PL. LOCHRISTI 40E
F.HALET
125 (II)
Puits tubé
exécuté à Rieme (Commune de Ertvelde),
pour la Société Purfina (croquis),
par M. Delecourt de Saint-Ghislain.
Echantillons recueillis par le chef sondeur Patte.
Travaux commencés en août et terminés en septembre 1930.
Mode de creusement: à sec.
Diamètres successifs: 0m30 jusqu'à 17m.
Diamètre final: 0m22.
Niveau de l'eau sous l'orifice, au repos: 9m;
en régime de pompage: 18m
avec débit de 10 à 12 m3 à l'heure.
Cote approximative de l'orifice: 7
Nos NATURE DES TERRAINS Profondeurs
mètres
1 Sable quartzeux, gris, légèrement brunâtre 1.00
2 Sable quartzeux gris-brunâtre 2.00
3 Sable gris finement quartzeux 3.00
4 Idem 4.00
5 Idem 5.00
6 Idem 6.00
7 Idem 7.00
8 Idem 8.00
9 Idem 9.00
10 Limon grisâtre 10.00
11 Sable limoneux gris 11.00
12 Limon sableux gris 12.00
13 Limon gris sableux 13.00
14 Idem 14.00
15* Limon gris calcarifère 15.00
16 Idem 16.00
17* Sable gris assez fin, finement glauconifère 17.00
18* Idem argileux 18.00
19* Argile sableuse grise 19.00
20* Argile grise plastique 20.00
21 Idem 21.00
22 Idem 22.00
23 Idem 23.00
24 Idem 24.00
25* Sable verdâtre glauconifère 25.00
26 Idem 26.00
27* Argile grise plastique 27.00
28 Idem 28.00
29 Idem 29.00
30 Idem 30.00
31 Idem 31.00
32 Idem 32.00
33 Idem 33.00
34 Idem 34.00
35 Idem 35.00
36 Idem 36.00
37 Idem 37.00
38 Idem 38.00
39 Idem 39.00
40 Idem 40.00
41 Argile sableuse grise 41.00
42 Argile grise 42.00
43-55 Idem 43.00 55.00
56* Sable gris, fin 56.00
57 Idem 57.00
58 Idem 60.00
59* Idem avec traces de Nummulites variolarius 62.00
60* Idem 65.00
Interprétation probable (F.Halet, 12-11-130)
Pléistocène: 17m00
Bartonien (Asschien): 39m00
Lédien: 9m00
-------------------
Na onderzoek ter plaatse uitgevoerd door W.CLAESSENS de 11/8/1960 werd
vastgesteld dat de put no 5 buiten dienst is. Een waterstaal werd genomen
van uit no 8 waarvan hierbij afschrift van de ontleding gedaan door het
Laboratorium van het Ministerie van Volksgezondheid.
WATERONTLEDING UITSLAG NR. 59 H 358, van 30.12.1959.
Monster gemerkt : Rieme bij Palmafina.
Diepte : 65m.
Opgenomen de 11.8.1959.
CHEMISCHE EIGENSCHAPPEN mg/l.
Ca++ 51
Mg++ 29
Fe++ 0.18
Na+ 760
Cl- 968
SO4-- 126
HCO3- 473
CO3-- 30
Indamprest bij 110°C. 2200
° fr.
--------
Totale hardheid. 24.8
Bicarb. hardheid. 24.8
Blijvende hardheid. 0
TA (alkal.phph). 2.5
TAC (alkal.M.0.) 43.75
----------------------------------
ANALYSE D'EAU EFFECTUEE PAR LA S.A. PALMAFINA en septembre 1956 et nous
transmise le 3/9/1959.
Température : 13°
Dureté totale : 5°2
Dureté temporaire : 0°7
Dureté permanente : 4°5
NaCl : 1,76 g/l
Sulfates en Na2SO4 : 0,135 g/l
Résidu sec : 2,99 g/L
Résidu minéral : 2,05 g/l
Résidu organique : 0,94 g/l
Fer : 0,6 mgr/l
pH : 7,9
-------------------------
Bevoorrading in water van de fabriek PALMAFINA (alias PURFINA) te Ertvelde-
Rieme.
(Inlichtingen overgemaakt aan M. E.VERDIN, préparateur, de 27 Juni 1946,
door den Heer Vanrenkampf, onderdirecteur.)
Het fabriek beschikt over 7 boorputten, op bijgaand plan genummerd van
1 tot 7. De put van 65m diepte, door F.HALET in 1930 beschreven is in het
fabriek bekend als put no 5. (Plan van de putten: schets 125s.)
Putten no 1, 2, 3, 4, 6 en 7:
Het zijn putten met geringe diameter en van 45m gemiddelde diepte. Ze
worden blijbaar gevoed door zandachtige niveaux die in de klei van Assche
geïnterstratifieerd zijn. Hun debiet, met compressor pomp, bereikt nauwe-
lijke 4.000 L/uur. Het water is helder.
Put no 5:
De put werd in 1930, door de Firma Jules DELECOURT, volgens de droge boor-
methode uitgevoerd, en heeft 3 beschermbuizen waarvan de binnendiameter
respectievelijk 300, 260 en 220mm. bedraagt. Hij is voorzien van een lucht-
injectiepomp van anderhalve duim, die tot 45m diepte reikt.
Het water werd vroeger ontnomen aan het Lediaansch zand op een diepte van
56 tot 65m. Het hydrostatische niveau kwam in evenwicht op ongeveer 9 meter
onder maaiveld en daalde tot 18m bij pompen met debiet van 10 tot 12 m3 per
uur. Bij grotere debieten werd het verder troebel en zandhoudend.
Sedert 1946 is de boring geheel verzand. De oorzaak hiervan is niet met
zekerheid bekend maar is het verzanden waarschijnlijk toe te schrijven aan
storingen tengevolge van luchtbombardementen. Thans levert de boorput
weinig en zeer zandachtig water. Een zandmonster met het water opgepompt
werd aan den Geologische Dienst overhandigd.
"Grijs, zeer fijn zand, lichtjes glauconiethoudend, met glimmerplaatjes;
volkomen kalkvrij. Te oordeelen naar de lithologische samenstelling kan dit
zand evengoed afkomstig zijn van het Wemmeliaan als van het ontkalkte
Lediaan en zelfs van het Paniseliaan." (R.TAVERNIER, Juli 1946).
Een watermonster van de put nr 5, genomen den 10 Januari 1946, toen de put
nog helder water gaf, heeft de volgende analyse deze resultaten gegeven:
ASPECT: Eau claire et limpide.
RESIDU SEC à 105°C. 1,1285 gr/littre.
CaO 0,0686 gr/litre.
MgO 0,0434 gr/litre.
S03 absence.
Cl 0,4437 gr/litre.
Si02 0,0023 gr/litre.
Fe absence
Alcalinité totale en H2S04 N/10 79cm3/litre.
idem après 3 jours de contact avec CaC03 76cm3/litre.
Dureté totale 23°
Signé: C.CAMERMAN.