag gevlekt.
Vanaf 0.55 m afname in zand, slechts zandstippen en kleine vlekjes.
Vanaf 0.75 m grijze, iets groenachtige vette klei.
Op 0.825 open spleet in de kern.
Geen kalk.


18. 27.00 - 28.00 m (1.08 m)

Tot 0.l0m lichter grijze, zeer vette klei met zwarte vlekjes. 
Vanaf 0.10 m zwak silteus en fijn zandig 
met toenemende zandige vlekjes vanaf 0.20 m
Vanaf 0.30 m kleiig, silteus fijn zand. Op 0.27 m grote pyrietconcretie. 
Max. aan zand tussen 0.35 en 0.38 m.
0.38-0.40 : vaag doorkropen contact met onder het contact een grijze klei met
            zandige perforaties.
            Tot 0.55 m licht grijze vette klei met zandvlekken.
            Vanaf 0.55 m vette klei die vanaf 0.75 m donkerder
            en silteuzer wordt.
            Vanaf 0.80 m bruin-grijze, silteuze, zwak zandige klei.
            Op 0.85 m enkele fijn zandige vlekken.


19. 28.00 - 29.00 m (1.02 m)

Zelfde vette klei, zwak zandhoudend met toenemend zandgehalte naar onder. 
Max. aan zand tussen 0.23-0.32 m fijn zandige klei 
met enkele pyrietconcreties.
Vanaf 0.32 m snelle afname in zand.
Vanaf 0.45 m lichtgrijze vette klei, zwak silteus en met zwarte vlekjes.
Op 0.82 m grotere (D = 1 cm) pyrietconcretie. Geen  kalk.


20. 29.00 - 30.00 m (1.03 m)

Zelfde groen-grijze klei met zwarte stippen.
Vanaf 0.10 m gelige tot roosachtige schijn en kalkhoudend.
Vanaf 0.15 m meer silteuze klei
Vanaf 0.20 m neemt zand toe en neem kalkgehalte af. Duidelijk zandige
maar stevige klei rond 0.40 m. Vanaf 0.55 m geleidelijke afname in
zand. Op 0.62, 0.78 m resten van dunwandige schelpen.
Vanaf 0.65 m silteuze klei (heel fijne silteuze stippen) en kleur wordt
geleidelijk aan donkerder grijzer. Tussen 0.80-0.86 m eerder een bruin-
grijze vettere klei. Spleet op 0.90 m.
Op 0.92 m plotse overgang naar een iets bleker, groen-grijze klei met
talrijke siltstippen en vlekjes. Vanaf 0.94 m iets donkerder, grijze vette
klei met nog stippen van blekere klei.


21. 30.00 - 31.00 m (1.00 m)

Zelfde grijs-groene, silthoudende klei met talrijke zeer kleine siltvlekjes.
Grotere pyrietconcretie op 0.18, 0.30 en 0.35 m. Duidelijk kalkhoudend over
gans de kern. Sporen van schelpen op 0.60 en 0.89 m.


22. 31.00 - 32.00 m (1.00 m)

0.00-0.07 : zelfde vette klei met pyrietvlekjes.
Vanaf 0.07 m duidelijker zandhoudend met zand in kleine vlekjes en grotere
kruipgangen.
Op 0.20 m  3 cm dikke pyrietknol.
Op 0.25 m doorkropen zandlens met max. dikte van 1,5 cm.
Vanaf 0.25 m sterk gevlekte klei; donkergrijze en bleek grijs-groene vlekjes
en zwarte stippen.
0.27-0.30 : bleek gekleurd, scheef en golvend laagje. Zandgehalte neemt af.
Nog slechts weinig zand vanaf 0.45 m.
Vanaf 0.60 m geleidelijk aan donkerder vette klei.
0.70-0.90 : donkerste zone. Slechts enkele blekere stippen. Vanaf 0.85 m met
            bleek grijs-groene vlakken.
 Vanaf 0.90 m bleek grijs-groene klei met donkere vlekken.
Sporen van schelpen of kalkstippen op 0.53 - 0.63 - 0.87 en 0.85 m.
Op 0.92 m een pyrietconcretie.
Duidelijk kalkhoudend over gans de kern.


23. 32.00 - 33.00 m (1.04 m)

Zelfde bleek grijs-groene klei, zwak silthoudend.
Vanaf 0.15 m geleidelijke toename in zand.
Vanaf 0.25 m duidelijk zandige klei. Maximum aan zand op 0.44 m.
Vanaf 0.46 m enkele duidelijke kruipgangen.
0.58-0.68 : enkele grotere kruipgangen opgevuld met zuiver zand.
Vanaf 0.70 m afname van zandgehalte.
Vanaf 0.80 m vaste maar silthoudende en zeer zwak zandhoudende klei
en iets donkerder van kleur. Onderaan grijze, zeer vaste silteuze klei,
onduidelijk gevlekt met blekere silteuze vlekjes.
Kalkhoudend over gans de kern.


24. 33.00 - 34.00 m (0.98 m)

Vette, donker grijs-groene klei met zwarte pyrieteuze vlekjes. Zwak zandig.
Op 0.15 m grote schelp opgevuld met Pyrietkristalletjes.
Vanaf 0.15 m silteuzere klei, bleek gekleurde, heel fijne silteuze vlekjes.
Klei is kalkhoudend.
Vanaf 0.30 m minder zandhoudend, overgaand naar een vette klei.
Vanaf 0.62 m duidelijk lichter gekleurd. Sterk gevlekte klei, geelachtig
groen-grijze klei met donkerder schakeringen en zwarte vlekken.
Vanaf 0.84 m terug meer zandhoudend. Op 0.55 m schelp opgevuld met pyriet.
Op 0.81 m pyrietconcretie.


25. 34.00 - 35.00 m (1.05 m)

Bovenaan: grijs-groene' silteuze en fijnzandige klei.
Schelp met pyriet steenkern
Veel zwarte pyrieteuze vlekjes. Duidelijk kalkhoudend. 
Zandgehalte neemt snel toe.
Sterk zandige zone tussen 0.10 en 0.20 m met opgebroken kleilaminae.
Schelpbrokstuk op 0.23 m.
Vanaf 0.20 m vermindert duidelijk het zand.
Vanaf 0.35 m vette bleek-grijze kalkhoudende klei,
zwak zandhoudend en gevlekt.
Vanaf 0.50 m hoofdzakelijk silthoudende klei.
0.60-0.67 : klei met grote bleke vlekken die kalkrijk zijn.
Vanaf 0.67 m iets donkerder grijze klei met nog steeds bleke vlekjes.
Vanaf 0.75 m terug geleidelijke toename van zand.
Vanaf 0.90 m sterk gebioturbeerde, zeer fijn-zandige klei.


