Topografische kaart :12/5 -
Archief : BGD Nummer :36w 0157
LIGGING :
X-coord.: 38128.00 Origine XY: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Y-coord.: 200030.00 Methode XY: onbekend - dossier
Maaiveld: 3.294 Origine maaiveld: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Methode maaiveld: onbekend - doss Gemeente : NIEUWPOORT/NIEUPORT
ALGEMENE GEGEVENS :
Aard: boring Datum: 18/02/1983
Meth.boring: onbekend Diepte: 23.00
Doel: onbekend
Firma: Onbekend
Opdrachtgever: C. Baeteman
______________________________________________________________________________
Lithologische beschrijving
Auteur:Baeteman C.
Instituut:Belg. Geol. Dienst-Brussel
Datum:18/02/1983
Van Tot peilbas Beschrijving
0.00 0.70 2.59 donkergrijze klei
0.70 1.60 1.69 geelgrijze, geelbruine vlekjes, klei,iets silteus met
kleine grillige silteuze zones, gemengd met brokken
bruine klei en veenbrokken, enkele onregelmatige
grillige fijn zandige zones, v. 0.96-1.00: enkele
horizontale dunne laminae van bruine klei met veenbrok
in
1.60 2.00 1.29 groen=blauw, kleibrokken met tussenin wiggen donker
grijze zandige klei waarin steentjes, scherven en
schelpen (o.a. Mawma-Scrobiculara) en schelpfragmenten,
1.00: concretie van plantenresten (riet waarschijnlijk)
in zwarte laag
2.00 2.40 0.89 donker bl= grijs, slappe klei met kleibrokken
(ingevallen)
2.40 3.66 -0.37 bl=grijs, slappe klei, veel fijne veendetritus, grote
veenbrokken en vele veenbrokjes, v. 2.68-2.78: grote
brokken, venige klei met veenbrokjes, v. 3.57-3.63:
fijnzandige silt iets kleiig met grote veenbrok in,
enkele wiggen en onregelmatige lenzen van fijn zandige
silt naar onder toe
3.66 3.74 -0.45 bruin, veen, 3.71: wordt iets kleiig met een dun
kleilaagje in
3.74 3.78 -0.49 grijsbruin, klei, iets venig
3.78 3.85 -0.56 grijsblauw, slappe klei
3.85 4.27 -0.98 iets bl. grijs, kleiige silt met veel regelmatig
horizontaal gelaagde maar zeer dun kleilaagjes
4.27 6.82 -3.53 grijs, tot 5.00: fijnzandig silt met zones (ongeveer 5
cm dik) waarin dunne regelmatige kleilaagjes,
horizontaal gelaagd of dunne kleiripples soms ook
kleine liming up ripples, v. 5.42-5.60: slechts zeer
kleine en iets diffeuse kleiripples, v. 5.60-5.74:
talrijke dunne kleilenzen (met kleibrokjes) en
veenbrokjes in, v. 5.78-5.81: talrijke dunne
horizontale laagjes met veenbrokjes, 6.43: idem,
6.45-6.47: idem, 6.60: kleilens (1 cm dik), v.
6.58-6.72: enkele lenzen iets zandiger materiaal waarin
iets meer zeer fijn schelpgruis geconcentreerd is,
6.72-6.82: iets zandiger met iets meer en meer fijn
schelpgruis (in zeer diffeuse horizontale laminae van
ongeveer 1 cm dik)
6.82 8.00 -4.71 grijs, fijnzandiger silt met talrijke kleilenzen,
ripples en laagjes (ongeveer horizontaal gelaagd), v.
