Pl. SINT-NIKLAAS 42W Aardkundige Dienst
M. GULINCK van België
Nr 218 (IIa)
BORING
Uitgevoerd te ST. NIKLAAS N.M.B.W.
bij het Ston van ST. NIKLAAS
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum : december 1966
Topografische ligging opgetekend door W. CLAESSENS, volgens plan der Mij.
Grondsta1en verzameld door de boormeester
Boringsmethode : steekbuis
Opeenvolgende doormeters :
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen : 0.30 m
bij ruststand : ; tijdens het pompen :
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : 16.19
Totale diepte : 20.40 m
Volg- AARD DER GRONDLAGEN Diepte
nummer m
1 aangebracht 0.50
2-3-4 leem 2.00
5-11 groen zand 4.25
12-28 harde klei 12.50
29-32 sterk kleiachtig silt 14.50
33-35 harde klei 15.50
36-44 ± kleiachtig silt 20.00
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - 11.1967
Kwartair 0.00 - 2.00
Mioceen ? 2.00 - 4.25
Rupeliaan 4.25 - 20.00.
N.B. In boorgat peilput geplaatst op 13 m (1m filter : 5/4 - 12 m.
stijgbuis 5/4 "PVC". Voor de verschillende waterpeilen zie
inlichtingenborderel van SMET
N 218(IIIa) tweede blad
boring B6
uitgevoerd te St. Niklaas
bij Station N.M.B.S.
Door N.V. SMET
20.12.1966
Boringsmethode: gestoken
Grondwaterstanden voor de eerste maal waargenomen : 0.30
Hoogte van het mondgat : + 16.19
Totale diepte : 20.40m
Aard der grondlagen diepte basis m
Beschrijving boorstaat
zwart fijn zand met keien 0.60
grijsbruin leemhoudend fijn zand, weinig kalkhoudend 1.95
groenbruin fijn zand, plaatselijk weinig klei- of leemhoudend 3.75
idem, weinig kalkhoudend 4.25
grijsblauwe kalkhoudende klei 12.75
grijs zwarte fijn zandhoudende klei, weinig kalkhoudend 16.25
idem, grijs 20.40
Interpretatie R.I.G.
-------------------
Kwartair 0.00 - 1.95
Bolderiaan (=Antwerpiaan) 1.95 - 4.25
Rupeliaan 4.25 - 20.40