Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 040W / 040W0420.txt

040W0420.txt

ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS
__________________________________________________________________________
Kaart nr.:	040W
PLAAT:   			Evergem
Nr.:     			0420
Type Boring:   		2003-122 / werfnr 16247/G.18.0376-9
Topografische kaart:	14/5
Uitgevoerd te:   		Oosteeklo
Post nr.:			
Adres boorplaats:		
				
Opdrachtgever:		De Watergroep
Boorfirma:			Smet GWT Europe
Boordatum:			12.02.2019
Topografie:			
Stalen door:		
Boormethode:		spoelboring tot 20 m, luchtlift tot 83 m
Lengte & doormeters:	boring 450 mm, filterbuis 250 mm, filter 54-79 m
Grondwaterstanden:	
1ste maal:			
Bij rust:			
Tijdens pompen:		
Debiet:			4,7 m³/h/m
Waterzaak nr.:		
Totale diepte:		83.20 m
Stalen bewaard:		ja
Maaiveld / ref. peil: 	9,45 m MV
X:				101196
Y:				207213
NIS code:			
__________________________________________________________________________
BOORBESCHRIJVING M. Dusar, 02.05.2019
__________________________________________________________________________
 Nr.  van   *	tot    * 	AARD DER GRONDLAGEN
__________________________________________________________________________
0	1	asgrijs middelmatig humeus dekzand met plantenresten
1	2	gelig tot asgrijs middelmatig zuiver dekzand (kwarts)
2	3	idem, sporadisch groene korrels; met humeuze plantenresten
3	4	idem, met lignietkorrels en lignietbrokjes, klein kwartskeitje (granule) en donkergrijze humeuze kleiige fijne zandbol
4	5	idem
5	6	idem, blijft asgrijs scherp middelmatig kwartszand, met lignietkorrels en brokjes, met groengrijze bol van kleiig fijn kwartszand
6	7	zelfde zand met humeuze plantenresten
7	8	idem, en met bol van groengrijs kleiig fijn zand, licht kneedbaar
8	9	zelfde afzetting maar zand wordt fijner en met aanzienlijke siltfractie
9	10	zelfde afzetting eerder fijn, zacht aanvoelend zand, nog met siltfractie maar ook tot matig grove korrels, rijk aan lignietkorrels en -brokjes
10	11	zelfde zand, sterk vermengd met grijze , fijnzandige klei
11	12	idem
12	13	lichtgrijs fijn goed gesorteerd, zeer licht kleiig, zacht aanvoelend kwartszand met zeer fijne donkere korrels (vnl ligniet)
13	14	idem
14	15	facieswijziging : grijs donker gespikkeld (met ligniet) fijn kwartszand, licht slibhoudend maar niet kleiig, rijk aan grof schelpgruis van gevarieerde zeeschelpen, meest mossel-oester-cardium (dus koudwaterfauna van de huidige Noordzee en eerder Quartair dan Eoceen); ook grotere lignietbrokjes (monster lithotheek)
15	16	zelfde zand met schelpen en ligniet, met slappe groene silteuze kleibollen
16	17	zelfde zand, vrijwel slibvrij, minder schelpengruis, maar nog veel ligniet
17	18	zelfde zand, rijk aan hetzelfde grof schelpengruis
18	19	+- zelfde zand, matig fijn, van middelmatig tot siltfractie, slibvrij, weinig fijn schelpengruis, nog licht glauconiethoudend
19	20	idem (monster lithotheek)
20	21	idem
21	22	donkergijze sterk humeuze kleibollen, met fijn schelpengruis (dezelfde koudwater Noordzee-schelpenassociatie en graad van verwering als bovenliggende monsters), met perfect afgeronde kwartsgranule (kwarts van verschillende kleur, tot 0.5 cm groot), met gebroken of mooi afgeronde silex tot 2 cm, met onregelmatige grove slecht gesorteerde zandsteenbrokjes (cm-schaal) die basis Quartair lijken te zijn (monster lithotheek)
22	23	grijze bollen in licht fijnzandige stijve klei, met bruine oxidatie (monster lithotheek)
23	24	slappe bollen in grijsgroene zandhoudende klei, vermengd met wat middelmatig scherp zand, licht gespikkeld met zwarte glauconiet (vermoedelijk zelfde zand vermengd in de klei)
24	25	grijs slecht gesorteerd zand , van silteus tot zeer grof, licht gespikkeld met zwarte glauconiet, weinig fijn schelpengruis, met cm-grote bollen in bruine zandrijke klei (zelfde zand)
25	26	+- idem, nog kleirijker (monster lithotheek)
