Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 042W / 042W0524.txt

042W0524.txt

042W (St-Niklaas – 15/5)  -  524 – VIa  -  A F D E L I N G   G E O T E C H N I E K

Opdracht: WD-12/WD003
Plaats/site: Sint Niklaas
Boring: B20 
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek			
Datum van uitvoering: 24/05/2012  
X: 135927.167 
Y: 203303.021	
Aanvangspeil: +28734,00 			
	
Lithologische beschrijving

Auteur: Michiel Dusar		Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 20/06/2013				

Monster	Diepte (m)	Aard der grondlagen
Liner 1	0,00-0,75	lengte is 0.86 m (kernverlies vermoedelijk onderaan)
- van 0.00 tot 0.10 m: donkerbruine heterogeen-zandige lemige aarde, sterk doorworteld met penen, recent bemest (snijdende geur)
- van 0.10 tot 0.25 m: (geleidelijke overgangen) wordt bruingrijs lemig zand, cohesief, nog doorworteld; nog steeds met drijfmestgeur
- van 0.25 tot 0.63 m: (snelle overgang) wordt sterk cohesief roestig bruin lemig zand (zelfde samenstelling als hierboven), licht en fijn doorworteld, maar sterker doorworteld aan de basis; met cm-grote vlekken van bleek silteus zand; zeldzame allochtone keitjes (bitumen tot 0.5 cm en porfier tot 2 cm, dit laatste aan de basis); onderste 5 cm los (weinig cohesief) heterogeen bruin licht lemig zand (kwartskorrels van zeer fijn tot matig grof, met lemige film omgeven): lijkt op aangevoerde en gecompacteerde grond
- van 0.63 tot 0.75 m: dunne complexe gecompacteerde kleilaag bestaande uit beigegele compacte vrijwel zandloze klei, groengrijze silteuze klei en beigegrijze sterk silteuze klei (zandtextuur), met kleine roestige vlekken
Liner 1 (vervolg)
0,75-1,00	- van 0.75 tot 0.86 m: bleekbeigebruin heterogeen, van zeer fijn tot zeer grof (fluviatiel) kwartszand met fijne lemige film rond de korrels die cohesie geeft maar geen slib vrijgeeft; opvallend veel mica's en donkere korrels van gevarieerde vorm en grootte (ook mm-groot en afgeplat), deels zwart verweerde glauconiet, deels bleekgroen verweerde glauconiet (zeer fijne korrels) en humeuze tot houtige veenkorrels, mogelijk ook bitumineuze organische resten (sedimentatie onder menselijke beïnvloeding?); aan de top over 0.5 cm: roestrode verdichtingslaag (bodem!)
- van 0.86 tot 1.00 m: kernverlies
Liner 2	1,00-2,00	lengte is 0.75 m: kern omgedraaid!; kernverlies mogelijk
in het zand, zowel aan top als basis (beide in losse zanden)
- van 1.00 tot 1.22 m: kernverlies, vermoedelijk in zelfde bruin heterogeen fluviatiel zand
- van 1.22 tot 1.38 m: (scherp basiscontact) lichtbruin heterogeen-grof slibvrij zand met heldere kwarts, mica, donkere heterogene glauconiet en humeuze-houtige veenbrokjes; fijne ingespoelde verveende stengels, en naar onder toe talrijker kleiklasten, tot 1 cm doormeter en rond (niet-gecompacteerd), heterogeen van samenstelling (grijze zeer slappe klei of sterk silteuze klei; donker licht kleiig tot zandig brokkelig veen)
- van 1.38 tot 1.97 m: plotse kleurverandering, blijft echter fluviatiel heterogeen lichtgrijs zand met heldere kwarts, (van hoekige tot perfect afgeronde korrels), donker glauconiet en venige resten, ook verweerde stengels, met sterk verweerde schelpenresten (tot 3 mm groot), afwisseling in korrelgrootte op cm-schaal, van grof en slibvrij bleek gekleurd los zand tot donkergrijs venig en grijs slibhoudend fijner zand; doorlopend klasten (cm-schaal) en op 1.70 m een 1 cm-dik bandje in grijze zeer slappe klei (de gelaagdheid is licht verstoord)
- van 1.97 tot 2.00 m: kernverlies in zelfde materiaal
