Topografische kaart :12/5 -
Archief : BGD Nummer :36w 0148
LIGGING :
X-coord.: 39815.00 Origine XY: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Y-coord.: 199535.00 Methode XY: onbekend - dossier
Maaiveld: 3.163 Origine maaiveld: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Methode maaiveld: onbekend - doss Gemeente : DIKSMUIDE/DIXMUDE
ALGEMENE GEGEVENS :
Aard: boring Datum: 26/10/1981
Meth.boring: onbekend Diepte: 21.00
Doel: onbekend
Firma: Onbekend
Opdrachtgever: C. Baeteman
______________________________________________________________________________
Lithologische beschrijving
Auteur:Baeteman C.
Instituut:Belg. Geol. Dienst-Brussel
Datum:26/10/1981
Van Tot peilbas Beschrijving
0.00 0.57 2.59 ontbreekt
0.57 0.88 2.28 donkergrijs, klei gemengd (bovenaan) met bruine slappe
klei, aan top: zwarte gijttja (1 cm dik) en zwarte
gijttja in zones
0.88 1.00 2.16 beigebruin, enkele roestige zones, klei, kleine
donkerbruine onregelmatige zones en slierten
(humeuser?)
1.00 1.47 1.69 verloren
1.47 1.55 1.61 beigebruin, enkele bruine roestige stpjes, slappe klei
1.55 1.68 1.48 grijsbruin, fijn zand maar sterk verstoord (bioturbatie
of waterbeweging?) met kleizones en -lenzen, aan basis:
2 cm dikke bruine slappe kleilaag, golvend
1.68 1.88 1.28 bleekgrijsbruin,fijn zand, silteus
1.88 2.45 0.71 ontbreekt en verstoord van 2.00 - 2.38, grijs, fijn
zand, silteus met enkele kleilenzen
2.45 3.07 0.09 bruin, veen, op 2.85: dun (2 mm) horizontale lens
vaniets kleiiger veen, vanaf 2.90: zwart veraard en
enkele rietchisomen tot zelfs gyttja
3.07 3.10 0.06 grijsbruin, zeer slappe klei
3.10 3.31 -0.15 bl=grijs, slappe klei en silt in een zeer regelmatige
afwisseling mm gelaagd horizontaal gelaagd
3.31 3.72 -0.56 grijs, slappe kei en silt ineen zeer regelmatig mm
afwisseling gelaagdheid maar met dikkere (1 cm) silt
lagen tussenin, horizontaal gelaagd, vanaf 3.53: soms
iets scheef gelaagd, aan basis: weinig gebioturbeerd
3.72 4.30 -1.14 muizegrijs, silt, iets fijn zandig met -niet zeer
duidelijk -kleilaagjes (kleine sporen van bioturbatie)
en lenzen en fijn zandlaagjes waarin weinig zeer fijn
schelpgruis
4.30 4.65 -1.49 muizegrijs, silt iets fijn zandig met talrijke
kleilensjes maar zeer onregelmatig in grootte dikte en
afstand, soms zeer kleine in zone (1 cm) geconcentreerd
enkele zeer dunne kleilaagjes enkele zandiger lenzen
(kort & dik)
4.65 5.64 -2.48 muizegrijs, zeer fijn zand, silteus met diffeuse, iets
grovere zandlenzen waarin zeer fijn schelpgruis iets
scheef gelaagd, tussen 4.80-4.92: veel kleilaagjes dik
& dun maar zeer onregelatig sommige lenzen of lagen
zijn verstoord, waarschijnlijk bebioturbeerd, v.
5.26-5.27: kleilensjes mm gelaagd afwisselend met fijn
zand, maar afgeneden in een iets grovere zone met zeer
fijn schelpgruis
5.64 6.29 -3.13 grijs wordt iets donkerder vanaf 5.90, slappe klei, v.
