PL. LOCHRISTI 40E
M.GULINCK
173 (VII)
BORING No 2
uitgevoerd voor BRUGGEN EN WEGEN
langsheen het Kanaal GENT-TERNEUZEN
door de Firma VAN HEUGTEN uit HAMONT.
Topographische ligging opgetekend volgens plan de 11de Oktober 1955.
Cfr. Geologisch profiel langs de vaart Gent-Terneuzen.
Grondstalen verzameld door de opzichter.
Aanvang der werken: 5/9/1955.
Einde der werken: 7/9/1955.
Boringsmethode: schroefboor.
Diepte waarop het water voor de eerste maal waargenomen werd: 1.80m.
Aanvangspeil: ?
Totale diepte : 18.70m.
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte (m.)
1-3 Bruin, samenhagend zand 0.50 1.50
4-5 Turf 1.80 2.50
6-7 Fijn, donkergrijs, los zand 2.80 3.50
8 Grijs, minder fijn zand 4.00
3-13 idem 4.50 6.50
14-20 Bleekgrijs, middelmatig fijn zand; kalkrijk 7.00 10.00
21-22 Grijs, zeer fijn samenhangend zand; kalkrijk 10.50 11.00
23-24* Grijs leemhoudend, glimmerrijk fijn zand 11.50 12.00
25 idem, minder fijn, grijsachtig, tamelijk grof zand -
kwarts met enkele schelpen - Cardium edule en gerolde
fossielen (Astarte, Pecten) 12.50
26-29 zelfde zand 13.00 14.50
30-32 Bleek, grof los zand - schelpengruis 15.00 16.00
33-35 idem, met keien (kwarts, zandstenen)
Schelpen o.m. Cardium edule 16.50 17.50
36-37 Grindachtig, schelpenrijk zand, hoofdzakelijk
Cardium edule, kwarts en vuursteen - en
zandsteenkeien 18.00 18.50
38 Gerolde zandsteen (verweerde Lediaan- en Paniseliaan) 18.70
AARDKUNDIGE VERKLARING : M.GULINCK, 24.10.1955.
HOLOCEEN : 0.00 - 2.80m.
PLEISTOCEEN : 2.80 - 18.70m.