26. 35.00 - 36.00 m (1.02 m)

 Zelfde zandhoudende klei. Max. aan zand op 0.42 m : kruipgangen opgevuld met
 bleek gekleurd zuiver zand en brokjes van klei.
 Regelmatig sporen van schelpen.
 Vanaf 0.55 m zwak zandhoudende klei.
 Pyrietconcretie op 0.70 m.
 0.81-0.83 : opening in de kern.
 Tot einde silthoudende, zeer fijne, bleekgevlekte klei.


 27. 36.00 - 37.00 m (1.00 m)

 Bovenaan grote pyrietconcretie.
 Zelfde grijze, silteuze vette klei.
 Vanaf 0.05 m inkomen van zand.
 Vanaf 0.10 m duidelijk zandhoudende klei. Max. aan zand tussen 0.28-0.29 m
 en tussen 0.32 en 0.37 m. Kalkhoudend.
 Zandlensjes en kruipgangen opgevuld met zand op o.a. 0.51, 0.55.
 Vanaf 0.68 m vermindert het zand. Sporen van zand tot 0.82 m.
 Vanaf 0.82 m grijs-groene vaste, silteuze fijn bleek-groen gevlekte klei.


28. 37.00 - 38.00 m (1.00 m)

Zelfde grijs-groene vette klei met blekere silteuze vlekjes en donkere
vlekken.
Duidelijk kalkhoudend en enkele kalkstipjes. Bovenaan nog een weinig
zandhoudend en iets bruiniger gekleurd. 
Vanaf 0.60 m vette grijs-groene kalkhoudende klei;
zeer homogeen met slechts enkele zwarte stipjes.


29. 38.00 - 39.00 m (0.99 m)

Gestoorde zone tussen 0.17-0.25 m.
Bovenaan zeer vette, homogene grijsgroene klei.
Vanaf 0.20 m wordt de klei silteus.
Vanaf 0.25 m zand in fijne vlekjes, sterk gebioturbeerd.
Op 0.10 en 0.45 m sporen van schelpen.
Vanaf 0.51 m tot 0.70 m sterk kleiig zand emt brokjes van kleilaminae.
Zwak kalkhoudend.
Weinig kleiige zone op 0.60 m en op 0.68 m grote zandvlek.
Vanaf 0.70 sterk doorkropen zandige klei.
Vanaf 0.90 m terug overwegend kleiig zand.
Grotere pyrietconcretie onderaan.


30. 39.00 - 40.00 m (1.00 m)

Tot 0.m 15 vaste grijze klei met duidelijk zandige vlekken.
Vanaf 0.15 m worden de zandige vlekken fijner. Duidelijk kalkhoudend.
Vanaf 0.40 m verdwijnt zand. Vaste grijze, fijn en bleek gevlekte
silteuze klei.
Vanaf 0.80 m geleidelijk inkomen van zand.
Vanaf 0.90 m duidelijk zandhoudend.
Kalkhoudend over gans de kern.


31. 40.00 - 41.00 m (1.03 m)

Vaste zandhoudende (in vlekjes), kalkhoudende klei. Lensjes met bleek
los zand op 0.13, 0.24 en 0.27 m.
Vanaf 0.33 m geleidelijke afname in zand om te eindigen in een silteuze vaste
klei. Duidelijk kalkhoudend.
Grotere kruipgang opgevuld met los zand op 0.40 en 0.45 m.


32. 41.00 - 42.00 m (1.07 m)

Bovenaan stuk Septaria. Naval ??
Donker-grijze, silteuze, zwak zandhoudend en kalkhoudende zware klei. Zeer
homogeen, zwarte pyriteuze vlekjes. Sporen van schelpen op 0.10 m.
Pyrietconcretie op 0.44 m. Zeldzame zandvlekjes.
Vanaf 0.50 m zeer homogene klei, nauwelijks nog silteuze vlekjes. Kalkhoudend.
Vanaf 0.85 m terug enkele silteuze vlekjes. Kalkhoudend.


33. 42.00 - 43.00 m (1.08 m)

Bovenaan vaste grijze klei met talrijke heel fijne silteuze en zandige
vlekjes.
Vanaf -0.03  worden de zandige vlekjes groter. Snel overgaand in een sterk
kleiig, kalkhoudend zand.
Rond 0.40 m is het zand vervloeid (gestoord). Duidelijk kleiig zand met
talrijke opgebroken kleilamellen. Sporen van schelpen op 0.22 m.
Tussen 0.30 en 0.45 m iets minder kleiig. 
Vanaf 0.50 m neemt kleigehalte toe, blijft een kleiig zand,
glimmerrijk, zonder kalk en met resten van kleilamellen.


34. 43.00 - 44.00 m (1.05 m)

Zelfde kleiig , glimmerrijk zand met talrijke opgebroken kleilamellen en fijne
bleek zandig kruipsporen.
Resten van kleilensjes  (+/- 5 mm dik). Geen kalk.


35. 44.00 - 45.00 m (1.06 m)

Tot 0.04 m : kleihoudend, heel fijn, silteus zand met resten van doorkropen
zand en kleilaminae.
Op 0.04 m betrekkelijk scherp maar doorkropen contact met een grijs-groene
silteuze klei, glimmerhoudend. Bovenaan in de klei enkele grote bioturbate
zandvlekken. 
Verder fijne bioturbate vlekjs, vaak zwart gekleurd door amorf pyriet.
Op 0.20 m gepyritiseerde kruipgang (grove korrels).
Vanaf 0.30 m terug duidelijk fijne zandvlekjes, intense bioturbatie. 
Op 0.40 m sterk doorkropen gelamineerde klei met zandvoegen. 
Vanaf 0.42 m overgang naar
fijn zand met talrijke resten van opgebroken kleilaminaes.
Vanaf 0.50 m overwegend zand met veel minder kleibrokjes. Terug glimmerrijk.
Vanaf 0.75 m geleidelijk toename in kleibrokjes (restjes kleilaminae).
Vanaf 0.85 m talrijke bleke lensjes met los zand.


36. 45.00 - 46.00 m (1.00 m)

0.00-0.04 : homogeen grijs, glimmerrijk zand (naval ?)
0.04-0.28 : sterk kleiig glimmerrijk zand, sterk gebioturbeerd, met talrijke
            kleibrokjes en gebroken laminae. Pyrietconcreties.
0.22-1.00 : grijs, iets bruinachtig zand met nog resten van kleilenzen.
            Tussen 0.22 - 0.65 m betrekkelijk homogene zone. Vanaf 0.65 m met
            bleke zandvlekken, die zeer talrijk zijn tussen 0.72-0.85 m.
            Enkele dikkere (3 à 4 mm) doorkropen kleilaagjes.