26	27	grijs licht kleiig zeer slecht gesorteerd zand, van silteus tot zeer grof en perfect afgeronde kwartsgranule, met mooi afgeronde of gebroken zwarte silex keien tot 3 cm, en meer hoekige bleke silexkeien, met slecht afgesleten grof schelpengruis (monster lithotheek)
27	28	zelfde grijs grof slecht gesorteerd, zeer licht kleihoudend zand, met grof afgesleten schelpengruis (verschillend van de associatie tot 22m) met gebroken silex die donkergrijs wit of caramelbruin is gekleurd, met grijze middelmatige kwartszandsteen met ruw onregelmatig oppervlak (keien tot 3 cm groot)
28	29	facieswijziging: beige verwerende zandhoudende klei in bollen (monster lithotheek)
29	30	lichtgrijze stijve klei met dunne lagen in asgrijs zeer fijn zand
30	31	lichtgrijze stijve klei, zonder zandbijmenging (monster lithotheek)
31	32	grijze stijve klei
32	33	idem
33	34	lichtgrijze stijve klei, steeds zonder zand
34	35	grijze stijve klei
35	36	grijze stijve klei met fijn kwartszand bijmenging of met zwarte matig-grove glauconiet, soms zeer rijk (monster lithotheek)
36	37	+- idem
37	38	groenig grijze stijve klei, zonder zandbijmenging, kalkhoudend, licht beige verkleurend
38	39	slappe grijze klei, beige verkleurend, met wisselende, soms hoge gehaltes aan grove zwarte glauconiet, met weinig schelpengruis of sporadisch spoelvormige nummuliet
39	40	+- idem, rijker aan schepengruis en kalkrijk
40	41	grijs fijn kleirijk en slibrijk zand, sterk gespikkeld met middelmatig glauconiet; weinig schelpgruis of grotere gerolde bioklasten, licht kalkhoudend
41	42	grijs gespikkeld matig fijn zand, ca. 10 % glauconiet, nog licht kleihoudend en kalkhoudend, met kleine harde kleilamellen
42	43	helgroen overwegend fijn kleirijk zand (klei-reactie), slecht gesorteerd met zeer grove kwartskorrels en rijk aan grof schelpengruis en nummulieten (monster lithotheek)
43	44	grijs kleirijk zand met weinig glauconiet of schelpengruis maar toch kalkrijk, vol grote lamellen van lichtgrijze stijve klei
44	45	fijn grijs licht gespikkeld (enkele % fijn glauconiet zand, licht kleihoudend, rijk aan groengeel slib, niet kalkhoudend
45	46	+- zelfde zand, iets kleirijker, met slappe en mergelige kleilamellen
46	47	lichtgrijs fijn, licht gespikkeld (tot 10 % glauconiet) zand, zonder kleverige klei, maar wel rijk aan grijsgeel slib, rijk aan fijn schelpengruis (geen nummulieten) (monster lithotheek)
47	48	+- zelfde zand, met grover schelpengruis en met slappe bollen in zelfde kleiig zand
48	49	bleekgrijs fijn sterk kleiig kalkrijk zand vol schelpengruis (monster lithotheek)
49	50	+- idem
50	51	wordt eerder zandige klei vol grof schelpengruis
51	52	idem
52	53	zwart, zeer slibrijk, venig zeer fijn zand, sterk humeus, met fijne lignietbrokjes; sporadisch schelpengruis (monster lithotheek)
53	54	matig-grof slecht gesorteerd zand met heldere kwarts, licht gespikkeld (ca 5%) met zowel matig-grove glauconiet als hoekige ligniet, met grotere (0.5 cm) lignietfragmenten en sporadisch gerold schelpengruis (monster lithotheek)
54	55	+- zelfde zand, minder glauconiet en meer gerold schelpengruis, vrijwel slibvrij
55	56	+- zelfde zand, verfijnend tot overwegend matig fijn, licht gespikkeld (ca 10%) overwegend zwarte glauconiet tot middelmatig, met zwarte sterk humeuze kleiige lamellen
56	57	+- zelfde zand met mm-grote brokjes van verharde ligniteuze klei (ipv lamellen)
57	58	zelfde zand, steeds met weinig schelpengruis, met slappe lamellen van lichtgrijze en van zwarte sterk humeuze zandrijke klei
58	59	+- idem, met herkenbare kleine schelp (monster lithotheek)
59	60	+- idem, zeer weinig fijn schelpengruis, met slappe lichtgrijze kleilamellen waarin zwarte zandige-venige strepen (sedimentaire laminaties)
60	76	ontbreekt
76	77	grijs middelmatig licht gespikkeld zand (ca 10 % glauconiet van dezelfde grootte), licht kleiig en zeer slibrijk
77	78	+- idem, met slappe grijze kleilamellen; zeer zacht aanvoelend
78	79	facieswijziging: donkergrijs licht venig middelmatig slibrijk kleiig zand, licht gespikkeld met glauconiet (enkele %) (monster lithotheek)
