Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 042W / 042W0525.txt

042W0525.txt

042W (St-Niklaas – 15/5)  -  525 – VIa  -   0A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: WD-12/WD003
Plaats/site: Sint Niklaas
Boring: B53 
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek			
Datum van uitvoering: 23/05/2012  
X: 135928.867 
Y: 203248.958	
Aanvangspeil: +29721,00 			
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 20/06/2013				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
Liner 1	0,00-1,00	lengte is 0.79 m: kernverlies onderaan
- van 0.00 tot 0.11 m: donkerbruine teelaarde met maisaanplanting; geur van drijfmest
- van 0.11 tot 0.57 m: (scherp basiscontact) veelkleurige leemlaag, bestaande uit bleekbeigebruine fijnzandhoudende lemige silt met baksteenrode vlekken van limonietische verstening op mm- tot cm-schaal, oranjebruin verkleurend; ook humeuze vlekjes; nog fijn doorworteld; op 0.20 tot 0.23 m hellend laagje van slappe bleekbeigegrijze klei: dit is geen normaal bodemprofiel
- van 0.57 tot 0.72 m: bleek grijsgeel heterogeen, matig-grof, zeer licht gespikkeld (enkele % glauconiet), geel slibhoudend zand, met ronde roestgele vlekken, en ronde (1 cm) bruingrijze of grijsbruine zandige kleibollen, soms rijk aan organisch materiaal; in het zand zeer grove korrels van kwarts en silex (1 tot 2 mm), ook humeuze vlekjes
- van 0.72 tot 0.79 m: bleekgeel matig grof zeer los en slibvrij zand
- van 0.79 tot 1.00 m: kernverlies in zelfde zand
Liner 2	1,00-2,00	lengte is 0.84 m
- van 1.00 tot 1.16 m: kernverlies in los zand
- van 1.16 tot 2.00: structuurloze kern in bleekgeel (Munsell 2.5Y8/3) matig grof, zeer licht gespikkeld (met glauconiet), los slibloos zand, sporadisch met schelpengruis; naar onder verfijnd tot middelmatig (vanaf 1.75 m)
Liner 3	2,00-3,00	lengte is 0.91 m: kern omgedraaid (geen indicatie op deze helft van PVC-buis)
- van 2.00 tot 2.09 m: kernverlies
- van 2.09 tot 2.20 m: scherpe kleurgrens, echter in zelfde lithologie (zelfde afzetting, kleurverschil diagenetisch); bleekgrijsgeel matig-fijn zand, zand sterk gespikkeld (met grovere glauconiet) los slibloos zand; met venige brokjes; complete zoetwatergastropode
- van 2.20 tot 2.28 m: zelfde zand, bleekgrijs gekleurd (gley), duidelijk gespikkeld (10 % glauconiet); met roestige strepen, fijner en licht slibhoudend naar onder toe; aan de top fijn laagje met steenkoolbrokjes (mm-schaal); rond 2.25 m groter (1 cm) steenkoolfragment, naast kleinere steenkoolbrokjes, en afgerond (3 op 1 cm) rot hout; in het zand nog fijn schelpengruis (zoetwater) en venige kleiige brokjes
- van 2.28 tot 2.38 m: wordt fijn grijs zand vol horizontale laagjes van verspoelde veenfragmenten (zeker 50 % veenbijmenging) met gestreept donkergrijs uitzicht
- van 2.38 tot 2.93 m: lichtgrijs matig-fijn slibrijk zand met hoog siltgehalte (fijne fractie bestaat eerder uit silt dan uit klei), rijk aan venige partikels; gelaagde afwisseling met granoclassement, afwisseling tussen blekere middelmatige zandlaagjes en donkere fijne venige zandlaagjes, de laatste als gelaagde tussenschakelingen van cm-dikte op dm-schaal weerkerend
- van 2.93 tot 2.97 m: zelfde sequentie, ditmaal in dikkere donkergrijze venige zandlaag
- van 2.97 tot 3.00 m: terug grijs papperig zand (slibrijk maar niet kleiig)
Liner 4	3,00-4,00	lengte is 0.77 m (kernverlies mogelijk zowel aan top als basis)
- van 3.00 tot 3.17 m: kernverlies
- van 3.17 tot 3.21 m: accumulatie van houtig veen in kleine brokjes (mm- tot cm-schaal)
- van 3.21 tot 3.49 m: fijn, goed gesorteerd licht gespikkeld (5 % glauconiet) lichtgrijs zand; goed gestratifieerd zoals aangegeven door meer humeuze en slibhoudende laagjes, vooral op 3.35 en 3.45 m (vaag afgelijnd 1 tot 3 cm dik); toplaagje onder een veenaccumulatie is steeds kleiig (over 0.5 cm dikte)