7.60-7.70: talrijke laagjes horizontaal gelaagd
(mm-gelaagd) gevuld met veenbrokjes, v. 7.75-7.90:
sterk gebioturbeerde zone (zeer grillige klei
sliertjes), 7.90-8.00: nog enkele (eerder diffeuse)
kleine kleilensjes (ook gebioturbeerd bovenaan)
8.00 9.46 -6.17 grijs, sterk silteus fijn zand met weinig kleilaagjes
en -lensjes (soms diffeus) en enkele kleibrokjes,
8.30-8.37: brok fijnzandige silt, 9.41-9.46:
opeenvolging van talrijke iets golvende kleilaagjes
9.46 9.80 -6.51 grijs, afwisseling van sedim. eenheden van (3 tot 5 cm
dik) -fijnzandige silt waarin weinig dunne platte
kleilensjes -kleiig silt waarin talrijke dunne
horizontale laminae van veenbrokjes, een graduele
verfijning (respektievelijk vergroeiingen ven de
verscheidene sedim. eenheden)
9.80 10.20 -6.91 grijs, fijnzandige silt, iets kleiig, v. 9.90-10.00:
opeenvolging van dunne horizontaal gelaagde kleilensjes
10.20 10.92 -7.63 grijs, silteus fijn tot zeer fijn zand, 10.20-10.24:
silteuse kleilaag waarin enkele dunne kleilensjes,
10.37: enkele kleilensjes en -brokjes, 10.52-10.55:
zone met enkele scheve en horizontale kleilensjes en
kleibrokken, v. 10.57-10.70: enkele -eerder diffeuse
iets zandiger scheve laminae met enkele dunne laagjes
en lensjes met veenbrokjes
10.92 11.00 -7.71 iets donker grijs, fijnzandige silt, iets kleiig
11.00 11.57 -8.28 grijs, fijn tot zeer fijn zand, silteus, weinig kleine
kleilensjes, vanaf 11.45: enkele kleine ripples gevuld
met veenbrokjes
11.57 11.73 -8.44 iets donker grijs, fijnzandig silt, iets kleiig,
talrijke scheve, dunne lensjes met veenbrokjes,
kleigehalte vermindert gradueel naar onder toe
11.73 12.60 -9.31 grijs, silteus fijn zand tot zeer fijn zand, vanaf
12.00: met fijn schelpgruis, v. 12.20-12.40: met kleine
veenbrokjes, v. 12.46-12.53: enkele zeer dunne ripples
met kleibrokjes
12.60 13.36 -10.07 grijs, fijn zand, iets silteus, 13.13-13.17: brok
grijsgroene kleiig zand, 13.20-13.28: zone met
kleibrokken, iets grover zand tussenin, en met veel
schelpfragmentjes, (talrijke Hydrobia, cardiu,
Scrobicularia) -ingevallen? ! gele baksteen,
13.28-13.36: regelmatige opeenvolging (afwisselend) van
golvende kleiiger laagjes (cm-gelaagd)
13.36 13.51 -10.22 grijs, grillige kleibrokken met fijn zand tussen,
enkele veenbrokjes en sporadisch klein grintje
13.51 13.56 -10.27 grijs, fijnzandige silt naar onder toe enkele
groengrijze kleiige siltbrokjes met sporadisch grintje
13.56 16.48 -13.19 grijsgroen en bleekgrijs zand, afwisseling van sedim.
eenheden van 5 cm tot 15 cm dik = -silteuze klei waarin
onderaan kleilaagjes en gradueel naar boven toe
zandlaagjes -fijn zand, iets kleiig waarin enkele
kleiiger ripples en lensjes, 14.55-14.74: silteuse klei
met talrijke dunne kleilaagjes (scheef gebogen,
bovenaan) en enkele dunne zandlaagjes en zandlenzen,
vanaf 15.00 zijn de "klei" eenheden dikker (tot 20 cm)
en de "zand" eenheden dunner (3 cm), 15.45-15.53:
kleiig silt iets zandig (geen strukturen), 15.53-15.63:
iets kleiig silt met talrijke dunne kleilenzen die
sterk verstoord zijn, 15.72-15.84: in silteuze klei ook
sterk verstoorde kleilaagjes, vanaf 16.00: zijn de
zandeenheden dikker en frequenter waarin dan wel iets
meer kleilaagjes
16.48 16.60 -13.31 bleekgrijs (groene kleilagen), middelmatig zand met
scheve kleilaagjes (tot 1 cm dik) tamelijk veel fijn
schelpgruis
16.60 16.72 -13.43 groen=grijs, middelmatig zand, iets kleiig met (eerder
diffeus) horizontale dunne kleiiger laagjes en lensjes
16.72 17.10 -13.81 grijsgroen en bleekgrijs (zand), middelmatig tot fijn
zand waarin kleilaagjes en -lenzen met nog enkele
sedim. eenheden iets kleiig fijn zandig silt waarin
naar onder toe kleilaagjes en naar boven toe
zandlaagjes
17.10 17.23 -13.94 bruin=(grijs) groen, zandige klei naar boven toe een
graduele