37. 46.00 - 47.00 m (1.06 m)

Sterk zandige klei met talrijke zandvoegen en lensjes - sterk gebioturbeerd.
Zwak kalkhoudend. Glimmerhoudend. 
Talrijke bleke zandvlekken tussen 0.22-0.32 m
(wigvormige lens). Ook grotere kruipgangen in de dikkere kleilenzen. 
Sporen van schelpen op 0.77 m.
Vanaf 0.70 m iets meer kalkhoudend. 
Fijne bleker zandvlekjes in de onderste helft.


38. 47.00 - 48.00 m (1.05 m)

Bovenaan zandige grijze klei met zandvoegen. Sterker zandige zone tussen
0.00-0.03 m.
Vanaf 0.20 m duidelijk toename van zand. Talrijke kleilaminae volledig
opgebroken door bioturbatie. 
Vanaf 0.40 m kleihoudend zand met sterk doorkropen kleilensje. 
Pyrietconcretie op 0.60 m (gepyritiseerde kruipgang).
Rond 0.64 m sterk doorkropen dikke (0,5 cm) kleilens.
Van 0.70 m tot 0.94 m zandige klei, heel sterk doorkropen. Op 0.93 m schelp.
Op 0.90 m grote cirkelvormige (D2 cm) kruipgang.
0.94-1.00 : fijn silteus zand met slechts enkele doorkropen kleiige laagjes.
Rond 0.40 m een weinig kalkhoudend.


39. 48.00 - 49.00 m (1.03 m)

Tot 0.12 m overwegend kleiig zand met fijne opgebroken kleilensjes -
glimmerrijk en zwak kalkhoudend.
0.12-0.90 : een sterk zandige klei, intens gebioturbeerd. 
            Oorspronkelijk afwisseling
            van zand en kleilaminae. Kalkhoudend.
            Vanaf 0.40 m bleek zandige vlekken
            met grovere kwartsen en lichtgroene schijn (glauconiet coating ?).
            Tussen 0.70-0.90 m fijn zand met kleilensjes - kalkhoudend.
Vanaf 0.90 m een fijn zand, glauconiethoudend met slechts zeldzame resten
van fijne kleilaminae. Geen kalk.


40. 49.00 - 50.00 m (0.70 m)

0.30-1.00 : los,licht groen fijn, hoekig, glauconiethoudend zand. Geen kalk.
            Doorkropen kleibrokken op 0.40 en tussen 0.45-0.53 m. Tussen
            0.58-0.67 m grof doorkropen kleilens.
            Schuin verlopende kleilens tussen 0.70-0.73 m.
            Rond 0.67 m zwak kalkhoudend.
            Doorkropen kleivlek tussen 0.95-0.98 m.


41. 50.00 - 51.00 m (0.96 m)

Tot  0.40 m zelfde zand met talrijke doorkropen kleilensjes. 
Sporen van schelpen.
Vanaf 0.40 m veel minder kleilensjes.
Vanaf 0.60 m vrijwel zuiver zand, zwak kalkhoudend.
Vanaf 0.88 m donkerder, grijs-groen homogeen kleiig zand. Geen kalk.
Tussen 0.70-0.88 : lichtgroene, vaag gevlekte zone - max. aan zand.


42. 51.00 - 52.00 m (1.05 m)

Tot 0.62 m donkerder grijs-groen, kleiig zand met resten van fijne
kleilamellen, afwisselend meer en minder. Kalkhoudend.
Op 0.48 m lichter groene, losser zandlaag.
Vanaf 0.62 m wordt het zand geleidelijk lichter tot 0.80 m.
Tussen 0.75-0.78 m gepyritiseerde grote kruipgang met fijne kruipsporen op het
oppervlakte. Rond 0.76 m sporen van schelpen. Sediment niet kalkhoudend.
Tussen 0.80 en 0.86 en tussen 0.90 en 0.96 m donkerder grijs-groen kleiig zand
met slechts enkele vage resten van brokjes kleilaminae - zwak kalkhoudend.


43. 52.00 - 53.00 m (1.02 m)

Tot 0.12 m zand, afwisselend meer en minder kleihoudend en afwisselend lichter
en donkerder van kleur met resten van fijne kleilaminae in de donkerder
gedeelten.
Zwak kalkhoudend.
0.12-1.00 : talrijke opgebroken kleilensjes. Sporadisch resten van schelpfrag-
            mentjes. Grotere licht-groene kruipgangen op 0.17 en op 0.40 m.
            Zwak kalkhoudend.
            Talrijke zwarte pyriteuze vlekjes.
            Tussen 0.75 en 0.90 iets grover en minder kleibrokjes.


44. 53.00 - 54.00 m (1.03 m)

Zelfde grijs-groen, kleiig, hoekig zand. Glauconiet en zwak kalkhoudend.
Met wisselend meer en minder resten van opgebroken kleilaminae.
Tot 0.30 m minder kleilaminae.
Tussen 0.25 en 0.30 platgedrukte gepyritiseerde kruipgang met fijne
bioturbaties aan de buitenkant. Talrijkere kleibrokjes tussen 0.32-0.72 m.
Tussen 0.72-1.00 m slechts onduidelijke kleibrokjes.  
Zand is lichter van kleur.
Kalkhoudend. Enkele grotere kruipgangen met lichtgroen zand.
Tussen 0.90-0.92 m donker bandje, vermoedelijk Pyriet. 
Vanaf 0.95 m terug kleiiger.


45. 54.00 - 55.00 m (1.04 m)

Zelfde zand maar met talrijke kleibrokjes en sterk gebioturbeerde kleilaminae.
Zand is wat minder fijn. Kalkhoudend met af en toe een schelprestje.
Homogeen zandige vlekken rond 0.33-0.35.
Tussen 0.53-0.63 m iets grover zand tussen kleibrokjes en op 0.75 en 0.95 m.
Onderaan duidelijk kalkhoudend met resten van schelpen.


46. 55.00 - 56.00 m (0.91 m)

Zelfde, sterk kleiig zand met duidelijke kleibrokjes. Zone met eerder zandige
klei duidelijk doorkropen tussen 0.30 en 0.45 m.
Vanaf 0.45 tot 0.75 m sterk kleiig zand met talrijke kleibrokjes.
Rest van Scaphopood op 0.53 m. Schelpjes op 0.72 m.
Vanaf 0.75 m veel homogener zand met onduidelijke resten van kleibrokjes
en een scheef doorkropen kleilaagje (1,5 cm) tussen 0.90 en 0.93 m.
Onderaan zwak kalkhoudend.