5.68-5.71 en v. 5.83-5.88: grillige golvende lenzen van
fijn silt geheel iets scheef gelaagd, ingevallen van
6.00 - 6.26
6.29 6.53 -3.37 bruin, veen, bovenaan nog slierten van slappe klei
erin, de vegetatie ligt meestal fijn horizontaal
gelaagd, v.6.48-6.50: kleiige veenlaag, met vegetatie
in
6.53 6.56 -3.40 grijs en grijs-bruin, klei, boven en ondergrens: kleiig
veen in horizontale golvende lenzen met vegetatie erin
(horizontaal gelaagd)
6.56 6.62 -3.46 bruin, veen -6.56-6.58: kleiig veen -6.58-6.60: veen
-6.6-6.62: kleiig veen - 6.61-6.62: venige klei
6.62 6.88 -3.72 bl=grijs, slappe klei met talrijke kleine zeer grillige
zones met silt
6.88 7.00 -3.84 grijs v. 6.92-6.98, intense vlekkingen donkergrijs,
bn=, slappe klei
7.00 7.05 -3.89 verloren
7.05 7.10 -3.94 blauwgrijs, slappe klei
7.10 7.11 -3.95 grijsbruin, venige klei met enkele kleine lensjes fijn
zand
7.11 7.13 -3.97 donker bruin, fijzandig veen
7.13 7.84 -4.68 grijsbruin tot 7.25, bruingrijs: 7.50, iets bn=grijs,
fijn zand, iets silteus, sterk humeus tot 7.25 en
dieper: met grillige humeuse zones die verminderen naar
de diepte, vanaf 7.70: enkele blekere lenzen, vanaf
7.84: enkele blekere laagjes
7.84 8.43 -5.27 grijs iets bn=, silteus fijn zand, iets kleiig met
diffeuse horizontale gelaagdheid in, verstoord tot
8.00-8.20 m
8.43 8.95 -5.79 iets grn=grijs, fijn tot zeer fijn zand met mm dunne
horizontale gelaagdheid (diffeus) van silt en iets
grover zand; maar lensachtig
8.95 9.78 -6.62 bl=grn=grijs, fijn zand, silteus; met: talrijke slappe
kleilagen (1 à 2 cm dik) en lenzen; soms scheef gelaagd
en siltzones waarin zeer dunne kleilensjes
9.78 10.40 -7.24 groen-grijs, zeer fijn zand en klei in kleine
flaserstrukturen en ook enkele horizontale zeer dunne
mm.afwisseling, van 10.00-11.40: overwegend kleiig silt
met kleilensjes ongeveer horizontaal, v. 10.25-10.30:
fijn zandige zone met zeer dunne & kleine flaser
struktuur
10.40 10.65 -7.49 gn=grijs zand iets bleker, fijn zand met zeer kleine
fijne klei flasers -siltzone met kleilensjes in van
10.47-10.49, vanaf 10.60: horizontale kleilagen (0.5 cm
dik), van 10.63-10.65: kleiige siltlaag
10.65 11.00 -7.84 groengrijs, fijn zand, graduele verfijning van onder
tot boven, van fijn zand tot sterk silteus fijn zand,
een diffeuse, iets scheve, gelaagdheid tot 10;80 van
kleiiger & silteusere laagjes, op 10.81: horizontaal
dunne kleilaag (2 mm) in een sterk silteuze zone, op
10.94-10.96: horizontaal dunne kleilaag (2 mm) in een
sterk silteuze zone
11.00 11.75 -8.59 bleekgrijs iets grn=, fijn zand, iets kleihoudend met
talrijke kleine golvende kleilenzen, flaser - vanaf
11.63: iets scheve kleilenzen (2 mm dik) die talrijker
worden naar basis en steeds meer horizontaler
11.75 12.07 -8.91 grijsgroen, fijn zand, iets kleihoudend, v.
11.75-11.88: talrijke dunne horizontale kleilenzen (2
mm) op ongeveer regelmatige afstand (mm gelaagd), v.
