Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 040W / 040W0253.TXT

040W0253.TXT

PL. EVERGEM 40W

253 (VIII)

Getubeerde put 
uitgevoerd te EVERGEM (Vier Linden),
bij M. Schoentjes,
door M. Dutrieu te Wetteren.
Topographische ligging opgetekend door E.Verdin, de 19-5-1942. Schets.
Aanvang der werken: Maart 1940;
Einde der werken: einde 1941.
Boringsmethode: met inspoeling.
Diepte van het water, bij ruststand: 2m00.
Vermoedelijke diepte van de watervoerende laag: 56m20
Benaderende hoogte van den beganen grond boven den zeespiegel: 6.50.

Vermoedelijke doorsnede naar den Boorder:

Zwarte bovengrond                                            0.00   0.60
Bruin fijn zand                                              0.60   4.50
Gros grijs zand met schelpen en turf                         4.50  24.70
Keien en gravier                                            24.70  26.00
Zeer zwarte harde steenlaag                                 26.00  26.50
Groen zand met schelpen en turf                             26.50  47.25
Steenlaag                                                   47.25  47.50
Vet fijn groen zand                                         47.50  54.00
Zeer harde kleiaarde                                        54.00  56.00
Harde steenlaag                                             56.00  56.20
Waterlaag fijn zand groen                                   56.20  70.00

Aanmerkingen: De buizen van de put zijn geplaatst in de harde steenlaag op
              56m20.

Totale diepte van de put : 70m.
Van 56m20 tot 70m waterlaag tusschen de steenlagen.
Waterpeil onder de grond in de put: 2m (4m50) boven zee.


Marguerite VAN HAUWAERT                              Gand, le 7 mai 1942.
Pharm.Dr.Sc.Chim.(U.S.A.)
Chimiste-biologiste à l'Hopital de Gand
22, Rue Marnix-GAND

BULLETIN D'ANALYSE

Nom et adresse du requérant: Monsieur L.SCHOENTJES.
Objet de l'analyse: Eau d'un puits artésien "Vier Linden" Evergem.

        Résultats             Echantillon                 Maximum
                              à analyser                  tolérable

Résidu d'évaporation            1.8 gr.%.                 2 gr. %.
Résidu d'incinération           0.5 gr.%.                 1.5-2 gr.%.
Ammoniaque                      0.3 mgr.%.                0.1 mgr.%.
Nitrites                        absence                   absence
Nitrates                        absence                   tolérable
Dureté                             6                         --
Matières organiques             4.5 mgr.%.                3 mgr.%.
(exprimé en oxygène 
consommable par litre)
Numération des bactéries      20 colonies non             200 colonies 
sur gélose                    pathogènes par cm3           par cm3.
sur gélatine                  18 colonies liquéfiantes    20 col. par cm3.
                              par cm3.
Recherche du bactérium coli      absence                  non tolérable.

CONCLUSIONS: Cette eau contient trop d'ammoniaque et un peu trop de ma-
tières organiques. Comme elle est très pure au point de vue bactériologique
je considère que malgré l'excédent d'ammoniaque et de matières organiques
elle peut être employée sans danger pour l'alimentation.

(7 mai 1942)
(S) VAN HAUWAERT
Insert the GSB number to search all associated content