Topografische kaart :12/5 -
Archief : BGD Nummer :36w 0154
LIGGING :
X-coord.: 40170.00 Origine XY: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Y-coord.: 207650.00 Methode XY: onbekend - dossier
Maaiveld: 2.939 Origine maaiveld: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Methode maaiveld: onbekend - doss Gemeente : MIDDELKERKE
ALGEMENE GEGEVENS :
Aard: boring Datum: 07/08/1981
Meth.boring: onbekend Diepte: 25.00
Doel: onbekend
Firma: Onbekend
Opdrachtgever: C. Baeteman
______________________________________________________________________________
Lithologische beschrijving
Auteur:Baeteman C.
Instituut:Belg. Geol. Dienst-Brussel
Datum:07/08/1981
Van Tot peilbas Beschrijving
0.00 0.58 2.36 ontbreekt
0.58 1.53 1.41 bleekgrijs en blauwgrijs en geel gevlekt, klei,
roestvlekken vanaf 1.25
1.53 1.84 1.10 geel=grijs, roestvlekken, donkerder naar de basis, klei
met siltlaagjes, mm gelaagd, horizontaal bovenaan, (tot
1.56:) zeer fijn zandige klei, de siltlaagjes zijn niet
steeds regelmatig soms ribbelvormige lensjes maar zeer
dun
1.84 1.95 0.99 donkergrijs, slappe klei mm gelaagd (schiefer
gelaagdheid), horizontaal met zeer dunne siltlaagjes
(weinig) en veel veendetritus
1.95 2.25 0.69 bl=grijs, slappe klei, iets silteus en de silt soms in
zones, aan top een laagjes zeer fijn zandige klei
waarin schelpfragmenten
2.25 5.78 -2.84 muizegrijs, slappe klei met silt, silt is onregelmatig:
in lemige lensjes, zones, laagjes sterk gebioturbeerd
-silteuse laag van 2.70-2.74, 2.78-2.88, -regelmatige
horizontale mm gelaagdheid (verstoord van 3.90-4.00),
-mosselhelft op 3.61, vanaf 4.53: een horizontale
gelaagdheid en afwisseling van slappe klei en silt naar
sterk gebioturbeerd geen regelmatige horizontale
laagjes
5.78 6.58 -3.64 muizegrijs, bruine kleur rond de siltlaagjes, slappe
klei met om de ongeveer 2 cm zones van zeer fijn
silteus zand waarin kleilensjes en veendetritus
gelaagd, ook nog onregelmatige zones van zeer fijn zand
in de kleizones -sterk gebioturbeerde zone van fijn
zand & silt: 6.30-6.37 en 6.53-6.58 overgangszone,
waarin weinig zeer fijn schelpgruis
6.58 8.00 -5.06 iets donker muizegrijs, fijn zand -6.58-6.76: tamelijk
veel kleilenzen (tot 1 cm dik) -vanaf 6.76: weinig
kleilenzen met veendetritus bij gemengd (iets golvend)
en enkele kleibolletjes, soms in scheve gelaagdheid,
samen geconcentreerd
8.00 11.40 -8.46 iets donker muizegrijs, fijn zand, weinig dunne
kleilensjes en kleibrokjes, 9.55-9.69: horizontale
gelaagdheid met veel schelpgruis en -fragmentjes
(Cardium & Macoma) en mossel en wat meer veendetritus
en kompakte kleibrok (iets groen=- (doorsnede 3 cm)),
10.53-10.59: zeer diffeuse horizontale gelaagdheid met
wat meer schelpgruis en -fragmenten (o.a. Donax),
10.76-10.83: enkele kleilaagjes horizontaal gelaagd met
op 10.80-10.82: veenbrok en veendetritus in 1 cm dikke
laag
11.40 13.00 -10.06 grijs iets bruinachtig, fijn zand, iets silteus,
12.43-12.70: onregelmatige diffeuse gelaagdheid
(meestal dunne lenzen ) waarin veel fijn schelpgruis en
veel veendetritus en kleine veenbrokjes zitten wordt
iets meer silteuzer vanaf 12.85
13.00 13.19 -10.25 (grijs) grint (meestal tot doorsnede 1 cm) en witte
kwartskorrels en veel schelpfragmenten (voornamelijk
Cardium) en Macoma, ook plaate gerolde silexen
13.19 13.90 -10.96 groenachtig grijs, bruine geoxid. kleur rond de klei op
13.75 en 81, sterk silteuse klei met plastische iets
silteuse kleilagen (tot 2 cm dik), in de kleilagen komt
soms een mm gelaagdheid afwisselend voor van silt &
klei
13.90 14.54 -11.60 iets grn=grijs, sterk silteus fijn zand iets kleiig,
scheve tot subhorizontale gelaagdheid
14.54 14.88 -11.94 groen=grijs, fijn zand, iets kleiig enkele
onregelmatige kleilensjes vanaf 14.77
14.88 16.85 -13.91 grijs, fijn zand, verloren in de boor tot 15.55,
15.55-15.63: zand gemengd met grint, iets donkergrijs,
vanaf 15.85 tot 16.00: mooie scheve regelmatige
diffeuse gelaagdheid met iets grover zand en meer fijn
