Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 041W / 041W0179.TXT

041W0179.TXT

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
---------------------------------------------------------------------------
Kaart Nr.:			41W	
PLAAT:   			ZEVENEKEN
Nr.:     			179 (V, a)
Type Boring:   		peilput
Topografische kaart:	14/7
Uitgevoerd te:   		Wachtebeke
Post nr.:			9185
Adres boorplaats:		Zwembad Provinciaal Domein Puyenbroeck

Opdrachtgever:		Aminal – Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap
Boorfirma:			nv SMET-GWT 
Boordatum:			februari - maart 1999
Topografie:			opgetekend op kaart 1/10000
Stalen door:		boormeester
Boormethode:		spoelboring 0-298 m en kernboring 298-383.3 m
Lengte & doormeters:	zie opmerking 

Grondwaterstanden:	
1ste maal:			
Bij rust:			15 m boven maaiveld
Tijdens pompen:		46.3 m
Debiet:			1480 l/u
Waterzaak nr.:		
Totale diepte:		383.25 m
Stalen bewaard:		ja
Maaiveld / ref. peil: 	+ 5 m
X:				117170
Y:				204550
NIS code:			44073

---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING: Spoelmonsters – J. Van der Sluys 
---------------------------------------------------------------------------
 van    *	tot    * 	AARD DER GRONDLAGEN
---------------------------------------------------------------------------
Opmerking: WEINIG BRUIKBARE GRONDSTALEN!