47. 56.00 - 57.00 m (1.02 m)

Tot 0.20 m overwegend zand met in het midden opgebroken fijne kleilaagjes.
Geen kalk.
0.20-0.40 : sterk kleiig zand met talrijke kleibrokjes gebioturbeerde. Zwak
            kalkhoudend. Schelprest (Gastropood . ?) op 0.30 m.
0.40-0.54 : betrekkelijk homogene zone met weinig kleibrokjes, met een grotere
            kruipgang, opgevuld met licht groen los zand. Kleine
            pyrietconcretie op
            0.45 m. Kalkhoudend.
0.54-1.00 : talrijke resten van doorkropen kleilaagjes. Kalkhoudend. Enkele
            resten van schelpen.
            Tussen 0.82-0.89 m een zone met blekere vlekjes.



48. 57.00 - 58.00 m (0.94 m)

Zelfde sediment. Grijs groen gevlekt zand met bleek-groene vlekjes 
en donkere opgebroken kleilamellen.
Sterk kleiige zone tussen 0.06-0.22 m met resten van dikwandige schelp
op 0.16-0.17 m.
Zone met weinig kleibrokjes tot 0.70 m.
Vertikale, kleiige kruipgang tussen 0.36-0.47 m.
Vanaf 0.70 m terug meerdere kleibrokjes. Af en toe een schelprestje.


 49. 58.00 - 59.00 m (1.05 m)

 Tot 0.05 m vrij homogeen, zelfde sediment.
 0.05-0.30 : enkele resten van klei en blekere zandvlekken.
 0.30-0.45 : idem maar met dikke doorkropen kleilenzen
 0.45-0.65 : terug weinig kleibrokjes
 0.65-0.81 : zeer weinig kleibrokjes, bijna homogeen zand.
 0.81-1.00 : toenemend kleigehalte naar onder met doorkropen kleilamellen.
             Vanaf 0.94 m zandige klei. Sporen van schelpje op 0.65 m.
             Op 0.74 en 0.81 m dun zwart laagje van vermoedelijk pyriet.


50. 60.00 - 61.00 m (1.02 m)

Tot 0.24 m zelfde, sterk doorkropen zandige klei. Grote dunwandige schelp
onderaan.
0.24-0.78 : sterk kleiig zand met afwisselend meer en minder kleilamellen.
            Sterk doorkropen. Op 0.40 en 0.45 m schelpenrest.
            Weinig kleiige zone tussen 0.54-0.62 m.
            Kleigehalte neemt af naar onder toe. Kalkhoudend.
            Vanaf 0.78 m los half fijn tot grof zand. Geen kalk.
            Vanaf 0.88 m wordt het zand terug fijner en donkerder.


51. 60.00 - 61.00 m (0.98 m)

Vrij homogeen donker grijs-groen kleiig zand, zeldzame kleiige vlekjes tot
0.25 m.
Vanaf 0.25 tot 0.42 m enkele opgebroken kleilamellen. Zwak kalkhoudend.
Kalkstipje op 0.28 m.
0.41-1.00 : regelmatig, sterk gebioturbeerde kleibrokjes.
            Schelpfragmentje op 0.52 m.
            Vanaf 0.90 m lichte afname in aantal kleibrokjes.


52. 61.00 - 62.00 m (1.06 m)

Zelfde zand emt betrekkelijk weinig kleibrokjes tot 0.10 m.
Vanaf 0.10 m duidelijke toename in kleibrokjes. Sterk kleiig zand. Sterk
doorkropen en goed kalkhoudend. Schelpenresten op 0.35 m.


53. 62.00 - 63.00 m (1.06 m)

Kleigehalte neemt af. Pyrietconcretie op 0.00.
Vanaf 0.10 tot 0.30 slechts sporadisch kleibrokjes.
Grote bioturbatie tussen 0.08-0.13 m.
0.30-1.00 : kleiig zand met regelmatig kleibrokjes. 
Grotere kruipgang op 0.73 m.
Gepyritiseerde houtrest op 0.87 m. Geen kalk.


54. 63.00 - 64.00 m (1.00 m)

Fijner, glimmerhoudend zand met nog sporen van kleibrokjes. Sterk en fijner
gebioturbeerd.
Vanaf 0.36 m tot 0.60 m terug meer en grotere kleibrokjes, grover en minder
compact zand.
0.60-1.00 : vrijwel (homogeen), kleihoudend, matig fijn zand. Houtrestje op
            0.73 m. Gebioturbeerd, vlekken van minder en meer kleiige vlekken.


55. 64.00 - 65.00 m (0.96 m)

Homogeen sediment met duidelijk grovere glauconietkorrels. Enkele kleibrokjes
(Motled Sand)
Vaag gevlekt (minder en meer kleiige vlekken) sterk gebioturbeerd.
Geen kalk.


56. 65.00 - 66.00 m (1.03 m)

Zelfde zand , groffer, met kleibrokjes - zeer onregelmatig doorkropen
verlopend contact tussen 0.04 en 0.0125 m.
Onder contact licht-grijs-groene, zandhoudende en silteuze klei, glimmerrijk
met talrijke vermiculaties. Ook grotere graafgangen o.a. tussen 0.32-0.38
Vanaf ~0.45 m overgaand in een fijn kleiig zand. Rond 0.50 m talrijke pyriet-
vlekken - zand wordt iets grover naar onder toe.
Tussen 0.58-0.70 overgangszone met grote kleipebles van lichtgrijze klei,
overgaand in een doorkropen klei.
Vanaf 0.70 m licht grijs-groene klei met talrijke vermiculaties, ook zwarte
Vanaf 0;85 overgaand naar een fijn glimmerrijk bruin-grijs zand. Sterk
gebioturbeerd.
Vanaf 0.90 m betrekkelijk homogeen bruin-grijs fijn glimmerrijk zand met
enkele pyrietvlekken. Geen kalk.


57. 66.00 - 67.00 m (1.04 m)

Bovenaan fijn zandige, silteuze licht grijsgroene klei,langzaam overgaand via
lamellen in fijn glimmerrijk zand met talrijke bleke stippen. Vanaf 0.25 m
toename in kleigehalte (gebioturbeerde kleilamellen). Op 0.41 m vrij plots,
maar sterk doorkropen contact met lichtgrijs - groenachtige gevermiculeerde
klei.
Tot 0.59 m ook grotere (cm schaal) kruipgangen. Op 0.65 en 0.70 m grotere (cm
schaal) kruipgang opgevuld met heel fijn donkerbruin zand (Pyriet + organisch
materiaal). Klei is bovenaan glimmerrijk, neemt af naar onder. Vanaf 0.80 m
heel vaste silteuze klei. Vanaf 0.90 m plastische, silthoudende klei. 
Tussen 0.68-0.83 m klei is bruinachtig met talrijke donkerbruine stippen 
van vermiculaties - geen kalk over gans de kern.