Liner 3	2,00-3,00	lengte is 0.82 m: kernverlies voornamelijk in top
- van 2.00 tot 2.18 m: kernverlies in zelfde fluviatiel grijs zand
- van 2.18 tot 2.61 m: voortzetting van dezelfde laag in lichtgrijs heterogeen, overwegend matig-grof slibvrij zand met heldere kwarts; ca. 5% donkere fijnere korrels, zowel zwarte glauconiet als versplinterend venig hout; zand lijkt vervloeid aan de top (kernverlies); tot 2.20 m erg homogeen met zwarte venige vlekjes (vergane wortels?); op 2.20 m, 2.28 - 2.34 m, 2.42 m, 2.51 - 2.56 m donkergrijze intervallen, fijnkorreliger en kleiiger (soms met slappe kleilenzen) en vooral bestaande uit verspoeld venig materiaal (waaronder houtresten), de houtige veenresten concentreren zich in de top van deze tussenlaagjes (decantatieniveaus)
- van 2.61 tot 2.73 m: grijze zeer slappe klei, zandloos, licht kalkhoudend, met venige partikels; als basislaag voor dit fluviatiel - lacustrien pakket (scherpe contacten)
- van 2.73 tot 3.00 m: grijsbruin goed gecompacteerd eerder fijn tot matig fijn lemig zand (dekzand-oorsprong?), met mm-grote roestige vlekken, kalkloos (top van Pleistocene sequentie met afgesneden of beperkte bodemontwikkeling?)
Liner 4	3,00-4,00	lengte is 0.65 m (kernverlies voornamelijk aan top)
- van 3.00 tot 3.35 m: kernverlies
- van 3.35 tot 3.39 m: roestig lichtgrijs heterogeen, tot matig grof, slechts licht slibhoudend zand met heldere kwarts, fijnere glauconiet en nog fijnere (versplinterende) venige resten en weinig schelpengruis; top lijkt vervloeid
- van 3.39 tot 3.53 m: met onregelmatig ondulerende maar scherp afgelijnde top en geleidelijke overgang naar onder: bruinig grijs, slap, sterk kleiig, fijn tot silteus zand, kalkloos, met mm-grote baksteenkleurige hardere kernen (limonitisatie?), talrijke fijnere rietachtige wortels (geërodeerde vegetatiehorizont aan de top)
- van 3.53 tot 3.61 m: (top en basis geleidelijke maar snelle kleurveranderingen)
bleekbeige sterk kleiige, kalkloze, nog doorwortelde, zandhoudende silt, (moeilijk te omschrijven gesteente, lijkt op klei en is weinig doorlatend, maar voelt korrelig aan en is niet kneedbaar; er komt maar weinig lichtgrijs slib vanaf, (klei is weinig mobiel, sterk gebonden aan de zand-silt korrels)
- van 3.61 tot 3.74 m: zelfde materiaal maar bleekgroengrijze gley kleur
- van 3.74 tot 3.90 m: zelfde materiaal maar bleekgeel (Munsell 2,5Y7/4); homogeen en vaag doorworteld, blijft kalkloos; met vage kleurovergangen
- van 3.90 tot 4.00 m: terug bleekgroengrijs, kleiig silt met weinig zand, nog steeds licht doorworteld (ondanks de samenstelling en het uitzicht lijkt dit geen eolische-loess afzetting, maar verspoeld en in grondwater uitgeloogd)Liner 5	4,00-5,00	lengte is 0.88 m (kernverlies vermoedlijk onderaan)
- van 4.00 tot 4.48 m: (met geleidelijke en vage overgang in zelfde afzetting) blijft homogene bleekgroengrijze kleiige, slechts licht zandhoudende silt, kalkloos, met verspreid donkere venige vlekken geassocieerd met fijne wortels; naar de basis neemt zandgehalte toe; vol roestbruine vlekken die naar onder versmelten met achtergrondkleur
- van 4.48 tot 4.82 m: (van boven rheologische overgang, naar onder vage kleurovergang): lichtgeelbruin, licht kleihoudend, matig-fijn, beter gesorteerd, geel slibhoudend, kalkloos, zeer licht gespikkeld (fijne donkere glauconiet, maar ook venige vlekken) zand (type dekzand); naar onder toe wat grijzer wordend (gley-kleur)
- van 4.82 tot 4.88 m: lichtgrijze zandhoudende, licht kleihoudende silt
- van 4.88 tot 5.00 m: kernverlies