78	80	eerder donkergrijs licht kleiig silteus tot middelmatig zand, sterk gespikkeld met ca 15 % glauconiet, sporadisch fijne kalkbioklasten
80	81	zelfde zand, met slappe lichtgrijze kleilamellen en zwarte ligniteuze kleibrokjes (enkele mm)
81	82	+- zelfde zand, licht verfijnend en meer homogeen, nog slechts licht kleihoudend, blijft gespikkeld met ca 15 % glauconiet, meer fijn schelpengruis (monster lithotheek)
82	83	facieswijziging : donkergrijze zandrijke klei, met zelfde zand als bovenliggend
83	83.20	grijze stijve klei met afwisseling tussen zeer zandrijke bruinige laagjes en zuiverder klei (monster lithotheek)
__________________________________________________________________________
STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE VOLGENS SPOELMONSTERS
__________________________________________________________________________
 Top  *  Basis  *  STRATIGRAFISCHE EENHEDEN
0	4	Quartair dekzand, Formatie van Gent (grens met onderliggende eenheid onduidelijk, gelegd op grovere horizont)
4	14	Zand van de Vlaamse Vallei, Formatie van Eeklo, Lid van Eke: asgrijs middelmatig tot fijn silteus (fining downward) zand, met zandrijke kleilagen
14	22	Formatie van Eeklo, Lid van Oostakker: grijs door ligniet sterk gespikkeld fijn zand, rijk aan verweerde schelpfragmenten van Noordzee-koudwaterfuna; met basisgrind (van hetzelfde type als Quartair basisgrind)
22	28	Formatie van Eeklo, Lid van Dendermonde: grijs kleirijk zand, met diverse types klei, slecht gesorteerd tot zeer grof met granule en verweerde silexkeitjes, met basisgrind
28	35	Formatie van Maldegem, Lid van Ursel: grijze stijve klei, bovenaan met fijn asgrijs zand bijmenging
35	40	Formatie van Maldegem, Lid van Asse: kalkhoudende kleilagen met grove glauconiet, naar onder toe meer schelpengruis en zelden nummulieten
40	44	Formatie van Maldegem, Zand van Wemmel: grijs gespikkeld fijn fijn zand, met helgroene basis met grove kwarts en glauconiet, schelpengruis en kleine nummulieten
44	46	Formatie van Lede: grijs fijn zand
46	52	Formatie van Aalter, Lid van Oedelem : grijs fijn zand en mergel met schelpenresten(geen nummulieten); kleirijk aan de basis; scherpe grens naar onder toe (eenheid met complexe log-signatuur)
52	53	Formatie van Gentbrugge, Lid van Aalterbrugge (sequentiegrens): zwart venig slibrijk zand met ligniet
53	55	Formatie van Gentbrugge, Lid van Aalterbrugge: grijs gespikkeld grof zand met grove glauconiet en met ligniet en gerolde schelpen
55	58	Formatie van Gentbrugge, Lid van Aalterbrugge: grijs fijn tot middelmatig door glauconiet gespikkeld zand met tussenlaagjes van zwarte venige klei 
58	67	Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele: grijs fijn zand me weinig schelpengruis, met lamellen van slappe grijze klei en zwarte venige klei
67	73	Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele: (geen boormonsters) gelijkaardige log signatuur als voorgaande maar licht verhoogde gammastraling en ook verhoogde resistiviteit (meer glauconiet, minder klei) 
73	75,50	Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele: (geen boormonsters) zelfde sequentie met nogmaals verhoogde gammastraling en verlagende resistiviteit (terig meer klei)
75,50	78	Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele: grijs door glauconiet gespikkeld licht kleiig middelmatig zand met kleilenzen (verhoogde gammastraling door toename glauconiet- en kleigehalte, herkend in alle boringen)
78	82	Formatie van Gentbrugge, Lid van Vlierzele: donkergrijs licht kleiig en ligniteus zand, fining downward van middelmatig tot fijn  en in dezelfde richting toenemend glauconietgehalte, schelpengruis aan de basis
82	83,20	Formatie van Gentbrugge, Lid van Pittem: afwisseling stijve klei – zandrijke klei met tussenlaagjes van fijn grijs gespikkeld zand
__________________________________________________________________________
AUTEUR	M. Dusar, M. De Ceukelaire, 08/2019

Insert the GSB number to search all associated content