11.88-12.00 enkele dunne kleilensjes
12.07 12.66 -9.50 bruingrijs, een afwisseling vanzones van: - silt waarin
silteuze kleizones en kleilaagjes en -lenzen met venige
restjes horizontaal en scheef (alleen aan top) gelaagd
en soms weinig golvend en zones (maar veel kleiner)
van: - fijn tot zeer fijn zand iets kleiig waarin
kleilenzen in die zandige zones steeds een graduele
verfijning van onder naar boven
12.66 13.14 -9.98 grn=grijs, zand=bleek, zand: graduatie van middelmatig
en fijn zand, met zones waarin foresets van
cross-beding en aan top zones waarin horizontaal
gelaagd kleiiger laagjes (maar niet scherp) begrensd,
steeds graduele verfijning. De zones zijn van mekaar
gescheiden door heterogene kleilagen bestaande uit
silteuse klei en brokjes klei waarin veel fijn
schelpgruis en enkele keine veenbrokjes en grovere
kwartskorrels
13.14 13.62 -10.46 iets bn=grn, grijs, fijn zand, iets kleihoudend met
sterke silteuse klei in een horizontale regelmatig
fijne gelaagdheid afwisselend met scheve gelaagdheid
(kleischalige cross-beddig) - een kleiige siltzone van
13.14-13.20 en 13.40-13.48 - 13.50-13.59: silteuse
kleizone met grillige zones van silt in enkele venige
lensjes (flaser) in de klei
13.62 14.00 -10.84 groengrijs (zand=bleker), fijn zand met een gelaagdheid
(- niet steeds even duidelijk omlijnd) en meestal
kriskras van kleiiger lenzen ook kleine lenzen waarin
een small schalige crossbeddig van iets grover zand is,
- 13.69-13.71: lenzen scheef van klei met talrijke
broze schelpfragmenten, en gastropoden en een platte
kei (doorsnede 1 cm) - de gelaagdheid wordt zeer fijn
vanaf 13.88 en sediment ook iets meer kleiig
14.00 14.50 -11.34 verstoord in boor
14.50 14.95 -11.79 bleekgrijs groen=, fijn zand (maar heterogeen met
enkele grove korrels) met talrijke silteuse kleilenzen
alleen scheef gelaagd in zelfde richting (flasers), op
14.81: scheef genuanceerd daaronder horizontale
gelaagdheid maar veel fijner en diffeuser, v.
14.90-14.95: enkele duidelijke horizontale kleilagen (4
mm dik) iets golvend en tamelijk veel fijn schelpgruis
14.95 15.10 -11.94 grijsgroen, fijn tot zeer fijn zand, tamelijk
kleihoudend een zeer diffeuse gelaagdheid (horizontaal
iets golvend) van iets kleiiger laagjes en iets
zandiger laagjes
15.10 15.26 -12.10 bruingrijs, silteuze klei - tot 15.14: met zeer
grillige siltzones (fijn zandig) - tot 15.18: met
golvende lensjes van silt die van 15.17-15.18:
horizontaal worden - dieper: enkele zeer dunne (1 mm)
siltlaagjes en lensjes die verminderen naar de diepte
15.26 15.37 -12.21 grn=bruin en grijsbruin silt, silt met kleilagen (met
haarfijne strukturen)
15.37 15.64 -12.48 bruingrijs, iets silteuze klei en silt in een zeer
dunne horizontale gelaagdheid afwisselend maar in zones
(van ongeveer 3 cm) waarin graduele overgang van klei
tot silteuse klei tot laagjes silt & klei, afw. tot
silt met kleilensjes soms zeer fijn, onderste 3 cm is
schever gelaagd met silt wig in de klei
15.64 15.84 -12.68 grn=bruin en grijsbruin, silt met kleilaagjes zeer dun
(haarfijne strukturen) tot 15.66: iets fijn zandig met
flasers, v. 15.66-15.68: iets kleiiger zone, v.
15.79-15.65: vertikale bioturbatie van 1 cm breed, v.
15.80-15.82: venige klei met veenrestjes (spikkeltjes)
waarin ook een zeer dunne gelaagdheid zit die onderaan
zeer gradueel overgaat
15.84 16.00 -12.84 bruingrijs, iets silteuse klei met enkele diffeuse
siltlensjes (flaser struktuur) die iets vermeerderen
naar onder toe, zeer dun (< 1 mm) siltlaagjes, iets
golvend op 15.85, vanaf 15.95 worden ze horizontaal
16.00 16.19 -13.03 grn=grijsbruin, silteuse klei met enkele
veenspikkeltjes, aan basis: horizontaal siltlaagje (0.5
cm dik)
16.19 16.39 -13.23 grijsbruin iets grn=, sterk silteuze klei,zeer dunne
kleilaagjes aan top (in bovenste cm), met zeer diffeuse
