Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 039E / 039E0062.TXT

039E0062.TXT

PL. ZOMERGEM 39E
A.HACQUAERT

62 (III)

Natuurwetenschappelijk Tijdschrift.- Gent, 1939, 
Jaargang 21, Nr.6, blz. 171-174.

                           Boring te Waarschoot.

Op het grondgebied van de gemeente WAARSCHOOT werd in 1939 een boring
uitgevoerd door den H. J.Dutrieu, uit Wetteren, voor de rekening van den
H. Ph.de Hemptinne, aan dezes kasteel "den Dam".
Dit kasteel is op de stafkaart aangeduid en ligt ca 100m ten E van den
steenweg van Gent naar Brugge, ongeveer rechtover kilometerpaal 72, op 2 Km
ten N-W van de kerk van Waarschoot. De boring is op 14m ten W aan het
perron van het kasteel gelegen. Bij de uitvoering er van werd een eerste
kolom buizen, van 25 cm diameter, door middel van waterinspoeling tot op de
diepte van 21,30m geplaatst. Op deze diepte was de basis van het Kwartair
bereikt. De buizen werden langs drogen weg in de daar voorkomende klei
geperst tot op de diepte van 21,70m, waarna de boring langs drogen weg
voortgezet met buizen van 15cm diameter.

Het boorprofiel is als volgt: Maaiveld op ca +7m.

Nr.                Beschrijving van de monsters                Diepten 
 
              (MONSTERS VERKREGEN DOOR INSPOELING)

1     Grijs-zwart zand (bovengrond                            0.00   5.50
2     Fijn geel zand met bruine vlekjes                       0.50   2.70
3     Fijn grijs zand                                         2.70   3.50
4     Bleek-grijs, kalkachtig zand                            3.50   5.00
5     Zeer fijn, leemig zand                                  5.00   7.00
6     Grijs-geel zand, met stukken veen                       7.00   8.10
7     Geel zand                                               8.10   8.90
8     Grijs zand                                              8.90  12.50
9     Grijs-bruin zand, met weinige schelpfragmenten         12.50  18.00
10    Bleek-grijs zand met schelpfragmenten                  18.00  21.50

                   (MONSTERS VERKREGEN LANGS DROGEN WEG) (1)

(1) Van deze monsters zijn er twee reeksen genomen, de ene door den 
    putboorder, de andere door mij zelf.

11    Grijze klei waarin enkele kwartskorrels van maximum
      2mm diameter, stukjes vuursteen, gerolde schelpstukjes  
      en geremanieerde Nummulites variolaria voorkomen. Deze
      klei is glauconiethoudend; het valt op dat het 
      glauconiet gelijkmatig verdeeld is over de gehele
      klei-massa                                             21.50  22.00

12    Grijze, vaste glimmerhoudende klei, met nestjes
      donkergroen, zwartachtig glauconiet in grove korrels.
      Een kleine tand en gerolde Nummulites variolaria. 
      Stuk bleke zandsteen                                   22.00  23.00
      Van dezelfde diepte is een zeer zandig monster
      afkomstig. Op de diepte 22,90m werd een monster 
      genomen van zandige klei met glauconietnestjes en
      kwartszand in zeer dunne laagjes.

13    Zandige klei met grove glauconietkorrels en nestjes of 
      hoopjes met schelpfragmenten en Nummulites 
      Wemmelensis. Verbrijzelde grote schelp, zeer broos 
      en niet meer determineerbaar. Een monster van deze 
      klei werd met behulp van Atterbergsche flesschen door
      R.TAVERNIER onderzocht naar zijn gehalte aan klei; de
      kleifractie (korrels kleiner dan 0.02 mm) bedraagt
      slechts 33%                                            23.00  23.50

14    Grijze klei, plaatselijk zeer rijk aan grote 
      glauconietkorrels en aan vrij grof kwartszand. Het 
      bevat schelpfragmenten en Nummulites wemmelensis.
      Fijnkorrelige bleek-grijze zandsteen                   23.50  24.10

15    Bleek grijze klei met Nummulites wemmelensis en 
      schelpfragmenten in een laagje met veel grof 
      zwart-groen glauconiet                                 24.10  24.70

16    Kleiig zand met gerolde fossielen-fragmenten en 
      glauconiethoopjes; plaatselijk komen kleine
      pyrietkristallen in de glauconietnestjes voor          24.70  25.50
      Steenlaag van 25,25 tot 25,35 (geen monster)

17    Fijn zand, licht glauconiethoudend, met zeer veel
      Nummulites variolaria en gerolde Terebratula-stukken   25.35


                              Interpretatie:

De basis van het Kwartair ligt op de diepte 21,50m. Daaronder komt Klei van
Assche voor; het bovenste deel er van is licht geremanieerd in het Kwar-
tair. Opvallend is dat in de niet-geremanieerde klei het glauconiet in
hoopjes voorkomt. Het kleigehalte is in 't algemeen niet zeer hoog; vooral
de basis van de formatie is zandig. Dikte 3,85m. Onder de klei van Assche
komen de kalkrijke zanden van het Lediaan voor, op de diepte 25,35m.

Het water dat uit het Lediaan gewonnen wordt heeft hier de samenstelling
van een phreatisch water, zoals uit onderstaande analysecijfers blijkt.

(Analyst: R.Baetslé).
                                          Karakteristieken volgens
                                              J.DELECOURT (2)

                                            m C03         = 12.50
pH                                7.1       m S04         =  0.06
Totale hardheid (in fr.°)        64.0       m C1          =  0.06
                                                            -----
Blijvende hardheid (id)           6.0                       13.16
Droogrest (in mg/l)             826.0
S04       (in mg/l)               3.09      m (Ca + Mg)   = 12.80
C1        (in mg/l)              21.3       m Na          =  0.36
                                                            -----
Fe        (in mg/l)              11.0                       13.16
Alkaliniteit t.o.v.methyloranje
(in cc N/10 per l)              125.0          E = 62.7
                                              Th = 64.0
                                              Ta = 62.50
Waterstand bij rust: ± 1m onder maaiveld; bij een debiet van 3600 l per
uur, daalt het waterpeil tot 6,25m onder maaiveld.

(2) Bull. Soc. belge de Géol., 48. 1938, p.653. Brussel, 1939.


                                AANHANGSEL

In 1938 werd aan hetzelfde kasteel, doch op ca 40m meer naar het E, een
boring met waterinspoeling uitgevoerd, waarvan wij twee monsters gekregen
hebben. Zij behoren zonder twijfel tot het Paniseliaan:

Op 56,50m: grijs-groene zandsteen waarin enkele kleine fragmenten ligniet
voorkomen.
van 56,50 tot 57,50m: bleek grijs-groen, glimmerhoudend glauconietzand.
Insert the GSB number to search all associated content