58. 67.00 - 68.00 m (1.05 m)

Zelfde silteuze klei wordt vanaf 0.00 geleidelijk terug zandig. Vanaf 0.15 m
groene stippen van vermoedelijk glauconiet. 
Wordt grover en zandiger naar onder.
Vanaf 0.35 m kleiig zand. Op 0.40-0.43 m meest losse zand 
met pyrietconcreties.
Vanaf 0.45 m terug kleiig zand met talrijke sterk doorkropen kleibrokken.
Afwisseling van matig fijn zand en doorkropen klei.
Op 0.82 m pyrietconcretie bestaande uit talrijke lamelletjes en
schelpafdrukken en zwarte lamelletjes (visschubjes ?). 
Vanaf 0.87 m overgaand in glauconietrijk,
gebioturbeerd kleihoudend zand met enkele lamellen van bleek-grijs-groen klei
(over gans de kern blekere klei in tegenstelling tot de klei van hierboven).
Geen kalk.


59. 68.00 - 69.00 m (0.95 m)

Gevlekt zand. Groene glauconietrijkere bioturbatievlekken - opvullingen van
grote (cm schaal) kruipgangen.
Bleekgrijze, doorkropen kleilamellen in een grijs kleiig zand.
Van 0.25 m neemt het aantal groene vlekken af. Laatste vlek op 0.50 m.
Vanaf 0.50 m grijs fijn kleiig zand met onduidelijke slierten van grijze klei
en resten van kleilamellen. Geen kalk.


60. 69.00 - 70.00 m (1.00 m)

Zelfde , grijs  fijn, glimmer- en glauconiethoudend kleiig zand met
onduidelijke kleivlekken en slierten.
Van 0.04 tot 0.14 m en van 0.20 tot 0.31 m fijne,smalle vertikale kruipgang.
Verspreid ook, bioturbatie blekere zandvlekken en kleivlekken.
Op 0.69 m grote pyrietconcretie en talrijke zwarte pyrietvlekjes. 
Tussen 0.71-0.76 m duidelijk sterker kleiige zone. 
Ook tussen 0.93-0.99 iets kleiiger zone.
Geen kalk.


61. 70.00 - 71.00 m (1.05 m)

Idem. Nog resten van kleilamellen en slierten vooral tussen 0.15-0.25 m.
Zeer homogeen, vrijwel zonder kleiresten tussen 0.15-0.55 m.
Tussen 0.55-0.75 m terug enkele vlekken en slierten van klei.
Vanaf 0.75 m terug zeer homogeen, met enkele kleisporen.
Geen kalk.


62. 71.00 - 72.00 m (1.02 m)

Zelfde zand , vanaf 0.15 m enkele kleirestjes. 
Talrijker kleirestjes rond 0.25 m.
Vanaf 0.40 m groener (kolloidaal glauconiet) en kleiiger, gevlekt zand met
bleker zand en kleivlekjes en kruipsporen. Grotere pyrietconcretie op 0.71 m.
Tussen 0.74-0.75 m grotere, ronde kruipgang met bleek los zand.
Vanaf 0.97 m sterk kleiig. Geen kalk.


63. 72.00 - 73.00 m (1.05 m)

Kleur wordt groener. Zelfde, sterk gebioturbeere kleiige glauconietrijkere,
glimmerhoudend, heel fijn zand. Geen kalk.
Vanaf 0.20 m meer en meer kleihoudend, heel intens gebioturbeerd.
Op +/- 0.31 m doorkropen niveau met daaronder een lichter, 
grijs fijn kleiig zand met
talrijke resten van kleilamellen en met grotere kruipgangen 
opgevuld met het donkerder bovenliggend zand 
o.a. tussen 34-35, op 0.37, 0.49 en 0.62.
Vanaf 0.89 m toename in kleigehalte.
Vanaf 0.94 m plots een zandige klei met kleine blekere vlekjes 
(vermiculaties)en een grotere, vertikale bruine kruipgang. Geen kalk.


64. 73.00 - 74.00 m (1.05 m)

Tot 0.01 m zelfde zandige klei met vertikale kruipgang. 
Vanaf 0.01 m terug zandiger. Geleidelijk overgaand naar een kleiig zand
met talrijke bioturbaties.
Geen kalk.
Vanaf 0.20 m grotere kruipgangen die zowel kleiiger als zandiger kunnen zijn.
Grotere kruipgang op 0.47-0.50 m. Kleur wordt geleidelijk aan donkerde 
(max. tussen 0.50-0.60 m). Vanaf 0.50 m minder kleiig vlekjes 
die naar de basis toe (vanaf 0.90 m) terug toenemen. Geen kalk.


65. 74.00 - 75.00 m (1.05 m)

Zelfde zand. Tussen 0.25-0.40 m verhoging aan opgebroken kleilamellen.
Vanaf 0.75 m geleidelijk aan kleiiger. Bioturbaties worden fijner naar onder.
Onderaan talrijke fijne vlekjes (vermiculaties). Geen kalk.


66. 75.00 - 76.00 m (1.05 m)

Zelfde zand met fijne witte vlekjes tot 0.04 m.
Vanaf 0.04 m meerdere resten van klei, die geleidelijk toenemen. Geen kalk.
Kleigehalte neemt duidelijk toe. Tussen 0.53-0.57 grillig verlopende sterk
doorkropen grens met een vaste klei. 
Bovenaan grote zandige kruipgangen (cm schaal)
met fijne witte zandige vermiculaties in een fijn zandige klei.
Vanaf 0.67 m wordt de klei duidelijk zandiger.
Tussen 0.74-0.70 m doorkropen contact met een vaste, grijze, fijn zandig,
silteuze doorkropen klei, fijn gebioturbeerd.
Op 0.92 m grotere (cm schaal) zandige kruipgang. Geen kalk.


67. 76.00 - 77.00 m (1.05 m)

Zelfde vaste, grijs-groene silteuze en fijn-zandige klei met talrijke fijne,
zandige vlekjes en vermiculaties die soms zwart gekleurd zijn door Pyriet.
Geen kalk. Vanaf 0.30 m lichte afnamen in zandige vlekjes. 
Sterker kleiige zone tot 0.56 m. 
Vanaf 0.56 m terug toename in zandige vlekjes en donkerder kleivlekjes.
Tussen 0.77-0.78 m kern gebroken en open. Naar onder toe minder zandig met
talrijke bleke vermiculaties. Geen kalk.


68. 77.00 - 78 00 m (1.04 m)

Heel vaste, plastische, silteuze klei met slechts sporen van zand. 
Vanaf 0.10 m witte zandige vlekjes die toenemen naar onder. 
Vanaf 0.27 m contact meteen zandiger gebioturbeerde klei 
waarin een grote bioturbatiegang van de vaste
klei met de witte vermiculaties.
Tussen 0.45-0.50 m kleiig zand.
Vanaf 0.50 m terug een eerder zandige klei met fijne bleke en donker
gepyritiseerde vlekjes.
Vanaf 0.75 m afname in zand. Tussen 0.80-0.84 zandige vlek D = 4 cm.
Vanaf 0.90 m vaste, fijn zandhoudende, silteuze klei. Geen kalk.


