PL. LOKEREN 41E
A.Grosjean
142 (VII)
Boringen uitgevoerd te LOKEREN (schets),
voor de Dienst van Bruggen en Wegen,
door M. VERHAERT van Berchem.
Grondstalen verzameld door den boormeester.
Aanvang en einde der werken: in 1937.
Boringsmethode: zonder inspoeling.
Boring d (= I)
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 6m.
Volg- AARD DER GRONDSTALEN Diepte m.
nummer
1 Bruin, heel fijn zand 0.50
2 Idem 1.00
- (verrot briefje) Idem, samenhangend
4 Idem, doch niet zoo bruin 2.00
5* Witachtig grijs, sterk samenhangend, heel fijn zand.
Plantenresten 2.50
6 Hetzelfde zand, met dunne bruine tussenstrepen 3.00
7* Wit (iets rossig), kwartsachtig, fijn, los zand; niet
kalkhoudend; met glauconiet fijn gespikkeld 3.50
8 Idem, doch licht kalkhoudend 4.00
9 Idem 4.50
10 Idem 5.00
11* Hetzelfde licht kalkhoudend fijn, wit (iets rossig)
zand; nochtans kan men hiet met de zift een overschot
afscheiden van kleine, dunne, platte, groenachtige-
grijze klei fragmenten, kwartskorrels en vuursteen-
schilfertjes, waarvan de grootste diameter eenige
millimeters niet overschreidt 5.50
12 Idem , doch het overschot is geringer 6.00
13 Hetzelfde zand als Nr. 11, met het gemeld overschot,
doch niet kalkhoudend 6.50
14 Hetzelfde als Nr.13 7.00
15 Hetzelfde als Nr.12 (kalkhoudend, geringer overschot) 7.50
16 Hetzelfde zand als Nr.11, met het gemeld overschot
doch nauwelijks kalkhoudend 8.00
17* Gelijkkorrelig, kwartsachtig, fijn zand, doch groen-
achtig-wit en met glauconiet dichter gespikkeld.
Niet kalkhoudend.
Geen dergelijke ziftoverschot 8.50
18-19 Idem 9.00- 9.50
20 Idem, doch met een zeker dergelijk ziftoverschot 10.00
21-22 Hetzelfde als Nr.20 10.50-11.00
23-24 Idem, doch zonder ziftoverschot en iets kalkhoudend 11.50-12.00
25* Hetzelfde zand, doch met een zeker ziftoverschot
bestaande uit kwartskorrels, kleine schelpfragmenten
en vuursteenschilfertjes 12.50
26-30 Idem 13.50-15.00
31* Idem. In het ziftoverschot, een gerolde haaitand en
eene gerolde Nummuliet 15.50
32* Groenachtig-grijze klei 16.00
33*-34* Idem 16.50-17.00
35* Heel fijn, leemachtig, groenachtig-grijs zand met
eenen gerolden zwarten, platten vuursteen (2 x 1cm)
en eenen gerolden vischtand 17.50
36* Hetzelfde leemachtig zand, met eenen kleinen vuur-
steensplinter 18.00
37* Hetzelfde leemachtig zand 18.50
38* Idem 19.00
39* Idem 19.50
40* Idem 20.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (A.Grosjean, 25-9-1939):
Modern en Plistoceen: 15m50
Rupeliaan: 4m50
---------------------------------------------------------------------------
142 (vervolg)
Boring c (= II)
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 6m.
Volg- AARD DER GRONDSTALEN Diepte m.
nummer
1 Onzuiver bruin zand met sintels, enz. Niet kalk- 0.50
houdend
2 Idem, zet steenfragmenten (porfiriet ?). Niet kalk-
houdend 1.00
3 Geel, kwartsachtig, samenhangend, fijn zand met li-
monietbruine streepjes. Niet kalkhoudend 1.50
4 Idem 2.00
5 Idem 2.50
6 Witachtig-grijs, heel fijn, kwartsachtig zand; niet
kalkhoudend, samenhangend en met bruine tussenstrepen 3.00
7 Idem 3.50
8 Idem 4.00
9 Wit, los, kwartsachtig zand; kalkhoudend en met glau-
coniet fijn gespikkeld 4.50
10-12 Idem 5.00- 6.00
13 Idem, doch nauwelijks kalkhoudend 6.50
14 Idem doch niet kalkhoudend. Bijna geen ziftoverschot 7.00
15 Idem 7.50
16 Idem. Het zeer gering ziftoverschot bevat kleistukken
en steenkoolkorrels. 8.00
17 Idem. Zeer gering ziftoverschot: kwartskorrels en
kleifragmenten 8.50
18 Idem, doch iets groenachtiger van kleur. In het
ziftoverschot; eenige steenkoolkorrels 9.00
19 Idem, doch iets groenachtiger; eenige steenkool- en
slak korrels 9.50
20 Groenachtig-wit, kwartsachtig niet kalkhoudend zand,
met glauconiet dichter gespikkeld; gering ziftover-
schot bevattend schelpfragmenten en kleistukken 10.00
21 Hetzelfde zand; geen ziftoverschot, behalve enkele
steenkoolkorrels 10.50
22 Hetzelfde zand; bijna geen ziftoverschot 11.00
23 Idem 11.50
24 Idem, doch licht kalkhoudend 12.00
25* Hetzelfde zand, doch kalkhoudend en met een ziftover-
schot die enkele nummulieten en vele rijsjes bevat 12.50
26 Idem, doch kalkhouden met een geringer overschot 13.00
27 Idem, nauwelijks kalkhoudend; bijna geen ziftover-
schot (Nummulietes sp.) 13.50
28-29 Idem 14.00-14.50
30 Idem; In het ziftoverschot, rijsjes en schelpfrag-
menten 15.00
31 Idem; ziftoverschot met koolen en schelpfragmenten 15.50
32* Idem; zeer geringe ziftoverschot 16.00
33* Groenachtig-grijze, glimmerhoudende klei met enkele
kleine rolsteenen (diameter kleiner dan 10mm) 16.50
34* Dezelfde klei, doch zonder rolsteenen 17.00
35* Idem 17.50
36* Idem 18.00
37* Groenachtig-grijze, glimmerhoudende klei, en heel
fijn leemachtig, groenachtig-grijs zand 18.50
38* Groenachtig grijs, heel fijn (leemachtig) zand.