Liner 6	5,00-6,00	lengte is 0.77 m (positie kernverlies onzeker, aan de basis gelegd)
- van 5.00 tot 5.45 m: lichtblauwgrijs (gley kleur) licht kleihoudend, kalkrijk silt, (loess-oorsprong); blijft homogene afzetting zonder duidelijke gelaagdheid, maar met korrelgrootte variaties, alsof afgezet door een troebelingsstroom; aan de top onregelmatige lens in bleek matig-fijn zeer licht gespikkeld los zand (tot 5.02 m); op 5.30 m fijne schelpenresten; aan de basis vage maar snelle overgang
- van 5.45 tot 5.65 m: scherp basiscontact (basis Pleistoceen): bleekgrijs matig fijn zeer licht gespikkeld (zwarte glauconiet), vrijwel slibvrij kalkloos zand; (kalkgehalte verdwijnt over een interval van enkele cm aan de basis van het silt); met basisgrind van 2 cm dik van perfect afgeronde kwarts en silexgranule met heel wat apartietfragmenten van fossiele oorsprong), (dit is geen typisch Quartair basisgrind, maar lijkt herwerkt uit het grind in de top van de Boomse klei)
- van 5.65 tot 5.77 m: groenig grijs matig fijn kleihoudend kalkloos gespikkeld zand (ca. 25% glauconiet); klei is weinig mobiel en produceert niet snel slib, maar draagt bij tot compactering van deze toplaag
- van 5.77 tot 6.00 m: kernverlies (arbitrair hier geplaatst, mogelijk ook aan top kern)Liner 7	6,00-7,00	lengte is 0.88 m; kernverlies aan top kern gelegd (top kern is vervloeid)
- van 6.00 tot 6.12 m: kernverlies in zelfde zand
- van 6.12 tot 7.00 m: donkergroenig grijs matig fijn, gespikkeld (ca. 25% fijne glauconiet), micahoudend, kleihoudend zand (geeft niet makkelijk slib af), met wat fijn schelpengruis; zand is desondanks kalkloos; op 6.17 m verbogen lens in slappe zandrijke klei (< 1 cm); verspreide mm-grote zowel onregelmatige fosforietische korrel als gladde fosfaatfossielen; op 6.68 m caramelbruine silex 1 cm groot, met gebroken maar met glanzende oppervlakken
Liner 8	7,00-8,00	lengte is 0.72 m (kernverlies geplaatst aan vervloeide top)
- van 7.00 tot 7.28 m: kernverlies
- van 7.28 tot 8.00 m: zelfde donkergroengrijs matig fijn sterk gespikkeld (30% glauconiet), micahoudend (verweerde mica's), licht kleihoudend, wat meer slibhoudend zand; naar onder licht verfijnend; met verspreide vervormde lenzen tot geïsoleerde klasten in slappe beige zandrijke klei, vooral rond 6.40 m (globaal ca. 2-3% gesegregeerde klei); verspreid maar regelmatig voorkomende zwarte goed afgeronde silex en fosfaatgranule (dikwijls in associatie met de kleilenzen); op 7.72 m afgeronde onregelmatige silex rolkei van 1.5 cm
Liner 9	8,00-9,00	lengte is 0.86 m (kernverlies aan de top geplaatst; vervloeid zand)
- van 8.00 tot 8.14 m: kernverlies
- van 8.14 tot 9.00 m: zelfde zand: donkergrijs, eerder fijn met zeer fijne glauconiet, zeer licht kleihoudend en meer grijs slibhoudend, zeer homogeen, met weinig verspreide fijne granule (1-2m) van kwarts, silex, apatiet; kleirijker en grover naar onder toe
Liner 10	9,00-10,00	lengte is 0.70 m (kernverlies vermoedelijk aan de top)
- van 9.00 tot 9.30 m: kernverlies, vermoedelijk in zelfde zand
- van 9.30 tot 9.61 m: onregelmatig maar scherp contact: blijft donkergrijs eerder fijn gespikkeld zand (ca. 20% fijnere glauconiet), licht kleihoudend en meer slibrijk, met verspreide granule tot fijn grind (tot 1 cm) van afgeronde kwarts en silex (deze laatste van onregelmatige vorm); aan de basis fosforietische buisjes van cm-lengte in de vorm van bioturbatie (graafgangen); aan de top tussen 9.30 en 9.35 m uitgedroogde en bleker gekleurd klei-arm zand (mogelijk door uitdroging van doorgezaagde boorkern)