- van 3.49 tot 3.59 m: donkerbruine accumulatie van venig materiaal, inbegrepen houtige klasten tot 2 cm groot, ingebed in zandmatrix, nog fragmenten van zoetwaterschelpen
- van 3.59 tot 3.79 m: met scherpe contacten: slappe donkergrijze organischrijke klei, zerp, maar kalkhoudend; met 2 grote brokken van venige houtresten (tot 2 x 5 cm), naast talrijke kleinere houtresten (vermoedelijk sporen van doorworteling door bomen eerder dan gesedimenteerde plantenresten)
- van 3.79 tot 3.94 m: top Pleistoceen, van 3.79 tot 3.82 m: bruin zandhoudend licht kleiig kalkloos silt met concentratie van boomwortels in boven contact; gevolgd door donkerbruine meer kleiige silt, doorworteld
- van 3.94 tot 4.00 m: kernverlies
Liner 5	4,00-5,00	lengte is 0.95 m
- van 4.00 tot 4.05 m: kernverlies
- van 4.05 tot 4.40 m: (geleidelijke en vage kleurovergang in eenzelfde sequentie) bruingrijze zandhoudende kleiige silt met zwarte wortels (verveend), kalkloos, verblekend naar onder door afname van organisch materiaal
- van 4.40 tot 5.00 m: bleekgroen meer kleiig en minder zandhoudend silt, nog licht doorworteld en kalkloos, maar vanaf 4.80 m kalkhoudend en zonder wortels (overgang niet merkbaar in de lithologie)Liner 6	5,00-6,00	lengte is 0.75 m; kernverlies aan top gesteld (arbitrair)
- van 5.00 tot 5.25 m: kernverlies
- van 5.25 tot 5.58 m: bleekgroengrijs licht kleiig slibhoudend silt, met fijne doorworteling, kalkrijk
- van 5.58 tot 6.00 m: top met subtiel ondulerend kleurverschil, zelfde silt, kalkrijk, zeer fijn doorworteld, kleur wordt bleek beigegrijs
Liner 7	6,00-7,00	lengte is 0.88 m: kernverlies in top gesteld
- van 6.00 tot 6.12 m: kernverlies
- van 6.12 tot 6.33 m: top scherp maar schuin en meegesleurd (vervormd door boring?): groenig grijs meer zandrijk en minder kleihoudend slibhoudend kalkrijk silt met verspreid schelpengruis en verspreide granule tot grind (rolkeien tot 2 cm) van hoofdzakelijk silex, maar ook fosforiet kei (2 cm) en haaientand (> 1 cm) en meer afgeronde kwarts; meer keien naar onder maar door verstoring van de sedimentatiestructuur kan men niet spreken van basisgrind
- van 6.33 tot 6.50 m (scherpe maar gestoorde contacten, vermoedelijk geïnduceerd door de boring): donkergrijze kalkhoudende zandige klei vol grovere elementen (grind van rolkeien, apatiet, grof schelpengruis, ingebed in de klei); het eigenlijke Quartaire basisgrind
- van 6.50 tot 6.70 m: bruingrijs mergelig zand vol schelpfragmenten en halfvergaan schelpengruis (lumachelle), vermoedelijk residueel Tertiair
- van 6.70 tot 6.75 m: sterk gestoord contact tussen bollen van donkergrijsgroen middelmatig zand met kleimatrix, ingebed in zandige bioklastrijke bleekbeige-bruine mergel (mergel ontstaat door geplet schelpengruis)
- van 6.75 tot 7.00 m: donkergroengrijs eerder middelmatig sterk gespikkeld (25 % glauconiet) kleihoudend zand, kalkloos en zonder fossiele schelpen (er is dus een erosieve fase tussen dit Tertiaire zand en de bovenliggende residuele lumachelle)
Liner 8	7,00-8,00	lengte is 0.76 m (kernverlies aan top gesteld)
- van 7.00 tot 7.24 m: kernverlies
- van 7.24 tot 8.00 m: groengrijs eerder fijn, gespikkeld (25 % glauconiet), licht micahoudend, kleihoudend, slibhoudend, kalkloos zand, structuurloos
Liner 9	8,00-9,00	lengte is 0.90 m (kernverlies aan top gesteld)
- van 8.00 tot 8.10 m: kernverlies
- van 8.10 tot 9.00 m: donkergroengrijs, fijn, gespikkeld (25 % glauconiet), licht micahoudend, licht slibhoudend, bijna kleivrij zand; structuurloos