siltzones in en enkele siltlensjes (iets duidelijker
flaser), v. 16.26-16.29: zeer dunne
horizontale-lenticulas beddig- van silt & silteuse klei
met venige kleilenzen - v. 16.34-16.36: siltzone met
klei foresets (haarfijn) -v. 16.36-16.39: flasers en
kleine sch. crossbeddig (maar zeer klein & fijn) en
small-ripple beddig onderaan)
16.39 16.58 -13.42 grijsgroen, iets bruin=, zeer fijn zand, silteus met
silteuse klei, in small-scale cross beddig maar zeer
klein, met zones (ongeveer 3 cm) waarin sub-horizontale
lenzen, vanaf 16.50-16.52: kleizone met talrijke kleine
veenrestjes, vanaf 16.52-16.56: scheef tot
subhorizontaal laagjes (1 mm) klei afw. met silt, aan
basis lens (flaser) klei met veel kleine veenrestjes
16.58 16.71 -13.55 bleekgrijs (zand) en grijsgroen, fijn tot mm zand met
lenzen van klei (maar de klei is brokkelig) die iets
vermeerderen, basis van scheve gelaagdheid,
subhorizontale gelaagdheid aan basis
16.71 16.76 -13.60 groengrijs iets brn=, kleiig silt op 75: kleilaagje
(0.5 cm)
16.76 16.85 -13.69 groengrijs, fijn zand, iets silteus met minder
duidelijke kleilensjes, v. 16.77-16.81: silteuse klei
zone met grillige begrenzing
16.85 17.00 -13.84 grijsgroen, silteuse klei en silt, afwisselend (< mm
laagjes) gelaagd - scheef, vanaf 16.88: cross bedding
17.00 17.33 -14.17 verstoord
17.33 17.37 -14.21 grijs (bleek), fijn tot mm zand, enkele dunne
kleilensjes
17.37 17.67 -14.51 bleekgrijs en groengrijs, fijn zand met dunne
regelmatige kleiige laagjes (cm-gelaagd) scheef
gelaagd, tussen 17.60-17.67: van scheef tot
subhorizontale gelaagdheid met meerdere klei in de
kleilaagjes en tevens enkele kleibolletjes, enkele zeer
broze gastropoden in die zone (in de klei) en enkele
kleine schelpfragmentjes
17.67 17.83 -14.67 bleekgrijs en groengrijs, fijn zand met kleiige lagen
regelmatig scheef gelaagd (ongeveer om de 3 à 4 m)
kleigehalte en -lagen vermeerderen naar onder
17.83 18.19 -15.03 grijs en groengrijs, fijn zand met kleilaagjes,
horizontaal gelaagd tot 17.90: kleilagen tot 0,5 cm en
talrijker dan diepr, vanaf 17.90: kleiige lagen en
dunner (1 à 2 mm) en minder talrijk, verstoord van
18.00-18.13
18.19 18.21 -15.05 grijsgroen, klei (laag) met onregelmatige dunne
zandlaagjes en -lenzen, vertikale verstoring van
sediment, van 18.12-18.18
18.21 18.39 -15.23 grijsgroen, klei & fijn zand in laagjes & lenzen,
scheef tot subhorizontaal gelaagd (mm afwisseling), v.
18.27-18.35: hoofdzakelijk klei zeer brokkelig;
zandlaagjes zijn niet goed omlijnd, ook met talrijke
kleibolletjes
18.39 18.72 -15.56 groengrijs, fijn zand iets silteus met zeer dunne (mm)
kleiige laagjes en lensjes, mm gelaagd, horizontaal, v.
18.62-18.72: kriskras gelaagdheid
18.72 18.75 -15.59 bruingrijs, silteuse klei met een diffeuse horizontaal,
iets golvend, mm gelaagdheid van silteuse klei, klei
aan top
18.75 18.80 -15.64 bleekgrijs, fijn zand (los) met enkele kleine
kleilenzen en lenzen waarin grover zand &
silexsplinters - bovenste 2 cm = kleibrokjes en keitjes
(doorsnede 1 cm) zwarte silexen gebroken + 1 drie
achtig waarvan stuk afgebroken is
18.80 18.92 -15.76 groengrijs en bleekgrijs, heterogeen pakket van grote &
kleine kleibrokken (van Yc) met zand tussenin (dat ook
heterogeen in groote is) & grove korrels en kleine
silexkeien( gebroken, hoekig) laatste 2 cm: dun
horizontaal gelaagd van zand en klei
18.92 21.00 -17.84 grijsgroen, kompakte klei, tamelijk brokkelig
______________________________________________________________________________
Formele stratigrafische interpretatie
Auteur:De Ceukelaire M.
Instituut:UG- Vakgroep Geologie en Bodemkunde
Datum:02/1998
Van Tot peilbas Strat1 Strat2
0.00 18.92 -15.75 Q T Q
18.92 21.00 -17.83 TtKo TtKo
______________________________________________________________________________
