Pl. Hoboken 43W Service géologique
F. HALET de Belgique
137 (IV) Puits exécuté en 1935-36 par la PIDPA à Hemixem,par le
sondeur M.VERHART.
Repère de M.F.Halet.
Le sondage a été exécuté à sec jusqu'à 52 m. de
profondeur,il a été poursuivi jusqu'à 117m60 par
injection d'eau boueuse.
COUPE DU PUITS
Profondeur
mètres
de à
1 Sable limoneux 0.00 2.50 Pléistocène
2 Argile de Boom 2.50 52.00 Rupélien (R2c)
3 Sable fin limoneux 52.00 70.00
Pas d'échantillons 70.00 95.80
4 Sable quartzeux,glauconifère avec Lédien
débris de grès à Nummulites
variolarius 95.80 98.40
5 Grès broyés 98.40 98.80
6 Sable gris avec Nummulites
variolarius 98.80 101.60
7 Grès broyé 101.60 102.45
8 Sable gris à Nummulites
variolarius 102.45 106.20
9 Sable verdâtre très glauconifère 106.20 112.16 Panisélien ?
10 Mélange de sable,d'argile vaseuse
et débris de coquilles finement
broyées 112.16 117.00
Le sondeur n'a receuilli que 21 échantillons en tout,
dont 10 échantillons d'argile de Boom.
Par suite du mode de forage employé il n'a pas été
possible de faire une détermination précise de l'âge
des formations traversées.
Diamètre des tubages: 314 mm.intérieur jusqu'a 97 m.
de profondeur.
Filtre formé d'un tuyau en cuivre perforé de 3.5 mm.
d'épaisseur et de 290 mm. de diamètre intérieur posé
entre 97 et 106 m. de profondeur.
Les ouvertures du filtre ont 3 x 20 mm.
Sous le filtre a été placé un tubage non perforé de
290 mm. de diamètre intérieur jusqu'à la profondeur de
117m50.
Débit: Des essais de pompage ont été exécutés entre le
7 avril et le 9 mai.
Niveau de l'eau au repos: 35 m.sous la surface du sol.
Débit environ 18m3 par heure,pour un rabattement
jusqu'à 53 m. sous le sol.
Hoedanigheid van het water.
Waterstalen werden genomen voor de ontleding door het
provinciaal laboratorium:
1) Op 20 Mei door den aannemer; dit staal geeft 101
mgr/liter organische stoffen, hetgeen niet overeenomt
met de volgende stalen; waarschijnlijk was hier gebrek
aan zorg bij het opnemen;
2) Op 19 Juni door het personeel der PIDPA.
3) Op 24 Juni door het personeel der PIDPA.
De volgende ontleding van deze monsters wordt hierna
gegeven. Gezien de groote hoeveelheid chlorurer,werd
een bijkomende pomping besteld,om nieuwe monsters te
kunnen opnemen en ontleden wat betreft de chloruren,
organische en vaste stoffen. Dit opnemen geschiedde op
14 en 15 Juli.
Het gehalte der 5 stalen wat betreft hooger genoemde
kenmerken is de volgende:
Milligr/lit. Vaste stoffen Chloriden Org.stoffen
20 Mei 1240 284 101 (?)
19 Juni 1190 291 35
24 Juni 1175 287 25
14 Juli 1140 294 36
15 Juli 1160 287 38
Conclusie: slechts de inhoud in chloriden is overdreven
a) Blijkbare eigenschappen: lichte vlokkige neerslag;
kleurloos
b) Scheikundige eigenschappen:
(1) (2) (3)
Vaste stoffen bij 100o 1240 1190 1175 mgr/lit
Zwavelzuur lichte sporen
Ijzer Fe203 0.5 0.3
Chloorverbindingen 284 291 287
Totale hardheidsgraden (fr) 3o 1o 1o
Blijvende hardheidsgraden (fr) 0.50
Organische stoffen (KMn04-5) 101 (?) 35 25
Vrije ammoniak 0 0 sporen
Organische ammoniak (Winkler) 0 0 0
Salpetrigzuur (Griess) 0 0 0
Salpeterzuur (Bruccino)lichte sporen 0 0
Phophoorzuur aanwezig 0 0
Vrije C02 0
Half gebonden C02 270 mgr/lit.
p (H) 8.05
Mn304 0
c) Bacteriologische eigenschappen: geen ziekteverwekkende,
noch verdachte microben;enkele subtilis bacielen
(get.HUYBRECHTS)
(Extrait d'un rapport du 28 juillet 1936 du Service
technique de la PIDPA):
Boring:
Op 20 Feb.1936 was de boring op diepte; de tubeering
bestaat uit stalen buizen van D 314 mm.inwendig,tot 97 m
diepte. Een geperforeerde buis D 290 inwendig in
koperen plaat 3.5 mm. is daar onder gebracht op een
lengte van 9 m., dus van 97 tot 106 m.; de openingen
zijn langwerpig 3 x 20 mm.; deze filter is met stalen
ringen en staven versterkt; onder den filter werd een
volle buis van dezelfde opening als zandvang voorzien,
tot een diepte van 117m50 onder maaiveld.
Pomping :
De pomping,door middel van een onderwaterstaande pomp,
begon op 7 april 1936 maar werd in den beginne dikwijls
onderbroken ten gevolge van slijtage van de pomp,
verbranding van den transformator,en andere ongevallen.
Datum Neerslag Debiet
7 April 43.50 - 35 = 8.50 m. 12 m3/uur
8 April 51.-- - 35 = 16.-- 15 --
9 April 51.-- - 35 = 16.-- 15 --
10 April 43.50 - 35 = 8.50 12 --
Pomping onderbroken.
27 April 40 - 35 = 5m. 9.8 m3/uur
28 April pomping onderbroken
29 April ? 8.5 -
30 April 48 - 35 = 13 m. 14.3 -
1 Mei ? 14.4 -
2 Mei ? 14.4 -
3 Mei 51.80 - 35 = 16.80 16.- -
4 Mei 52.80 - 35 = 17.80 16.1 -
5 Mei 53 - 35 = 18 18.- -
6 Mei 53 - 35 = 18 18.1 -
7 Mei 53 - 35 = 18 18.1 -
8 Mei 53 - 35 = 18 18.150 -
9 Mei 53 - 35 = 18 18.- -
transformator buiten dienst
tusschen 16 en 26 Juni werd er regelmatig gepompt:
16 Juni 41.65 - 35 = 6.65 m. 13.333 m3/uur
19 Juni 47.25 - 35 = 12.25 13.580 -
22 Juni 48.50 - 35 = 13.50 14.150 -
24 Juni 48.50 - 35 = 13.50 14.130 -
Conclusie: men bekomt dus 18 m3/uur met 18 m. neerslag,
veiligheidshalve zal men slechts op 15 m3/uur mogen
rekenen.
Bemerking: een bijkomende pomping met lucht compressor
greep plaats vanaf 14 Juli om 7 uur tot 16 Juli om 19
uur en had voor doel eenige meerdere stalen te nemen
met het oog op het vastellen van het gehalte in
chloruren,organische en vaste stoffen.