69. 78.00 - 79.00 m (1.06 m)

Bovenaan zelfde plastische klei fijn gevlekt met silt en zandvlekjes. 
Tussen 0.10-0.15 m iets meer zandig.
Op 0.12 m pyrietconcretie.
Tot 0.19 m nog talrijke zandvlekjes.
Vanaf 0.19 m nog stipjes van zand die geleidelijk verminderen.
Vanaf 0.25 m heel vaste keli met sporen van zowel bleke als zwarte
pryietzandvlekjes tussen 0.45-0.60 m.
Vanaf 0.60 m iets meer zandvlekjes.
Vanaf 0.92 m heel zwak zandhoudend. Geen kalk.


70. 79.00 - 80.00 m (1.06 m)

Bovenaan zelfde klei die geleidelijk zandig wordt. 
Vanaf 0.10 m duidelijk zandhoudend met grotere zandvlekken.
Op 0.15 m concentratie aan fijne witte kruipgangetjes (mm schaal)
Van 0.28 tot 0.37 m meerdere grote kruipgangen. Pyrietstaafje op 0.35 m.
Op 0.48-0.50, 0.56, 0.66 grotere kruipgangen.
Zeer onduidelijk sterk doorkropen contact tussen de zandige klei en de minder
zandige silteuze klei, rond 0.27-0.28 m.
Vanaf 0.70 m terug geleidelijk een iets vastere klei, blijft zandhoudend.
Opening in de kern op 0.87 m (zand uitgespoeld  ?)
Vanaf 0.87 m fijn zandhoudende en silteuze klei. Max. aan zand tussen
0.18-0.30 m.
Geen kalk.


71. 80.00 - 81.00 m (0.84 m)

Volgens boorverslag verlies onderaan.
Zelfde grijs-groene fijn-zandige en silteuze klei, slechts zeer fijne, zandige
vlekjes (mm schaal). Zandgehalte neemt toe van 0.33 tot 0.46 m in talrijke
doorkropen zandlamellen (blekere slierten). Pyrietconcretie op 0.36 m.
Klei wordt vetter, maar zandstippen blijven.
Vanaf 0.70 m terug lichte toename in zand, zand in grotere vlekken. Geen kalk.


72. 81.00 - 82.00 m (1.06 m)

Zelfde zandige klei geleidelijk overgaand in kleiig zand tot 0.30 m met
talrijke fijne kleibrokjes (gebioturbeerde kleilamellen) 
onderste contact doorkropen.
Van 0.09 tot 0.28 grote kruipgang (tot max. 4 cm D) ogpevuld met zandige klei
en talrijke kleibrokjes + zandige vlekjes. 
Contact met zandige klei, sterk gebioturbeerd
en talrijke bleke zandvlekjes, soms zwart door pyriet (0.27-0.29) 
zandige kruipgang (0.35-0.40,D 5 cm)
Vanaf 0.40 m opnieuw toename zand, met gebioturbeerd grillig contact 
naar zandige klei met zandige kruipgangen (cm schaal)
Kruipgangen 0.71-0.77, 0.80-0.82.
Vanaf 0.85 meer en meer zandig met talrijjke kleinere zandvlekken. Geen kalk.


73. 82.00 - 83.00 m (1.05 m)

Zelfde sterk zandige klei, duidelijk gebioturbeerd overgaand naar kleiig zand
(van 0.10 kleiig zand) met max. zand tot 0.33.
Vanaf 0.33 weer kleiiger (toch nog zand).
Kleine pyrietconcreties op 0.35. Sterk gebioturbeerd, zowel fijne als grove
kruipgangen.
Vanaf 0.80 m geleidelijk minder klei (als grote doorkropen slierten).


74. 83.00 - 84.00 m (1.03 m)

0.02-0.03 : gelamineerde doorkropen klei. Dan grijsgroen kleihoudend zand,
            klei in kleine brokjes en slierten, iets talrijker tussen
            0.12 en 0.22 m.
Hier en daar pyriet (0.42), betrekkelijk homogeen zand over de hele lengte.
Vanaf 0.70-0.75 m duidelijk minder kleihoudend.


75. 84.00 - 85.00 m (1.05 m)

Betrekkelijk los zand, zeer homogeen, nauwelijks kleibrokjes, enkele blekere
onduidelijke bioturbatievlekjes.
Vanaf 0.30 m iets kleiiger, sporen van kleilamellen. Geen kalk.
Op 0.52 m pyrietconcreties (2x4 cm)
Vanaf 0.62 m weer zeer homogeen, zeer weinig klei.


76. 85.00 - 86.00 m (0.78 m) eerste 0.18 m eruit gevallen.

Zelfde grijsgroen glauconiethoudend zand, zeer homogeen, 
nauwelijks sporen van kleibrokjes. Geen kalk.
Tussen 0.46 en 0.56 m enkele brokjes klei (restjes).
Praktisch geen bioturbaties.


77. 86.00 - 87.00 m (1.05 m)

Zelfde zand, zeer homogeen, van bovenkant tot 0.25 kruipgang met D = 3 cm
bovenaan, gevuld met iets kleiiger zand.
Vanaf 0.25 m enkele zeldzame sporen van kleibrokjes, vanaf 0.50 m iets
talrijker en duidelijker zand iets compacter, tot einde.


78. 87.00 - 88.00 m (1.03 m)

Bovenaan zelfde grijsgroen zand, vanaf 0.03 weer met duidelijke kleislierten,
van 0.10 tot 0.30 grote kruipgang (cm). Vanaf 0.20 m meer doorlopen
kleilamellen (tot 0.30 m). Vanaf 0.35 m fijner en compacter zand.
Pyrietconcretie 0.35 m.
Grote brok vaste grijsgroene klei, sterk doorkropen en opgevuld door groen
glauconietzand (brok 0.41-0.52)
Vanaf 0.53-0.54 m scherp contact met bleke grijsgroene klei, die bovenaan
zwak zandig is, met fijne bioturbaties (vermiculaties). 
Enkele grotere kruipgangen gevuld met zand (cm) 
tot op 0.70-0.725 (D = 2,5 cm).
Vanaf 0.63 m silteuze klei, weinig zand, overgaand naar klei met fijne,
silteuze bleke vlekjes, tot 0.90.
Van 0.90 m bijna homogene heel plastische zuivere klei, zeldzame siltvlekjes.


79. 88.00 - 89.00 m (1.06 m)

Zelfde vette klei, heel fijn patroon van silteuze vlekjes, 
iets zandiger vanaf 0.25 m.
Vanaf 0.60 m duidelijke zandige vlekjes, 
sterk zandige zone met zandlensjes op 0.70 m,
doorkropen, 1 met pyriet.  
Rond 0.80 m opnieuw silteuze klei, maar dan weer toenemend
zandig naar onder toe.