Liner 10	9,00-10,00	lengte is 0.82 (kernverlies aan top gesteld)
- van 9.00 tot 9.18 m: kernverlies
- van 9.18 tot 10.00 m: zelfde donkergroengrijs fijn, gespikkeld, slibhoudend zand, kleivrij (in de zin van niet mobiliseerbaar onder de vorm van slib maar kleverig gehecht aan de zandkorrels); in de onderste centimeters komen meerdere rolkeien voor tot 2 cm van silex en fosforiet (zowel afgerond als vormeloos) in het structuurloze zand
Liner 11	10,00-11,00	lengte is 0.98 m
- van 10.00 tot 10.02 m: kernverlies
- van 10.02 tot 10.38 m: donkergroengrijs matig-fijn, gespikkeld, licht kleihoudend zand met verspreid en naar onder toenemend aantal rolkeien van hoofdzakelijk silex (tot 3 cm), maar ook apatiet, fosforiet en zelfs chert; zaagtandcontact met onderliggende klei (alsof hiervan brokken zijn afgerukt)
- van 10.38 tot 10.44 m: klei (klast) in verslapte bruin geoxideerde Boomse klei; top contact met hoekige kanten (zaagsnede), basiscontact ongelijk volgens open stratificaties (rafelig)
- van 10.44 tot 10.48 m: opnieuw zelfde donkergroengrijs kleihoudend zand met keien; basiscontact met onderliggende klei is veel regelmatiger en vermoedelijk het echte contact tussen beide formaties
- van 10.48 tot 11.00 m: compacte grijze klei; aan de top over enkele cm wat slapper en bleker; op 10.55 m zandknol van 4 cm (ingeperst in holte van de klei); tussen 10.82 m en 10.90 m nieuwe onregelmatige grotere zandknol met rolkeien van gemengde samenstelling tot 3 cm groot (dit betekent dat de scheur door de klei-afzetting waarlangs het zand is geïnfiltreerd minstens en minimaal deze breedte moest hebben); in de klei rond 10.75 m enkele kleine verticale donkere strepen op mm-grote versteende elementen
Liner 12	11,00-12,00	lengte is 1.00 m
- van 11.00 tot 11.45 m: compacte donkergrijze klei, blijft kalkloos
- van 11.45 tot 12.00 m: compacte iets bleker grijze klei, licht kalkhoudend, met donker verticale streepjes; op 11.63 en 11.73 m fijne pyrietknollen (1 cm); op 11.73 m ligt een dikschalige schelpenrest tegen de pyrietknol; rond 11.92 m is een septaria geraakt door de kernboor (mogelijk hetzelfde niveau dat terugkeert in de volgende kern)
Liner 13	12,00-13,00	lengte is 0.98 m
- van 12.00 tot 12.02 m: kernverlies
- van 12.02 tot 13.00 m: compacte grijze licht kalkhoudende klei met verticale streepjes; tussen 12.03 en 12.16 m is een septariaknol geraakt door de kernboor; op 12.80 m schelp
Liner 14	13,00-14,00	lengte is 1.00 m
- van 13.00 tot 14.00 m: zelfde grijze compacte licht kalkhoudende klei met verticale donkere streepjes waar er een kleine mm-grote verstening zit (dus niet op venig materiaal zoals in de bovenliggende zanden); op 13.30 m buisvormige verstening in geelwit pyriet
Liner 15	14,00-15,00	lengte is 1.00 m
- van 14.00 tot 15.00 m: zelfde compacte grijze klei; wordt geleidelijk donkerdergrijs en is zeer licht kalkhoudend; blijvend verticale donkere streepjes; rond 14.60 m meer silteus in bioturbaties; rond 14.75 m idem; op 14.90 m korte lens in bleke silt opgelijnd met een kleine (3 cm) septaria-achtige verstening

	
Formele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar & Frieda Bogemans	Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 20/06/2013				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	2,28	Anthropogeen aangevuld en verstoord
2,28	3,79	Quartair - Holoceen: Formatie van Arenberg (fluvio-lacustrien)
3,79	6,50	Quartair - Pleistoceen: onbenoemde eenheid van lokale hellings- en depressie afzettingen (eolische origine, rustend op basis grind)
6,50	6,75	Residueel Tertiair
6,75	10,48	Tertiair - Formatie van Kattendijk
10,48	15,00	Tertiair - Formatie van Boom



Insert the GSB number to search all associated content