Een kwartskorrel 19.00
39* Dezelfde klei als Nr.34-36 19.50
40* Groenachtig-grijze, glimmerhoudende klei en heel
fijn, leemachtig, groenachtig-grijs zand met enkele
wel gerolde kwartsrolsteenen (ten hoogste 1/2cm.
diameter) en kwartsboonen 20.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (A.Grosjean, 25-9-1939):
Modern en Plistoceen: 16m50
Rupeliaan (R1)?: 3m50
---------------------------------------------------------------------------
142 (vervolg)
Boring b (= III)
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 6m.
Volg- AARD DER GRONDSTALEN Diepte m.
nummer
1 Bruin, kwartsachtig, fijn zand. Niet kalkhoudend 0.50
2 Idem 1.00
3 Wit, kwartsachtig, samenhangend zand. Niet kalkhoudend 1.50
4 Grijsachtig-wit, sterk samenhangend, heel fijn zand.
Niet kalkhoudend 2.00
5 Idem 2.50
6 Idem, doch geelachtiger van kleur door oxydatie der
ijzerachtige bestanddeelen 3.00
7 Idem, doch kalkhoudend 3.50
8 Geelachtig-wit, samenhangend, heel fijn zand, kalk-
houdend 4.00
9 Idem, doch grijsachtiger 4.50
10 Wit, los, kwartsachtig zand, kalkhoudend en met glau-
coniet fijn gestippeld 5.00
11 Idem. In het zeer gering ziftoverschot, ziet men kool-
korrels en opgezwollen koolkorrels 5.50
12 Idem, doch niet kalkhoudend 6.00
13 Idem, doch geen ziftoverschot 6.50
14 Idem, doch geen ziftoverschot 7.00
15 Dezelfde wit, los, kwartsachtig, niet kalkhoudend zand,
fijn gestippeld. De ziftoverschot bestaat uit kleine
stukken van groenachtige-grijze klei (eenige milli-
meters lang) 7.50
16 Idem 8.00
17 Idem 8.50
18 Idem; in het ziftoverschot, zijn er koolkorrels, som-
tijds gezwollen 9.00
19 Idem 9.50
20 Hetzelfde zand, bijna zonder ziftoverschot 10.00
21 Hetzelfde zand; zeer gering ziftoverschot 10.50
22 Hetzelfde zand; zeer gering ziftoverschot; rijsjes 11.00
23 Idem. In het gering ziftoverschot, rijsjes en gezwol-
len koolkorrels 11.50
24 Idem 12.00
25 Hetzelfde zand; geringe overschot 12.50
26 Idem 13.00
27* Hetzelfde zand, doch kalkhoudend, en iets grofkorre-
liger. In het ziftoverschot, houtfragmenten, gezwollen
koolkorrels (coke?) en gezwollen slakkorrels 13.50
28 Hetzelfde zand met hetzelfde overschot 14.00
29 Idem 14.50
30 Idem. In het ziftoverschot, eene Nummuliet 15.00
31* Idem. Enkele nummulieten 15.50
32 Idem. Enkele nummulieten 16.00
33* Grijsachtig-groen, heel fijn, leemachtig zand dat
sterk, maar uiterst fijn, glauconiethoudend is.
Klei-ballekes en rolsteenen (ten hoogste 15mm dia-
meter): witte kwartsboonen, vuursteenen, pyriet,
limonietachtige concreties, been-fragment, enz.
