TEMSE 42E
M. GULINCK
Nr. 211 (V)
FILTERPUT
uitgevoerd te Temse
bij de Froëbelschool
door de N.V. SMET uit Dessel
Datum 26.1.1960
Topographische ligging opgetekend door W. CLAESSENS de 20.7.1960
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode :
0peenvolgende doormeters : 150 mm, filter : 114 mm
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : 7.72 m ; tijdens het pompen : 20.16 m
met een debiet van 690 l/u
Hoogte van het maaiveld : 10
Totale diepte: 33.75 m
Volg- AARD DER GR0NDLAGEN Diepte
nummer. m.
1 Bruingeelachtige leem 0.90
2 Idem 1.00
3-4 Bruingeelachtig fijn zand van 1.50 tot 2.00
5 Idem 2.50
6 Grijsbruinachtige klei 3.00
7-8 Grijsachtige iets silthoudende klei 4.00
9-10 Grijze harde klei 5.00
11 Bleekgrijze kalkrijke klei 5.30
12 Grijze harde klei en silteuse klei 6.00
13-17 Grijze harde klei met pyrietdraadjes 8.50
18 Grijsbruinachtige kleihoudende silt 9.00
19 Idem met lensjes glimmerrijke silt 9.50
20 Idem 10.00
21-24 Idem 12.00
25-32 Bruingrijsachtig siltrijke klei tot kleiachtige silt 16.00
33-43 Grijsachtig zeer fijn min of meer sterk kleiachtige
silt,zandhoudend 21.50
44-48 fijn zand, kleiachtig 24.00
49-66 Zeer fijn kleihoudend zand 33.00
67 Grijsachtig silthoudende klei 33.50
AARDKUNDIGE VERKLARING : M. GULINCK de 26.1.1965
Pleistoceen : 0 - 3.00
Rupeliaan : 3.00 - 33.50