80. 89.00 - 90.00 m (1.04 m)

Bovenaan zandige en silteuze klei, sterk doorkropen afwisselend
zand-kleilamellen, scherp contact, schuin (-0.01 tot -0.02) 
doorkropen op meer homogene klei, met wat kruipgangen (zandig), 
soms zwart door pyriet en heel fijne zandige 
en silteuze vlekjes, bleek, soms zwart.
Kruipgang (D = 1 cm) op 0.08 m
Zandlens 0.13-0.155 met talrijke fijne vermiculaties zwart door pyriet.
Weer enkele kruipgangen op 0.19 m.
Klei wordt zeer zuiver (slechts enkel siltvermiculaties), 
zeer homogeen vanaf 0.40 m.
Vanaf 0.85 m weer enkele grotere siltvlekjes (bleker).


81. 90.00 - 91.00 m (1.06 m)

Zelfde vette , klei,weinig zandhoudend. 
Rond 0.20 m weer enkele bleke vlekjes (mm).
Vanaf 0.20 m geleidelijk glauconietkorrels, grootte en aantal vermeerdere.
Vanaf 0.45 vlekjes (fijn) met glauconietzand, geleidelijk groter wordend. 
Op 0.52-0.53 m duidelijk zandvlekjes, steeds toenemend.
Vanaf 0.60 m echte zandvoegen en laagjes, zeer sterk doorkropen
(glauconietzand) vanaf 0.75 m grotere kruipgangen (cm).
Op 0.92-0.94 schuin contact tussen glauconietrijke groengevlekte zandige klei
en grijsgroene blekere fijnzandige silteuze klei met nog enkele fijne
kruipgangen met glauconiet.


82. 91.00 - 92.00 (1.04 m)

Zandige glauconiethoudend gevlekte klei. Op 0.03 kleirijk lensje.
Tussen 0.20 en0.30 m concentratie van fijn zandige donkergroene 
en zwarte vlekjes.
Van 0.30 tot 0.54 m iets minder vlekjes, enkele homogene kleibrokken.
Vanaf 0.55 m neemt zandgehalte sterk af - grijze vette klei, met nog
glauconietkorrels. Talrijke witte zand- en siltvlekjes.
Vanaf 0.70 m nemen zand en glauconiet weer toe, 
glauconiet neemt onderaan nog toe.
Geen kalk


83. 92.00 - 93.00 m (1.05 m) 

Zelfde grijze klei , met veel glauconiet en grotere zandvlekken en -lensjes,
intens gebioturbeerd. Op 0.08 - 0.09 zuiver kleilaagje, doorkropen.
Max. zand 015, terug overgaand in glauconiethoudende klei met zandige vlekjes
(talrijk) gebioturbeerd.
Op 0.60-0.62 : enkele schuin verlopende laagjes silteus zand. 
Opening in kern 0.65.
Vanaf 0.65 m meer en grotere vlekjes met glauconietzand alsook fijne
vermiculaties.


84. 93.00 - 94.00 m (1.06 m)

Bovenaan grijze, vaste silt klei met nog wat glauconiet in kruipgang.
Op 0.00 fijnzandig silteus lensje.
Rond 0.12(0.17 vlek met fijne zandstippen met daarin glauconiet. 
Vanaf 0.20 m kalkhoudend (zwak). 
Voor het overige steeds vette, homogene silt. klei enkele silteuze bleke
vlekjes en pyrietvlekjes. 
Opening op 0.40 (boren). Vanaf 0.45 m hoofdzakelijk enkele pyrietvlekjes
Vanaf 0.50 m sporen van zand, op 0.60 m zandvlekjes, 
daaronder weer vette klei.
Vanaf 0.90 m weer wat blekere silteuze vlekjes en eerste kalksporen.


85. 94.00 - 95.00 m (1.05 m)   Talrijke openingen !

Steeds zeer vette grijsgroene klei, met zwarte, marmerachtige stukjes en
silteuze vlekjes met schelpjes, wordt groener vanaf 0.30.
Schelpjes op 0.27 m. Duidelijk kalkhoudend.
Kern met meerdere gestoorde zones !
Op 0.62 schelpresten, ook 0.65.
Groene, zeer vette klei, kalkhoudend, 
soms wat donkerder vlekjes (vanaf 0.70 m)
Vanaf 0.80 m glauconietkorrels.


86. 95.00 - 96.00 m (1.05 m)

Fijnzandige silteuze klei, geen glauconiet, sporen van dunwandige schelpen
(nummulieten ?) tot 0.25 m. 
Daarna zeer vette klei met enkele zeldzame schelpjes,
zwarte pyrietslierten, duidelijk kalkhoudend.
Middene kern gestoord !
Rond 0.52 enkele dunne zandslierten, zwart (pyriet). 
Vanaf 0.55 m meer glauconiethoudend
zandige klei, met schelpenresten, talrijke vermiculaties (meestal zwart).
Twee zandhoudende zones : 0.60-0.70 en 0.15-0.25 m.
Zand neemt af vanaf 0.75  m, onderaan opnieuw silthoudende klei.


87. 96.00 - 97.00 m (1.06 m)

Grijze vette klei met talrijke silteuze vlekjes (vermiculatietype), 
goed kalkhoudend, zwak glauconiethoudend.  
Midden kern gestoord (vetste zones).
Vanaf 0.20 m zeer vette klei.
Vanaf 0.55 m weer glauconietkorrels, schelprestjes, 
en vanaf 0.70-0.75 m donkere vlekjes, talrijk tot 0.80 en verder.
Onderaan duidelijke zandlaagjes (glauconiet zand) met zwarte pyrietvlekjes.


88. 97.00 - 98.00 m (1.06 m)

Grijze groene klei steeds zandig in vlekjes, gebioturbeerd, glauconiethoudend,
schelphoudend.
Op 0.25 grotere zwarte glauconietrijke vlekken ook op 0.54-0.67.


89. 98.00 - 99.00 m (1.05 m)

Zelfde zandige klei, glauconiethoudend, op 0.01 nummulietjes.
Grotere kruipgangen (zandig) rond 0.17, 0.47 (cm)
Sterk zandig niveau van 0.63-0.71, zwart (glauconiet + pyriet), 
met nummulieten
aantal nummulieten neemt vanaf 0.75 sterk toe.
Vanaf 0.93 kleiig zand, uiterst kalkrijk.


90. 99.00 - 100.00 m (0.72 m)

Stuk eruit gevallen.
Bleekgrijs fijn silteus zand, vanaf 0.35 m sterk gebioturbeerd kleiig zand 
met tal van kleibrokjes, schelpresten, nummulieten.
Vanaf 0.60 m worden resten van kleilenzen dikker, vanaf 0.87 m doorkropen
zandige klei, vanaf 0.94 m gebioturbeerde klei.