schelpgruis, vanaf 16.29-16.40: idem en met mossel en
oesterfragmenten, vanaf 16.70-16.85: enkele keitjes en
meer & meer schelpgruis
16.85 16.93 -13.99 grijs en bruin grijs, zand gemengd met grint (meestal
doosnede 0,5 cm) en schelpgruis en -fragmenten en
sporadisch nummulieten en enkele kleibrokken
16.93 17.87 -14.93 muizegrijs, fijn zand, iets silteus, tot 17.39: zand
gemengd met grint, 17.45-17.55: diffeuse gelaagdheid
scheef met veel meer schelpgruis
17.87 17.97 -15.03 grijs, grint met veel schelpgruis en -fragmenten en
rode baksteen! (4 cm) een enkele kleibrok en klein geel
fragment
17.97 18.45 -15.51 brn=grijs (geoxideerd), fijn zand
18.45 18.52 -15.58 bruin=grijs, fijn tot mm zand met zeer veel (eer grof)
schelpgruis en -fragmenten
18.52 18.65 -15.71 zand + grint + schelpfragmenten
18.65 18.93 -15.99 muizegrijs, fijn zand met veel (eerder grof)
schelpgruis en met een horizontale dunne lenzen waarin
een hoge concentratie aan schelpgruis en veel
zeeƫgeltjes, 18.83-18.90: veel van die lenzen met ook
tamelijk veel Macoma en hun fragmenten en sporadisch
silex fragmentjes
18.93 19.63 -16.69 bruin=grijs, iets silteus fijn zand weinig fijn
schelpgruis
19.63 19.68 -16.74 grijs, schelpenzand met kleine grintjes
19.68 19.73 -16.79 grint met baksteen
19.73 20.17 -17.23 grijs, fijn zand met tamelijk veel zeer fijn
schelpgruis, 19.76-19.79: concentratie van schelpgruis
en kleine grintjes
20.17 20.91 -17.97 grijs, fijn zand met fijn schelpgruis afwisselend in
zones (van ongeveer 5 cm) van zand met zeer veel
schelpgruis en schelpen in deze zone van 20.85-20.90:
zijn ook kwartsgrintjes (doorsnede 1 cm)
20.91 21.60 -18.66 grijs, fijn zand iets silteus met een scheve diffeuse
gelaagdheid waarin veel witte zeer fijn kalkspikkeltjes
21.60 21.68 -18.74 grijs tot donkergrijs, concentratie van grof
schelpgruis en -fragmenten
21.68 21.78 -18.84 grijs, schelpen, schelpfragmenten & grint
21.78 21.92 -18.98 grijs, fijn zand met tamelijk veel schelpfragmenten en
enkele schelpen
21.92 22.00 -19.06 grijs, zand met zeer veel schelpgruis en -fragmenten
22.00 22.46 -19.52 iets grn=grijs en donkerbruine grijze vlekken, kompakte
iets silteuse klei met grote onregelmatige donkere
humeuse tot venige zones waarin brokken veen (groot en
klein) ongeveer 2 cm, sterk verstoord (bioturbaties?)
22.46 23.00 -20.06 groengrijs, klei met talrijke zeer dunne, maar
onregelmatige, siltlaagjes en -lensjes voornamelijk aan
de top, tussen 22.47-22.50: geel=bruin kleizone (met
brokjes verharde klei) en mm gelaagdheid (afwisselend
groen en geelbruin)
23.00 23.68 -20.74 grijsgroen, silteuse klei met verharde bruine
(klei)brokjes (lost volledig op), scheve onregelmatige
lens gevuld met grijs los zand en een grintje op 23.23
(2 cm dik), ook talrijke kleine spikkeltje en sliertjes
geelachtig bruin (vermiculaties) klei + kalk
(waarschijnlijk sterk verweerde schelpjes)
23.68 24.16 -21.22 grijsgroen, iets fijnzandige klei op 23.87: bruine
zandige plastische scheve kleilaag met zandlens in, op
24.15: scheve laag (2 cm) met fijn silteus zand met
sporadisch grintje
24.16 24.22 -21.28 grijsgroen, klei, breccieachtige strukturen
24.22 24.37 -21.43 bleekgrijs, groen= en geel= gevlekt, zeer fijn zand,
iets silteus met weinig kleine grintjes bovenaan
horizontaal gelaagd onderaan: scheef gelaagd
24.37 24.70 -21.76 groengrijs, kompakte klei met talrijke keien (gerolde &
gebroken) tot doorsnede 2 cm en fijn zandiger zones,
-fijn brokkelige struktuur en zwarte cootings rond de
brokken, -siltlensjes en -restjes
24.70 25.00 -22.06 groengrijs diffeuse bruine vlekken, kompakte klei,
enkele siltlensjes en -restjes
______________________________________________________________________________
Formele stratigrafische interpretatie
Auteur:De Ceukelaire M.
Instituut:UG- Vakgroep Geologie en Bodemkunde
Datum:02/1998
Van Tot peilbas Strat1 Strat2
0.00 24.70 -21.76 Q T Q
24.70 25.00 -22.06 TtKo T TtKo
______________________________________________________________________________