PL. EVERGEM 40W
M.GULINCK
284 (II)
CONTROLE PUT C.9.
uitgevoerd te OOSTEEKLO
bij de N.M.W.L.
door de N.V. SMET uit DESSEL
Datum : juni 1960
Topographische ligging opgetekend door W.CLAESSENS volgens plan M.L. 415/02
Grondstalen verzameld door : de boormeester.
Boringsmethode :
Opeenvolgende doormeters : 5/4
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : 1.55m.
tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : + 8.309
Totale diepte : 28.50m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
van tot
1-2-3 Geelachtig half fijn zand en kalkhoudend 0,00 3,00
4 Geelachtig half fijn zand wat leemhoudend 3,00 4,00
5-7 Wit geelachtig, zeer heterogeen zand 4,00 7,00
8 Id., leemhoudend 7,00 8,00
9 Geen stalen 8,00 9,00
10-12 Fijn witachtig, zand, geen kalk 9,00 12,00
13 Id. met Cardium - met grof zand 12,00 13,00
14-18 Zeer grof zand, schelpen. 13,00 18,00
19-20 Bleek grijs, fijn maat heterogeen zand, veel
schelpen (Mitylus) 18,00 20,00
21 Grof schelpenrijk zand 20,00 21,00
22-23* Heterogeen zand, met kalkrijke leem 21,00 23,00
24 Heterogeen zand met schepen (Cardium) 23,00 24,00
25-28 Geelachtig zand, iets leemhoudend-weinig kalk,
meestal fijn 24,00 28,00
AARDKUNDIGE VERKLARING : M.GULINCK, 10/2/1961
PLEISTOCEEN : 0,00 - 28,00
---------------------------------------------------------------------------
PL. EVERGEM 40W
M.GULINCK
284 (II) 1ste vervolg
CONTROLE PUT C.10
uitgevoerd te OOSTEEKLO
bij de N.M.W.L.
door de N.V. SMET uit DESSEL
Datum : juni 1960
Topographische ligging opgetekend door W.CLAESSENS volgens plan M.L. 415/02
Grondstalen verzameld door : de boormeester
Boringsmethode :
Opeenvolgende doormeters : 3/4.
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand : 1.20m
tijdens het pompen
met een debiet van l/u
Hoogte van het maaiveld : + 8,225
Totale diepte : 26.50m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m.
van tot
1-2 Bleek kalkhoudend zand 0,00 2,00
3-4 Bleek zand, geen kalk, tamelijk grof 2,00 3,00
5-7 Id. kalkhoudend 4,00 7,00
8-9 Bleek leemhoudend zand 7,00 9,00
10-16 Bleek half fijn zand min of meer kalkhoudend, licht
glauconiethoudend 9,00 16,00
17* Groenachtige leem - geelachtige mergel; schelpen
(Cardium) 16,00 17,00
18-19 Zand met geelachtige mergel 17,00 19,00
20-24 Grijs zeer grof zand- grindachtig 19,00 24,00
25-26 Zeer heterogeen, grof zand met geelachtige
mergelbrokjes (veel minder grof dan voorheen) 24,00 26,00
? ?
AARDKUNDIGE VERKLARING - M.GULINCK - 25/1/1961.
PLEISTOCEEN : 0,00 - 26,00