91. 100.00 - 101.00 m (1.05 m)

Fijn kleiig glauconiethoudend zand, veel schelp- en nummulietresten, 
fijn vergruisd, kalkrijk.
Vanaf 0.07 m nummulietenband, schelpresten en grove glauconietkorrels, 
zeer grof tussen 0.06-0.10 en 0.17-0.265.
Vanaf 0.265 heel fijn kleiig zacht, glauconietrijk zand met veel schelpgruis,
zeer homogeen, met Ditrupa en Nummulieten.


92. 101.00 - 102.00 m (1.04 m)

Zelfde kleiig fijn zand, met resten van kleine kleilamellen, 
lamellen in schelpvorm.
Concentratie schelpgruis 0.77 - einde.


93. 102.00 - 103.00 m (1.06 m)

Homogene , kern zelfde kleiig-silteus fijn zand, hier en daar schelpresten,
uitzonderlijk sporen van kleibrokjes en enkele kruipgagnen.


94. 103.00 - 104.00 m (0.77 m)   steen volgens boorverslag

Zelfde zand, op 0.55 m grillig doorkropen contact met kleilens, tot 0.68 m.
Gangen opgevuld met zand.
Op 0.68 gradueel overgaand in fijn zand.
Op 0.80 opnieuw doorkropen contact met kleilens tot 0.87 m.
Vanaf 0.87 m vlugge overgang naar fijn zand, nummulietenrijk, kleilens 0.95 m.


95. 104.00 105.00 m (0.50 m) bovenaan steen 4-10 cm


 Lichter grijs, zeer fijn zand, homogeen, hier en daar kruipgang.


96. 105.00 - 105.50 m (0.33 m)

zandsteen 0.65-0.78 m
Zelfde zand.


97. 106.00 - 107.00 m (1.04 m)

Zelfde homogeen zand
Kleibrok groengrijs (Asse-Klei ?) 0.44
Licht verkit zand rond 0.50 m (verstoord rond 0.50 m)
Blekere zones (kalkrijkere vlekken) brokje organisch materiaal (?) 0.90 m.


98. 107.00 - 108.00 m (1.03 m)

Zelfde homogeen zand
Organisch materiaal op 0.45
Pyrieteuze vlek op 0.53 m.


99. 108.00 - 109.00 m (0.72 m)

gestoord tussen 0.65 en 0.90 m (uitvloeiing)
Idem
Organisch materiaal op 0.32
Kruipgang op 0.56 m
Pyriteuze vlekken op 0.80 en 0.95 m (groot).



Stratigrafische interpretatie a.h.v. geofysische boorgatmetingen:

Formatie van Berchem                          0.00 -  11.00 m
Formatie van Boom                            11.00 -  49.00 m  (?)
   Lid van Putte                             11.00 -  24.00 m
   Lid van Terhagen                          24.00 -  42.00 m
   Lid van Belsele Waas                      42.00 -  49.00 m  (?)
Formatie van Zelzate                         49.00 -  65.00 m
Formatie van Maldegem                        65.00 - 103.50 m
   Lid van Onderdijk (a3)                    65.00 -  68.00 m
   Lid van Buisputten (s2)                   68.00 -  72.00 of 75.50 m
   Lid van Zomergem (a2)                     75.50?-  81.50 m
   Lid van Ouderdale (sl)                    81.50 -  87.50 m
   Lid van Ursel/Asse (al)                   87.50 -  97.00 of 98.50 m ?
   Lid van Wemmel                            97.00?- 103.50 m
Formatie van Lede                           103.50 - 108.00 m (geboord)


                                         C. VANDORMAEL

PL. HOBOKEN 43W                                 Aardkundige Dienst
                                                    van België 

301/5      

Type Boring:      peilput
Uitgevoerd te :   Reet
Postnr:
Bij:              voor BGD
Boorfirma:        SMET DB
Boordatum:        6.12.90
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:   Inspoeling
Doormeters:
Grondwaterstanden:
lste maal:
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte:    9 m
Stalen genomen:
Maaiveld:         25,46 m
X:                152.249
Y:                200.614
NIS-code:
-------------------------------------------
B00RBESCHRIJVING volgens Boorverslag
------------------------------------
Nr  Diepte Basis  AARD DER GR0NDLAGEN
---------------------------------------------
 1        1.00     Bruin handige leem, niet kalkhoudend
 2        2.00     Beige lemig hand
 3*       3.00     Idem
 4        4.00     Donkergroengrijs matig grof hand, heterogeen + veel
                   glauconiet
 5*       5.00     Idem
 6        6.00     Idem
 7*       7.00     Bruingrijs matig hand homogeen + veel glauconiet
 8        8.00     Idem
 9        9.00     Donkerbruin kleihoudend glauconiethand
------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
-----------------------------
Top    basis   STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
-----------------------------------------
Formatie van Berchem
-------------------------------------------
AUTEURS
--------------------
---------------------------------
0PMERKINGEN EN ANALYSES
---------------------


***********************************************************************
ADMINISTRATIEVE GEGEVENS
------------------------------------------------------------------------
Kaart-Nr:         43W
PLAAT:            Hoboken
Nr:               301/5
Type Boring:      peilput
Uitgevoerd te :   Reet
Postnr:
Bij:              voor BGD

Boorfirma:        SMET DB
Boordatum:        6.12.90
Topografie:
Stalen door:
Boringsmethode:   Inspoeling
Doormeters:
Grondwaterstanden:
1ste maal:         ______
Bij rust :
Tijdens pompen:
Debiet :
Waterzaaknr:
Totale diepte:    9 m
Stalen genomen:
Maaiveld:         25,46 m
X:                152.249
Y:                200.614
NIS-code:          _____

------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING volgens Boorverslag
------------------------------------------------------------------------
Nr ˜ Diepte Basis ˜ AARD DER GRONDLAGEN
----------------------------------------------------------------------
1        1.00     Bruin zandige leem, niet kalkhoudend
2        2.00     Beige lemig zand
3*       3.00     Idem
4        4.00     Donkergroengrijs matig grof zand, heterogeen + veel
                  glauconiet
5*       5.00     Idem
6        6.00     Idem
7*       7.00     Bruingrijs matig zand homogeen + veel glauconiet
8        8.00     Idem
9        9.00     Donkerbruin kleihoudend glauconietzand













------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
------------------------------------------------------------------------
   Top   ˜ basis   ˜STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
------------------------------------------------------------------------



                  Formatie van Berchem





------------------------------------------------------------------------
AUTEURS
------------------------------------------------------------------------


------------------------------------------------------------------------
OPMERKINGEN EN ANALYSES
------------------------------------------------------------------------






























































Insert the GSB number to search all associated content