17.23 17.40 -14.11 bleekgrijs iets groenachtig, middelmatig tot fijn zand
iets kleiig, naar onder toe: met enkele scheve golvende
kleilensjes
17.40 17.69 -14.40 bleekgrijs, iets groen=, fijn zand, iets kleiig, iets
kleiiger dan 17.40-17.45 met talrijke kleilensjes
(flasers) (in alle richtingen)
17.69 17.72 -14.43 donker grijs, slappe klei met dun zwart laagjeshumeuze
klei of reductie kleur en een zeer dun horizontaal
zandlaagje bovenaan
17.72 18.00 -14.71 grijs, middelmatig tot fijn zand met regelmatig scheve
dunne kleilensjes die frequenter zijn van 17.84-17.89
18.00 18.29 -15.00 grijs, middelmatig zand met op 18.10-18.16 en
18.20-18.26: kleiiger zone met talrijke kleilaagjes en
lenzen en kleine kleiballetjes en enkele grintjes,
(gebroken, silex) grove kwartskorrels en vele
schelpgruis en stuk gefosiliseerd hout
18.29 18.39 -15.10 grijs iets groen, middelmatig zand (bovenaan enkele
kleiiger laagjes) met een zeer diffeuse regelmatige
iets scheve gelaagdheid, vanaf 18.37: zand wordt iets
grover en met veel schelpgruis geconcentreerd in dunne
laagjes horizontaal gelaagd
18.39 18.42 -15.13 grijsgroen, sterk kleiig fijn zand met veel grint
geconcentreerd op 18.41 en enkele brokken bruine iets
humeuze klei
18.42 19.20 -15.91 grijsgroen, zeer duidelijke mooie regelmatige
afwisseling, horizontaal gelaagd van -fijn zand -kleiig
fijn zand -silteuze klei waarin kleine venige restjes
tot 18.80: ongeveer cm-gelaagd, vanaf 18.80: ongeveer
mm gelaagd
19.20 19.52 -16.23 grijs, fijn zand, iets kleiig, enkele dunne kleilaagjes
waarin ook kleine kleibolletjes, grintjes en
schelpgruis geconcentreerd zijn, v. 19.39-19.43: iets
kleiiger zone waarin silexkeitjes (tot 2 cm) groot
grove kwartskorrels, kleibolletjes, schelpgruis en
fragmenten
19.52 19.73 -16.44 groengrijs, silt en klei afwisselend in haarfijne
laagjes, 19.52-19.58: subhorizontaal gelaagd,
19.58-19.67: scheef gelaagd, 19.67-19.70: scheef en
gradueel iets zandiger, 19.70-19.73: sterk verstoorde
gelaagdheden, zeer grillig, met fijn zandige grillige
zone
19.73 20.50 -17.21 groengrijs, iets bruin, iets zandige klei met
kleilaagjes en grillige kleizones, de gelaagdheid is
sterk verstoord bovenaan nog iets scheef gelaagd,
enkele blekere zones (scherp afgelijnd) van silt,
20.17-20.23: bleke zandinsluitsels waarin scheve
kleilaagjes (onregelmatig), 20.26-20.29: brede zanding,
20.35-20.39: zandlaag met enkele kleine dunne
kleilensjes, naar onder toe talrijke scheve
kleilaagjes, vanaf 20.40: afwisselend silt en klei
gelaagdheid is niet meer zo verstoord (laagjes zijn
iets golvend en toch nog onregelmatig)
20.50 20.95 -17.66 grijsgroene, afwisseling van sedim. eenheden: -1-
kleibrokken waartussen middelmatig bleek zand (tot 10
cm dik) en enkele keitjes (silex) -2- bleekgrijs
middelmatig zand waarin horizontale gelaagdheid,
kleilaagjes (tot 5 cm dik) -3- 20.77-20.80:
bruin=grijsgroene silteuse kleiband waarin een zeer
dunne horizontale gelaagdheid van silt
20.95 21.40 -18.11 bleekgrijs, fijn tot middelmatig zand met enkele
kleilaagjes (0,5 cm dik), 21.37-21.40: kleiiger met
kleibrokken, kleine grintjes en grove (heterogeen)
kwartskorrels en schelpgruis
21.40 21.75 -18.46 iets bruin=groen, silteuse klei met talrijke zeer dunne
laagjes (bleke) silt, zeer mooie duidelijke maar zeer
klein schalige cross-beding met zones erop: 21.45-21.48
en 21.55-21.65: van kompakte brokkelige klei, grinten
aan de basis
21.75 23.00 -19.71 bruin=groen, kompakte klei
______________________________________________________________________________
Formele stratigrafische interpretatie
Auteur:De Ceukelaire M.
Instituut:UG- Vakgroep Geologie en Bodemkunde
Datum:02/1998
Van Tot peilbas Strat1 Strat2
0.00 21.75 -18.45 Q T Q
21.75 23.00 -19.70 TtKo TtKo
______________________________________________________________________________