0	1	Bruin leemhoudend en humushoudend fijn zand, kalkhoudend
1	2	Bleekgrijs fijn zand met enkele donkere humeuze plekjes, 
kalkhoudend
3	8	Grijs fijn zand zeer homogeen
8	9	Zelfde zand, enkele kleine veenbrokjes
9	12	Grijs fijn-matig fijn zand, kalkhoudend
12	13	Blauwgrijs matig fijn zand, weinig zeer fijn schelpgruis
13	14	Idem, meer bruingrijs
14	15	Zelfde zand, bruingrijs – blauwachtig
15	16	Groenachtig grijs zand, fijner, licht glauconiethoudend met 
schaarse veen- of lignietachtige brokjes, kalkhoudend
16	20	Blauwachtig groen fijn zand, weinig glauconiet, zeer schaars fijn 
schelpgruis en veenstipjes
20	21	Zelfde zand, geen schelpgruis, ligniet- of veenbrokjes
21	29	Zelfde zand, fijne veenstipjes blijven sporadisch aanwezig
29	33	Grijs fijn zand, meer silthoudend, weinig glauconiethoudend, 
kalkhoudend
33	40	Groener en zeer fijn zand, silthoudend, minder kalkhoudend, 
glauconiet, licht glimmerhoudend
40	42	Zelfde zand, sporadisch zeer fijn schelpgruis
42	47	Idem, geleidelijk meer schelpgruis
47	50	Zelfde zand, opnieuw minder schelpgruis
50	51	Groen zeer fijn glauconiethoudend zand, silthoudend, zeer fijn 
schelpgruis en nummulieten
51	54	Zelfde zand met minder schelpgruis
54	60	Idem, opnieuw meer nummulieten
60	67	Groen minder fijn en minder silthoudend zand, glauconiet, zeer 
fijn schelpgruis en nummulieten
67	74	Zelfde zand, schelpgruis is iets grover, weinig nummulieten
74	77	Grijsgroen iets minder zand, glauconiet, weinig schelpgruis
77	78	Zelfde zand, vrij veel nummulieten
78	107	Groen zand, fijner en meer silthoudend, glauconiet, wisselend 
schelpgruis
107	108	Zelfde zand, vrij veel schelpresten (o.a. bryozoa)
108	132	Aanhoudend zelfde zand, wisselend aandeel schelpresten, af en toe 
nummulieten – ook buisvormige fosieltjes
132	133	Idem, vrij veel grote nummulieten
133	144	zelfde zand
144	145	Idem, veel grof schelpgruis en nummulieten
145	147	Zelfde zand
147	148	Idem, veel grof schelpgruis en nummulieten
148	150	Idem, opnieuw grote nummulieten
150	160	Zelfde zand, minder schelpgruis of nummulieten
160	162	Veel nummulieten
162	163	Grijze slappe klei
163	164	Groen fijn zand, glauconiet, schelpgruis en nummulieten	
164	165	Grijze slappe klei
165	167	Groengrijs fijn zand, sterk kleihoudend, veel schelpgruis en 
nummulieten, glauconiet
167	168	Idem, zeer kleirijk
168	169	Grijze slappe klei
169	171	Zie 167-168
171	172	Grijze slappe klei
172	173	Idem met wat zand en schelpgruis
173	178	Grijze slappe klei
178	179	Grijze vaste klei, uitgedroogd
179	180	Grijze slappe klei
180	183	Grijze klei, gemengd met wat grijsgroen fijn kleihoudend zand
183	186	Grijze klei, gemengd met veel fijn zand en schelpgruis
186	187	Idem, brokje houtskool
187	188	Blauwgrijze fijn zandhoudende klei
188	192	Blauwgrijs, sterk kleihoudend zand met kleibrokjes en wat 
schelpgruis
192	193	Grijze klei
193	194	Idem blad
194	198	Grijze klei
198	200	Grijze fijn zandhoudende klei
200	202	Grijze klei
202	203	Idem fijn zandhoudend
203	208	Zelfde klei, weinig fijn zandhoudend
208	210	Klei, fijn zandhoudend, wat schelpresten
210	211	Idem, enkele grote nummulieten
211	215	Grijze klei, weinig zandhoudend
215	219	Idem, meer zandhoudend, wat schelpresten
220	227	Grijze klei, minder zandig, slap
227	228	Groengrijs fijn zand, kleihoudend, glauconiet en wat schelpresten
228	229	Grijze slappe klei, fijn zandhoudend
229	230	Idem, opnieuw sterk zandhoudend
230	232	Groenachtig grijs fijn zand, zeer kleihoudend, wat schelpgruis
232	234	Grijze klei, fijn zandhoudend, zeer slap met wat hardere brokjes
234	235	Idem, sterker zandhoudend
235	236	Groenachtig grijs fijn zand, zeer kleirijk, met fijn schelpgruis 
en wat glauconiet
236	237	Idem, iets minder kleiig, weinig schelpgruis
237	244	Zelfde zand, afnemend kleigehalte maar wel meer schelpgruis
244	245	Grijze slappe klei, weinig zandhoudend
245	249,5	Groenachtig grijs fijn zand, sterk kleihoudend, met schelpgruis 
en wat glauconiet
249,5	251	Ontbreekt
251	253	Bleekbruingrijs middelmatig hoekig zand, grovere korrels, witte 
spikkels zijn kalkhoudend
253	254	Idem, met wat grind (goed gerolde kwarts- en fijnkorrelige 
zandsteentjes)
254	257	Idem als 251-253
257	259	Zelfde zand, kalkhoudend, lijkt wat fijner en silthoudend
259	260	Ontbreekt
260	264	Witgrijs kalkrijk zand, fijn (verbrijzeld krijt), groenachtig 
(glauconiet)
264	265	Idem, gemengd met grof hoekig zand (Silexsplinters)
265	266	Groenachtig zeer fijn zand tot silt, kalkhoudend met wat kalgruis
266	267	Bleek grijsbruin zeer fijn zand tot silt, zeer kalkrijk (zeer 
weinig staal) met limonietbrokjes (fijn)
267	268	Ontbreekt
268	269	(weinig staal) Zie 266-267
269	276	Grijs-witgrijs zeer fijn zand tot silt, kalkhoudend
276	279	Idem, met grovere, zandige bijmenging
279	298	geen monsters
---------------------------------------------------------------------------
BOORBESCHRIJVING: Kernen – M. Dusar & W. De Vos
---------------------------------------------------------------------------

KERNSTROOK 1 (kist 1) 298.20 - 299.70 m; L 0.06 m (- 1.44), slechts een 
kernstuk
grijze massieve silex > kerndoormeter

KERNSTROOK 2 (kist 1) 299.70 - 305.84 m; L 0.10 m (- 6.04), slechts 2 
kernstukken
gelijkaardige silex

KERNSTROOK 3 (kist 1) 305.84-311.61 L 0.25 m (- 5.52)

7 cm kleine brokken in zelfde grijze silex en rest wit vermalen samengeperst 
krijt

