Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 041W / 041W0134.TXT

041W0134.TXT

PL. ZEVENEKEN 41W
A.HACQUAERT

134 (VI)

Natuurwetenschappelijk Tijdschrift. - Gent, 1938 Jaargang 20, Nr.8.

In het voorjaar van 1938 werden te EKSAARDE door den Heer J.DUTRIEU, uit
Wetteren, een drietal geboorde putten uitgevoerd (Nrs 132-133-134). Schets.

blz. 283

Artesische Put Eksaarde Nr. 3.

Deze put werd uitgevoerd in het buitengoed van Dr. Van Geeteruyen, op
ongeveer 40m ten E. van de Zuidlede. Maaiveld op ca +5m. Diameter der
buizen: 114mm; totale diepte 57m59.

De gebruikte werkwijze, met waterspoeling, geeft weinig waarborg aangaande
de interpretatie van de monsters, waarvan slechts enkele bewaard worden in
het Geologisch Laboratorium te Gent. Nochtans treden enkele feiten vrij
goed aan het licht; het lijkt ons de moeite ze hier te vermelden.

1) Zand van het Bartoon werd aangetroffen op de diepte van 15m (misschien   
   reeds hooger ?); het is fijnkorrelig, grijs-groenachtig van kleur en     
   bevat goed zichtbare glimmerplaatjes.

2) In de Klei van Assche komen lenzen voor van sterk glauconiethoudend      
   fijne zanden; dit is namelijk het geval op de diepte van 30m.

3) Onder de klei, op de diepte van 54m40, werd een zeer glauconietrijk,     
   bijna zwart, licht kleiig zand aangeboord. Het stelt vermoedelijk de     
   "bande noire" voor, die aan de basis van de "Klei van Assche" voorkomt.

4) Wat onder die "bande noire" voorkomt valt moeilijk te oncijferen uit de  
   onderzochte monsters. Op de diepte van 54m60 werden talrijke Nummulites
   Prestwichi (= Wemmelensis) aangetroffen; men vond er ook een 
   bleek-grijze, zeer fijnkorrelige zandsteen met kalkachtig ciment en
   pyrietconcreties. Deze laatste vormden grootere massa's (die door den    
   boorder verbrijzeld moesten worden), waarin soms zeer kleine 
   kristalvlakjes te zien zijn (octaëders), of kleine onregelmatige
   cylindertjes met diameter kleiner dan 1 mm3. Vermelden wij nog, in het
   monster van deze diepte afkomstig, een stuk fijnschalige Ostrea, enkele
   anneliedenbuisjes en koloniën van Bryzoa; men vindt ook kleine verweerde
   stukken kalksteen met Nummulites planulatus, doch zij zijn zonder 
   twijfel in de put gevallen en komen uit de Kwartaire bedekking (zie bij  
   boring Nr.1). Een monster afkomstig uit de diepte van 55m09 is identisch 
   aan het voorgaande; wij vonder er tevens een goed bewaarde wervel van    
   Beenvisch.

5) Op 57m69 diepte is men volop in het Lediaan: grijs-groen 
   glauconiethoudend, zeer rijk aan niet-gerolde Nummulites variolarius 
   werd er aangeboord. Het bevat ook Ditrupa en Solarium.

Interpretatie.

Uit deze boring blijkt dat het Tertiair uit de streek van Eksaarde uit
volgende termen bestaat:

Bartoon: 5. Zand van Assche;
         4. Klei van Assche, met tusschengelaagde zanden;
         3. Bande noire;
         2. Zand van Wemmel, met pyriet en zandsteenbanken.

Lediaan: 1. zand en zandsteen van Lede.


Laboratorium van het Ministerie van volksgezondheid.
WATERONTLEDING UITSLAG nr. 59 H 394, van 30.12.1959.

Monster gemerkt : Eksaarde, bij het kasteel Geetrugen.
Diepte : 57-69m.
Opgenomen de : 19.8.1959.

CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN.              mg/l.

Ca++                                   18
Mg++                                   23
Fe++                                    0.895
Na+                                   425
C1-                                   470
SO4--                                  45
HCO3-                                 433
CO3--                                  12
Indamprest bij 110°C.                1270

                                      ° Fr.

Totale hardheid.                       14
Bicarb. hardheid.                      14
Blijvende hardheid.                     0
TA (alkal. phph).                       1
TAC (alkal. M.O.)                      37.5
Insert the GSB number to search all associated content