- van 9.61 tot 9.73 m: brok met brokkelige randen van bruin geoxideerde, iets minder compacte Boomse klei, omgeven door lenzen in zelfde donkergrijsgroen fijnkorrelig, fijn gespikkeld zand
- van 9.73 tot 10.00 m: Boomse klei, massief, grijs, goed plastisch; aan de bovenste cm nog bruin geoxideerd; op 9.90 m een 5 cm grote zandlob met 3 cm grote silex rolkeiLiner 11	10,00-11,00	lengte is 0.97 m (kernverlies aan top geplaatst)
- van 10.00 tot 10.03 m: kernverlies
- van 10.03 tot 11.00 m: homogene compacte grijze klei, structuurloos; met zwarte streepjes, vermoedelijk op kleine (mm-schaal) fosforietische of siderietische versteningen, vooral in onderste helft; vanaf 11.60 m licht kalkhoudend
Liner 12	11,00-12,00	lengte is 0.87 m (kernverlies bovenaan geplaatst)
- van 11.00 tot 11.13 m: kernverlies
- van 11.13 tot 12.00 m: zelfde massieve grijze klei, met in bovenste helft kleine (mm-schaal) versteningen; op 11.63 m kleine (< 1 cm) knol vol fijne zilverachtige pyriet (marcassiet); met 2 uitdrogingsscheuren (niet systematisch genoteerd); blijft kalkhoudend
Liner 13	12,00-13,00	lengte is 0.97 m
- van 12.00 tot 12.03 m: kernverlies
- van 12.03 tot 13.00 m: zelfde compacte homogene iets bleker grijze klei; op 12.05 m opnieuw kleine (1 cm) pyrietknol; doorlopend veel donkere streepjes (verticaal, ontstaan bij openzagen van de kern) op mm-kleine hardere partikels (versteningen); op 12.60 m ronde gangen (bioturbaties) gevuld met silteuze klei; nog uitdrogingsscheuren; blijft kalkhoudend
Liner 14	13,00-14,00	lengte is 0.94 m
- van 13.00 tot 13.04 m: kernverlies
- van 13.04 tot 13.07 m: (onregelmatige maar scherpe overgang), slappere lichtgrijze mergelige klei (kalkrijk), nog talrijke verticale zwarte streepjes
- van 13.07 tot 13.30 m: septarie, waterhoudend, opbruisend in zoutzuur
- van 13.30 tot 13.98 m: terug compacte bleker grijze klei, met talrijke kleine verticale strepen op mm-kleine versteningen, blijft kalkhoudend tot kalkrijk bovenaan; op 13.33 m complete schelp Leda deshayesiana; vanaf 13.60 m met silthoudende niveau's en bioturbaties, die naar onder toe talrijker worden, vooral rond 13.80 m; hoe kalkrijker de klei hoe slapper
- van 13.98 tot 14.00 m: kernverlies
Liner 15	14,00-15,00	lengte is 1.00 m (pvc buis is langer)
- van 14.00 tot 14.45 m: (vage overgang), grijze compacte, bijna kalkloze klei; weinig kleine buisvormige versteningen (vermoedelijk sideriet, volgens bioturbatie)
- van 14.45 tot 14.85 m: (vage geleidelijke overgangen): blijft grijze compacte klei, kalkloos, maar silthoudend volgens stratificaties en bioturbaties; steeds uit kleine buisvormige versteningen, aangeduid op zaagsnede door kleine verticale donkere streepjes
- van 14.85 tot 15.00 m: compacte grijze klei

	
Formele stratigrafie

Auteur: Michiel Dusar & Frieda Bogemans	Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 20/06/2013				

Van (m)	Tot (m)	Beschrijving
0,00	0,63	Bodem op opgehoogde grond
0,63	2,73	Quartair - Holoceen: Formatie van Arenberg (fluvio-lacustrien)
2,73	5,65	Quartair - Pleistoceen: onbenoemde eenheid van lokale hellings- en depressie afzettingen (eolisch van oorsprong met Laat-Pleistocene bodemontwikkeling)
5,65	9,61	Tertiair - Formatie van Kattendijk: mogelijk gedeformeerd tijdens de ijstijden
9,61	15,00	Tertiair - Formatie van Boom: aan de top met Neogene zandintrusies; kalkrijk facies rond de sideriet op 13.20 m

Opmerking: diepte komt niet goed overeen met sondering.


Insert the GSB number to search all associated content