KERNSTROOK 4 (kisten 1-5) 311.61 - 317.71 m; (- 2.79)
Kist 1 L 0.45 m, langste kernstuk 15 cm, rest kleinere brokken
vrij zacht wit siltig homogeen krijt, sporen van zeer fijn bioklastengruis, 
niveaus met fijne donkere spikkeltjes
Kist 2 L 0.80 m, langste kernstuk 16 cm, alle stukken rond 8 of 15 cm, en 
verbrokkelde zone
zelfde krijt, harder naar onder, sporen van vage bleekgrijze lenzen en banden, 
gebioturbeerd, vaak zeer fijn gespikkeld; dofklinkend (licht vet); met 
zeldzame klast in bleek iets gelig korrelkrijt (coproliet?) 0.5 op 1.5 cm
Kist 3 L 0.84 m, zoals kist 2, langste kernstuk tot 18 cm
zelfde compact homogeen wit krijt, fijn siltig, wordt zachter en vetter, 
dofklinkend, niet meer gespikkeld; van boven vlak 2x3 cm vol kleine zwarte 
kiezelige nagels (doorsnede van sponsstructuur?); op 75 cm onregelmatig grijs 
vlak
Kist 4 L 0.93 m, zoals kist 2 met kernstukken van 16 tot 44 cm, van onder meer 
verbrokkeld tot totaal vergruisd
homogeen wit zacht vet fijnsiltig dofklinkend krijt met enkele vage 
bleekgrijze banden; ss 2?
Kist 5 L 0.29 m, massief overlangs gebarsten
wit krijt wordt harder fijnsiltig, homogeen, helklinkend

KERNSTROOK 5 (kisten 5-9) 317.71 - 323.57 m; (- 2.56)
Kist 5 L 0.60 m, massief slecht geboord
wit homogeen zeer fijnsiltig hard krijt met vage bleekgrijze banden, wat 
donkergrijs verkiezelde sponsresten (o.a. rond 15 en 60 cm); op 17 cm fijn 
dikschalig fragment (echiniden rest?); ss 7? op rechte vlakken
Kist 6 L 0.88 m, massief slecht geboord, einde herboord
idem, brede bleekgrijze banden tot 4 cm en zeer fijnzandig; meer fijne donkere 
silexplinters en nagels tot takjes (vnl sponsresten); krijt is hard en steeds 
harder naar onder
Kist 7 L 0.72 m, slecht geboord kernstukken boven tot 16 cm met schuine (op 18 
en 25 cm: ss 3? met rechte gladde grijze striaties; ss 3?) en rechte 
(subvertikaal = drilling induced) splijtvlakken; vanaf 63 cm vergruisd en 
samengeperst
blijft zeer hard wit schrijfkrijt met vage bleekgrijze banding tot fijne 
straticulaties flaserig gedrapeerd rondom pseudonodulair fijnkorrelig wit 
krijt; naar onder toe een weinig donkere stippels; soms met grotere (1-2 cm) 
ronde grijze bioklasten (afgeronde fragmenten) en met zwarte silexnagels, 
vermoedelijk doorsnede van sponsstructuur
Kist 8 L 0.70 m, gans verbrokkeld, op einde kernstuk van 15 cm
idem: hard wit fijnsiltig zeer licht gestippeld krijt, weinig en vaag 
bleekgrijs geband
Kist 9 L 0.40 cm, gans verbrokkeld en vergruisd
idem

KERNSTROKEN 6-7 (kisten 9-15) 323.57 - 329.53 m; (- 0.32)
Kist 9 L 0.38 m, massief, uitgeboorde rondellen 3-10 cm
zeer hard wit krijt, krast als schrijfkrijt, niet meer gestippeld behoudens in 
sommige bleekgrijze laagvlakken of gestoorde straticulaties tot 1 cm breed; 
fijnsiltig helklinkend; op 12 cm complete hoge zeeëgel type echinocorys 4 cm 
doormeter; verder enkele kleine zwarte verkiezelde vlekken volgens 
sponsstructuur
Kist 10 L 0.95 m, massief, uitgeboorde rondellen tot 25 cm

