042E (15/6 Temse) - 448 IVa - A F D E L I N G G E O T E C H N I E K
Opdracht: GEO-10/185
Plaats/site: Sint-Niklaas en Temse, parallelweg E17
Boring: B86
Uitgevoerd door: VO - Afdeling Geotechniek
Datum van uitvoering: 12/07/2012
X: 138678
Y: 204551
Z: 4,5
Aanvangspeil:
Lithologische beschrijving
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 10/08/2012
Monster Diepte (m) Aard der grondlagen
Liner 1 1,00-1,30 lengte is 0.30 m: top losse herwerkte brok grijze klei
- van 1.00 tot 1.02 m: bleekbeige fijn slibvrij zand
- van 1.02 tot 1.07 m: grof wit kwartszand, op plastieken doek (aangevuld)
- van 1.07 tot 1.30 m: bleekbeigegrijs, overwegend fijn maar heterogeen (korrels tot matig grof), licht gespikkeld (enkele % fijne glauconiet), licht kleiig kwartsrijk zand (klei zorgt voor cohesie en matige doorlatendheid); sterk geoxideerd met grote roestvlekken en banden; vooral van boven; kalkrijk (nochtans geen sporen van schelpen); er middenin grote brok (ca. 5 cm) van gespleten grove kwartsiet (dus de gehele afzetting is antropogeen verstoord
pot 1: 2 m fijn bleekbruin kalkrijk licht gespikkeld sterk lemig zand, met fijne humeuze aanvulling
Liner 2 2,00-3,00 lengte is 1.00 m
- van 2.00 tot 2.20 m: met zeer scherp contact, echter verstoord door de boring, mogelijk oorspronkelijk toch al hellend (helling in boorkern ca. 55°)
fijn bleekgeelgrijs, zeer licht gespikkeld kwartszand, licht lemig wat zorgt voor cohesie en kalkgehalte; vanaf 2.05 m sterk verroest en minder kalkhoudend, maar wel met fijne kalkpartikels; vanaf 2.12 m zeer fijn silteus zand, gelig grijs terug zeer kalkrijk (door lemig slib), met kalkpartikels (zeer fijn schelpengruis), en af en toe een klein grindje; ook micahoudend; naar onder toe vergrovend tot matig fijn zand en ook terug meer verroest; sterk roestig op de basis
- van 2.20 tot 3.00 m: compacte grijze klei; aan de scherpe top over 1 cm zachter; tot 2.32 m door oxidatie bruin verkleurd;
vanaf 2.70 tot 2.85 m met aanvankelijk zeer kleine (mm-schaal), naar onder toe grotere roestvlekken (mogelijk op plaatsen met siltaanrijking in bioturbaties); op 2.93 m laagvlak met fijne pyrietneerslag (klei wat meer bruin)
pot 2: 3 m compacte donkergrijze schistoïde klei
Liner 3 3,00-3,89 lengte is 0.90 m
- van 3.00 tot 3.20 m: heterogeen overwegend matig fijn (van zeer fijn tot matig grof) zeer licht gespikkeld, vrijwel slibvrij, bleek grijsgeel kwartszand, met bollen (cm-schaal) van slappe grijze klei (verweekte Boomse klei); lijkt opvulling en niet op zijn natuurlijke plaats
- van 3.20 tot 3.90 m (scherp horizontaal bovencontact): massieve compacte grijze klei, top op 2 cm verweekt; rond 3.35 m wat silteus; doorlopend tot einde kern kleine (tot 5 op 2 mm, takvormig) gepyritiseerde steenkernen tot 1 cm groot; klei wordt meer heterogeen door gebioturbeerde siltbijmenging; met gipsneerslag in de siltrijke nesten, ook fijn micahoudend en met wat grovere korrels (bioklasten?); met schelpenafdrukken; vanaf 3.83 m in de reeds silteuse klei: bruin verkleurd, zeer siltrijk (en met mica), zeer hard, mogelijk met ijzercarbonaat (monster lithotheek 3.90 m, pijl wijst naar onder)
pot 3: 4 m compacte grijs schistoïde tot grijsbruine silteuse klei
Liner 4 4,00-4,75 lengte is 0.68 m (verlies groter!)
- van 4.00 tot 4.30 m (onduidelijke overgang omdat de lithologie gelijk is, ook geen laagvlak, dus in-situ verwering)
verweekte grijze klei, met talrijke graafgangen, tot 1 cm doormeter, gevuld met bleek bruin matig fijn kwartszand
- van 4.30 m tot 4.68 m: compacte eerder lichtgrijze silteuse klei, naar onder toe fijnkorrelig tot zuivere klei, op 4.50 m groot (1-2 cm) gepyritiseerd nest
pot 4: 5 m compacte grijze klei, soms silteus
Liner 5 5,00-6,00 lengte is 0.98m
- van 5.00 tot 6.00 m: vaste grijze klei; tot 5.40 m fijne zwarte strepen van organisch materiaal (gaat soms samen met verhoogd siltgehalte); van 5.40 tot 5.50 m met gestoorde stratificaties; vanaf 5.50 tot 5.90 m verspreide gepyritiseerde kleisteenkernen, soms takvormig tot 1 cm lang (op 5.70 m mooie ronde pyrietknol van 1 cm); vanaf 5.70 tot 5.90 met kleine zwarte strepen, nu wel geassocieerd met organisch materiaal in gepyritiseerde vlekken in de sterk silteuse klei (geleidelijke overgang naar silteuse klei rond 5.70 m); vanaf 5.90 m meer zuivere klei met rond 5.92 cm silteuser bandje
pot 5: 6 m grijze klei met grote bioturbaties (doormeter > 1 cm) gevuld met bruin kleiig silteus fijn zand, micahoudend, met fijne houtskoolrest (1-2 mm)
Informele stratigrafie
Auteur: Michiel Dusar Bedrijf/dienst: Belgische Geologische Dienst
Datum: 10/08/2012
Van (m) Tot (m) Beschrijving
0,00 2,20 Verstoord Pleistoceen sediment
2,20 6,00 Boomse klei, echter meer verweerd wanneer vol grote zandige bioturbaties; kernverlies en zandaanvulling zonder extra informatie niet te verklaren
Algemene opmerking: kernverlies wordt bij conventie steeds onderaan de boorkern geplaatst; de afwisselende wijze van bemonstering geeft al aan dat dit niet helemaal correct is. Bij verdere interpretatie moet men er dus mee rekening houden dat de vermelde dieptes maximaal kunnen verschuiven volgens de lengte van het kernverlies.