Hier vind men ook een dik gesmolten ijzerkorrel
(die vermoedelijk van het lasschen der buizen voort-
komt) 16.50
34* Grijsachtig-groene, glimmerhoudende klei, met zwarte
vlekken 17.00
35* Idem 17.50
36* Grijsachtig-groen, heel fijn, leemachtig, samen-
hangend zand dat sterk maar uiterst fijn glauconiet-
houdend is. Daarenboven ziet men groene tusschen-
streepjes die bijna uitsluitend uit glauconiet
bestaan 18.00
37* Klei als hierboven (Nr.34) en leemachtig zand (als
Nr.33) met een hoekig stuk van harde mergel (3cm.
lang), eenige wel gerolde kwartsboonen, eenige kies-
stukken, enz 18.50
38* Groenachtig, leemachtig zand (als Nr.33), met eenige
welgerolde kwartsboonen en kleine rolsteenen 19.00
39* Hetzelfde zand met glauconiet tussenstreepjes doch
zonder rolsteenen 19.50
40* Hetzelfde zand met eenige korrels 20.00
Vermoedelijke aardkundige verklaring (A.Grosjean, 25-9-1939):
Modern en Plistoceen: 16m50
Rupeliaan (R1) en Asschiaan?: 3m50
---------------------------------------------------------------------------
142 (vervolg)
Boring a (= IV)
Benaderende hoogte van het maaiveld, boven den zeespiegel: 6m.
Volg- AARD DER GRONDSTALEN Diepte m.
nummer
1 Rosachtig-wit, fijn, kwartsachtig zand; niet kalk-
houdend 0.50
2 Idem 1.00
3 Idem; iets samenhangend 1.50
4 Idem; iets samenhangend 2.00
5 Idem; iets samenhangend 2.50
6 Hetzelfde zand, doch samenhangend en met limonietachtige
tussenstreepjes 3.00
7 Hetzelfde zand, doch sterk samenhangend 3.50
8 Idem, doch kalkhoudend 4.00
9 Idem, licht kalkhoudend 4.50
10 Groenachtig-wit, kwartsachtig, los zand met glauconiet
licht gespikkeld; niet kalkhoudend, zeer gering ziftover-
schot: platte grijze kleifragmenten (ten hoogste: 3mm
lang), kwartskorrels, koolkorrel 5.00
11 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot 5.50
12 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot 6.00
13 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot 6.50
14 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; licht
kalkhoudend 7.00
15 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; licht
kalkhoudend 7.50
16 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; licht
kalkhoudend 8.00
17 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; kalk-
houdend 8.50
18 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; kalk-
houdend; een Nummuliet 9.00
19 Hetzelfde zand, doch bijna zonder ziftoverschot; kalk-
houdend; een Nummuliet 9.50
20 Hetzelfde zand, bijna zonder ziftoverschot, doch iets
groenachtiger en licht kalkhoudend 10.00
21 Idem, doch niet kalkhoudend en met een zeer gering zift-
overschot: kleifragmenten, kwartskorrels, steenkool-
korrel 10.50
22 Idem, doch bijna geen ziftoverschot (steenkoolkorrel) 11.00
23 Idem, zeer gering ziftoverschot 11.50
24 Idem, zonder ziftoverschot 12.00
25 Hetzelfde zand doch iets grofkorreliger , ziftoverschot
bestaande bijna uitsluitend uit kwartskorrels 12.50
26 Hetzelfde zand, doch bijna geen ziftoverschot 13.00
27 Idem, doch iets kalkhoudend 13.50
28 Idem, doch iets kalkhoudend 14.00
29 Idem, doch iets kalkhoudend 14.50
30* Hetzelfde zand; niet kalkhoudend. Bijna geen ziftover-
schot 15.00
31* Hetzelfde zand, doch grofkorreliger, iets kalkhoudend.
Ziftoverschot bestaand hoofdzakelijk uit kwartskorrels
met schelpfragmenten 15.50
32* Idem. In het ziftoverschot, een nummuliet 16.00
33* Idem. In het ziftoverschot, een nummuliet en een
phosphatiseerd been-fragment 16.50
34* Grijsachtig-groen, heel fijn, samenhangend zand, met
kalkachtige bruine marmeringen. Dit zand is sterk, maar
uiterst fijn, glauconiethoudend. Vele gruisjes die ten
hoogsten 12mm lang zijn: vuursteenen, witte kwarts-
boonen, schelpfragmenten 17.00
35* Groenachtig-grijze, glimmerhoudende klei met zwarte
marmeringen. In de uiterlijke korst van het monster,
zijn er eenige kwartsboonen maar men zit er geen in
de massa (afvallen?) 17.50
36* Idem 18.00
37* Idem 18.50
38* Idem 19.00
39* Groen, heel fijn, samenhangend zand, dat sterk, maar
uiterst fijn, glauconiethoudend is 19.50
40* Idem, met enkele kleine rolsteenen (ten hoogste: 5mm):
Vuursteen en kwartskorrels 20.00
NOTA.- De gebruikte zift is met ringvormige gaatjes voorzien van een mm
doorsnede.
Vermoedelijke aardkundige verklaring (A.Grosjean, 25-9-1939):
Modern en Plistoceen: 17m00
Rupeliaan (R1) (?): 3m00