ss subhorizontaal; hard wit fijnsiltig iets brosser (zachter) krijt, licht 
fijngespikkeld, weinig zichtbaar bioklastengruis, met verroeste donkere 
verkiezelde nagels (sponsstructuur); vooral meer en donkerder grijze iets 
kleiiger (plus ook nog bleekgrijze) straticulaties, ook als opvulling van 
kleine graafgangen, ca 1/3 van totaal volume; op 40 cm kleine (2 cm) 
complete zeeëgel; rond 50 cm grotere platte zeeëgelschalen, eronder grover 
bioklastengruis tot 3 mm; op 70 cm mooie doorsnede van solitair koraaltje 
0.5 cm: monster lithotheek 324.65 m; vanaf 60 cm verschillende gelige 
fosfatische (?) klasten tot 1 cm meestal 0.5 cm groot onregelmatig 
afgerond, soms oorspronkelijk hol (= gevuld met fijnkorrelig krijt), en ook 
terug fijne donkere spikkels (0.25 mm)
Kist 11 L 0.92 m, massief, steeds uitgeboorde rondellen tot 30 cm
+/- idem, veel bleke en donkergrijze brede banden, tussen 25-65 cm 
hoofdzakelijk grijs en grijs-opgevulde bioturbaties; tussen 0-25 cm en 
vanaf 75 cm beduidend bleker (enkel bleekgrijze straticulaties); vooral van 
boven verspreide echinidenbrokken; in de witte banden (met wisselende 
hardheid) donkere sponsnaalden en soms grotere sponsachtige resten; tussen 
65-75 cm: fijne vertikale rechtlijnige bleekgrijze aders (< 1 mm); eronder 
heel wit iets vet; op 80 cm gelige knol 1 cm (nb. fijne spikkels zo weinig 
talrijk dat zij eerder aan bioklastengruis doen denken
Kist 12 L 0.92 m, massief, lengte rondellen tot 30 cm
wit fijnsiltig helkinkend krijt met vage bleekgrijze gestoorde banden tot 4 
cm dik (geven door hun veelvuldigheid vet karakter aan het krijt, het wit 
krijt zelf is nochtans niet vet; idem volgende kernkist), geen spikkels 
meer tenzij in onderste stuk; fijne zwarte takjes tot 4 cm lang soms 
roestig uitgelopen; regelmatig fijne grijze platte vlek- of takvormige 
verkiezelingen
Kist 13 L 0.94 m, massief, 5 gelijke kernstukken ca 20 cm
idem, wit en bleekgrijs krijt in brede gestoorde afgeronde banden; 
geleidelijk wat meer fijne spikkels vergrovend tot 2 mm (blijven nochtans 
vrij zeldzaam); rond 30 cm 5 cm dikke pseudonodulaire structuur van wit 
krijt; vrij veel donkere verkiezelingen en verspreide echinidenfragmenten 
tot 2 cm; op 50 cm bleekbeige klast ca 1.5 cm in-situ ontstaan (zelfde fijn 
bioklastengruis doorlopend in knol); op 55 cm 2 kleine <0.5 cm harde 
donkerkakibruine knollen met vrij onregelmatige doch gladde wand; einde 
kern: slierten van zeer fijne donkere korrels <0.25 mm
Kist 14 L 0.93 m, massief, kleinere stukken, max 16 cm slecht aansluitend
zelfde wit fijnsiltig helklinkend krijt met brede vage bleekgrijze 
gestoorde banden; soms fijne spikkels (glauconiet) en mm-groot 
bioklastengruis; op 5 cm: kleine (0.5 cm) belemnietpunt; op 12 cm harde 1 
cm grote donkere intern gekloven klast (lijkt verweerde silex); eronder tot 
40 cm meerdere groenig grijze zeer harde ronde of plaatvormig-niet 
afgeronde klasten tot ca 1 cm groot, ook meer sliertige verkiezelingen: op 
40 cm substylolietisch ontwikkeld (niet doorlopend); eronder zelfde 
faciessen maar iets harder en brosser, geen grotere elementen op zeldzame 
fijne verkiezelingen na, slechtklievend; met niet-grijze gyrolithes-achtige 
levenssporen
Kist 15 L 0.60 m, massief, kernstukken tot 20 cm slecht aansluitend; top 5 
cm vergruisd en samengeperst
zeer hard grijswit fijnsiltig krijt met bleekgrijze bioturbaties, soms 
bleekgrijs licht verkiezeld gestoord laagvormig; geen grovere elementen; 
blijft slechtklievend

KERNSTROOK 8 (kisten 15-16) 329.53 - 335.49 m; (- 5.16)
Kist 15 L 0.30 m, 2 massieve kernstukken
idem, zeer hard krijt, toch meer fijn bioklastengruis (< 2 mm) en wat fijne 
spikkels
Kist 16 L 0.50 m, deels herboorde losse helemaal niet aansluitende brokken: 
totaal andere lithologie
0-20 cm: vooral cm-grote licht kalkhoudende brokken hard bleekbeige tot 
bleekgrijs zeer licht (soms vol mm-grote holtes door oplossing onstaan) 
verkizeld krijt (tripoli), soms bleekgrijsbruin en korrelig, geassocieerd 
met bleekgrijze rozige of caramelbruine silex; monster lithotheek 333 m
20-50 cm: tot 10 cm grote brokken massieve grijze silex, soms caramelbruin 
verweerd met groene randen

KERNSTROOK 9 (kist 17) 335.49 - 336.21 m; (- 0.23)
Kist 17 L 0.49 m, slecht geboord maar wel aansluitend, plus enkele 
silexbrokken (naval?)
harde groenig grijze mergel, glauconietrijk (< 0.25 mm), soms nesten van 
grotere kwartskorrels (2 mm) en fijn bioklastengruis; sporen van intense 
bioturbaties; grotere (ca 3 mm) donkere afgeronde maar niet steeds ronde 
apatietische (?) korrels en soms takje (2 cm lang en 2 mm breed); ss 6? 
ondulerend; met niet grijs gekleurde levenssporen type gyrolithes klein en 
smal; vanaf 30 cm kleine keien (tot 2.5 cm) van groenig donkergrijze 
phylliet (sokkelmateriaal), meestal afgeplat, en van grofkorrelige 
kwartsiet (wealdiaan?); dikschalige schelpen; steeds kleine ronde glanzend 
zwarte apatietklastjes; glauconietkorrels ca 0.5 mm naar onder toe; ook 
ontkalkte schelpen; monster lithotheek 336 m (basis kernstuk 4 cm)

336,21 - 339,57	Lengte ongeveer 150 cm, recuperatie 45 %. Sterk verbrokkeld 
gesteente. Fijne zandsteen, donkergrijs, met intercalaties 
van siltsteen met druksplijting.
Intensieve plooiing zichtbaar in gelamineerde fragmenten. 
Geen meting mogelijk in brokstukken.
De gelaagdheid staat overwegend steil, met fijne glimmers 
(muscoviet). (Kist 17-19)
339,57 - 341,45	Lengte ongeveer 150 cm, sterk verbrokkeld gesteente. Enkele 
kernen van 15 cm lengte, met zichtbare gelaagdheid op 40° 
(50cm) en 50° (70 cm).Fijne tot middelmatig grove grijze 
zandsteen, zeer poreus, met fijne donkergrijze siltige 
intercalaties. (Kist 19-21)

341,45 - 347,57	Lengte ongeveer 1 m, recuperatie 15 %. Zeer slechte kernen, 
sterk verbrokkeld.
Zachte grijze, fijnkorrelige zandsteen, met glimmers, heel 
poreus. Gelaagdheid zelden zichtbaar; volgens de 
systematische oriëntatie van de glimmers is het gesteente 
hier niet geplooid. ( gelaagdheid omstreeks 45°).(Kist 21-
22)

347,57 - 352,57	Lengte ongeveer 2 m, recupperatie 40%, sterk verbrokkeld. 
Grijze fijne zandsteen tot siltsteen; soms met laminaties. 
Gelaagdheid 50° van 0 tot 10 cm.Staal voor Chitinozoa- 
onderzoek, losse brokstukken van siltsteen op 348 
m.Onderaan is een kernfragment van 10 cm waarop verticale 
druksplijting te zien is in donkergrijze schalie zonder 
zichtbare gelaagdheid. (Kist 22-24)

352,57 - 353,47	Lengte ongeveer 65 cm, sterk verbrokkeld met één stuk van 
20 cm onderaan.
Zachte fijne grijze zandsteen, zeer poreus, met soms een 
gelamineerde intercalatie.. Gelaagdheid 50° op 25 cm, 60° 
op 50 cm, wordt steiler naar onderen toe (Kist 24-25)

353,47 - 359,23	Lengte ongeveer 130 cm, recuperatie 20%. Bovenaan enkele 
brokstukken van 10-17cm, naar onderen toe verbrijzeld.
Zelfde grijze zachte zandsteen, gelaagdheid 50° op 40 cm. 
Onderste halve meter ziet eruit als aaneengekoekt zand- en 
siltsteenmateriaal, dat door het boren werd 
gedesaggregeerd. (Kist 25-26)

359,23 - 362,43	Lengte ongeveer 95 cm, recuperatie 30%. Naar onderen toe 
iets steviger kernen, bovenaan verbrokkeld.
Zelfde zachtgrijze siltsteen tot fijne zandsteen, zeer 
poreus. Bovenste 30 cm overwegend siltsteen.
Op ongeveer 50 cm brokstukken met duidelijke laminatie, en 
plooitjes, gelaagdheid tussen 0° en 45°. Daaronder poreuze 
zandsteen. (Kist 26-27)

362,43 - 365,38	Lengte ongeveer 195 cm, recuperatie 65%. Sterk verbrokkelde 
grijze siltsteen tot fijne zandsteen, soms duidelijk 
intercalaties van gelamineerde hemipelagiet.
Soms ook duidelijke vertikale druksplijting, vb. Op 105 cm 
gelaagdheid 50°, druksplijting vertikaal.
Monster voor Chitinozoa-onderzoek op 364,5 m. Onderaan 
bestaat het gesteente uit aan elkaar gekoekt materiaal, 
losgekomen door het boren: silt, klei, fijn zand. (Kist 27-
29)

365,38 - 368,38	Lengte ongeveer 1 m, recuperatie 30%
Eén kernstuk van 39 cm ( tussen 25 en 64 cm ), voor het 
overige kleine verbokkelde stukken. 
Afwisselend grijze zachte siltsteen en fijn gelamineerde 
hemipelagieten. Gelaagdheid 50° tussen 25 en 44 cm (dikke 
lag hemipelagiet). Eén laagje bevat pyriet (fijnkorrelig).
Steile druksplijting op 80° zowem in hemipelagiet als in 
onderliggende siltsteen. In bovenaanzicht is er een hoek 
van 20° tussen gelaagdheid en druksplijting., de 
gelaagdheid is 20° naar rechts gedraaid t.o.v. splijtings-
strekking. (Kist 30-31)

368,38 - 371,34	Lengte ongeveer 225 cm, recuperatie 75 %? De kernen zijn 
relatief goed met stukken tot 40cm maar ze sluiten niet 
aan.
Donkergrijze siltsteen tot fijne zandsteen, met korte 
intervallen van gelamineerde hemipelagiet.
Hemipelagiet: gelaagdheid 47° op 28 cm, 45° op 45 cm, 45° 
op 132 cm, 40° op 154 cm ombuigend naar steiler: 70° op 
160cm, 70° op 170cm, 80° op 190 cm, Van 150 cm tot 195 cm 
is er een continue band van steile hemipelagiet.
Er is een subvertikale druksplijting, met een iets 
wisselende hoek; 85° in de ene richting tot 85° in de 
andere richting. (tussen 0 en 76 cm). Druksplijting 76° op 
80 cm, vertikaal op 140 cm. Omdat de kernen niet 
aansluiten, kan de evolutie met de diepte niet uitgetekend 
worden. (Kist 31-33)

371,34 - 374,34	Lengte ongeveer 225 cm, recuperatie 75 %. Kernstukken 
tot 50 cm niet aansluitend. Vanaf 125 cm sterk verbrokkeld, 
de onderste 15 cm bestaat uit aaneengekoekt silt en zand, 
door het boren losgekomen. Op de kernen van 60 tot 120 cm 
lopen spiraalvormige groeven door het boren.
Grijze siltsteen tot fijne zachte zandsteen. Van 15 tot 50 
cm hemipelagiet, laminaties van gelagdheid 58° op 16 cm, 
58° op 30 cm, 70° op 40 cm, plooitje op 42-45 cm. 
Druksplijting 75-80° van 0 tot 50 cm (niet sterk 
uitgesproken). Druksplijting vertikaal van 100 tot 120 cm. 
Geen gelaagdheid zichtbaar in kern 50 tot 125 cm.
In brokstukken rond 140-180 cm druksplijting 70 à 80°. 
Intercalatie met gelamineerde hemipelagietrond 190 cm, 
minstens 5 cm dik. Verder hoofdzakelijk grijze siltsteen. 
Enkele zeldzame pyriet korreltjes in sommige laagjes. (Kist 
33-35)

374,34 - 377,25	Lengte ongeveer 75 cm, recuperatie 25 %. Volledig 
verbrokkeld, slechte kernen, onderaan aaneengekoekte silt. 
Grijze fijne zandsteen, heel poreus, met kleine glimmers in 
het gelaagdheidvlak. Niets te meten wegens verbrokkeling. 
(Kist 36)

377,25 - 380,25	Lengte ongeveer 80 cm, volledig verbrokkeld en verbrijzeld 
(recuperatie 25 %). Brokstukken van siltsteen, 
hemipelagiet, maar ook aderkwarts met rubefactie, hematiet-
limoniet concreties in siltsteen en roodgekleurde 
siltsteen. (Kist 36-37)

380,25 - 383,25	Lengte ongeveer 180 cm, recuperatie 60%, verbrokkeld, geen 
aaneensluitende kernen.
Nog enkele fragmenten van aderkwarts bovenaan met 
ijzeroxiden. Verder overwegend zachte poreuze grijze fijne 
zandsteen met kleine glimmers, tot 125 cm. Daaronder 
overwegend grijze siltsteen met zichtbare druksplijting. 
Niets meetbaar wegens verbrokkeling, geen hemipelagiet. 
Onderste 30 cm aaneengekoekte silt en zand. (Kist 37-39)
---------------------------------------------------------------------------
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE (in deklagen vnl. op basis van Geofys. 
Boorgatmetingen)
---------------------------------------------------------------------------
   Top   * basis  * STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
---------------------------------------------------------------------------
	0.00	14.00	Quartair
	14.00	21.50	Formatie van Maldegem – Lid van Buisputten
	21.50	33.00	Formatie van Maldegem – Lid van Zomergem
	33.00	36.00	Formatie van Maldegem – Lid van Onderdale
	36.00	50.50	Formatie van Maldegem – Lid van Ursel & Asse
	50.50	73.50	Formatie van Lede + Formatie van Gent – Lid van 
Vlierzele (+evt. Lid van Wemmel) 
	73.50	85.00	Formatie van Gent – Lid van Pittem/Merelbeke
	85.00	?	Formatie van Tielt
	?	200.00	Formatie van Kortrijk
	200.00	241.00	Landen-Groep
	241.00	336.20	Krijt
 298.20			top gekernd krijt
	      	330.00	Campaan-Santoon krijt
336.20 		383.25	Siluur, herkenbaar aan hemipelagiet. 

---------------------------------------------------------------------------
AUTEUR     J. Van der Sluys, M. Dusar & W. De Vos - augustus 1999
--------------------------------------------------------------------------- 
OPMERKINGEN
---------------------------------------------------------------------------
Bewaarde spoelmonsters: 16/36/41/45/51/61/81/110/133/145/160/161/255/261/279.

diameter kernen: PQ (8,2 cm)

Technische afwerking: boordiameter 311 mm tot 249.65 m, 190.5 mm tot 383.2 m; 
verbuizing staal 219 mm 0-249.65 m, 168 mm 0-341.3 m; stijgbuis PVC 125 mm 0-
339.3 m; filter PVC 125 mm 339.3-378.3 m.

Geofysische boorgatmetingen uitgevoerd door EGS op 02.03: interval 0-249 m; 
door dichtgaan van het boorgat is enkel GR gemeten van 0-245 m, LN-SN en SP 
enkel van 0-207.5 m, caliper mislukt; tweede reeks metingen op 26.03 mislukt 
door blokkering sondes op 269 m; derde reeks op 10.06.99 door verbuizing: 
enkel GR van 240-379 m, LN-SN en SP in filtergedeelte 341-379 m

BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST

	41W/0179 (V, a) KAARTBLAD: ZEVENEKEN
p. 1/8

***************************************************************************
Insert the GSB number to search all associated content