Topografische kaart :12/5 -
Archief : BGD Nummer :36w 0145
LIGGING :
X-coord.: 34860.00 Origine XY: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Y-coord.: 203430.00 Methode XY: onbekend - dossier
Maaiveld: 5.848 Origine maaiveld: Belg. Geol. Dienst-Brussel
Methode maaiveld: onbekend - doss Gemeente : NIEUWPOORT/NIEUPORT
ALGEMENE GEGEVENS :
Aard: boring Datum: 06/12/1982
Meth.boring: onbekend Diepte: 28.00
Doel: onbekend
Firma: Onbekend
Opdrachtgever: C. Baeteman
______________________________________________________________________________
Lithologische beschrijving
Auteur:Baeteman C.
Instituut:Belg. Geol. Dienst-Brussel
Datum:06/12/1982
Van Tot peilbas Beschrijving
0.00 0.34 5.51 ONTBREEKT
0.34 0.66 5.19 d. bruin, humeus fijn zand
0.66 0.80 5.05 beige bruin, fijn zand, enkele diffeuse humeuze zones
0.80 0.92 4.93 bruin, iets humeus fijn zand met naar de basis toe
dunne humeuse laagjes
0.92 1.62 4.23 gr. bruin, fijn zand, vanaf 1.20-1.38: met humeuze
zones, en een sterk humeuze doorgroeiing vanaf 1.8-160:
met roestvlekken
1.62 2.05 3.80 bleekbruin grijs, fijn zand,diffeuze horizontale
gelaagdheid van lagen waarin meer schelpgruis
geconcentreerd is, rond 1.87: enkele kleilensjes
2.05 2.43 3.42 bleekgrijs, fijn zand, enkele dunne kleilensjes aan top
een zeer diffeuse, iets scheve gelaagdheid van blekere
en iets donkere (iets kleiig) lagen
2.43 3.16 2.69 bleekgrijs, fijn zand met diffeuze gelaagdheid van
kleiig zand, van 2.43-2.56: enkele humeuze zones en
spikkels, vanaf 1.62: gelaagdheid verdwijnt en zand
wordt kleiig met enkele grillige kleilensjes en
(grotere) onregelmatige zandige zones, van 3.06-3.16:
zand met brokken humeus zand, brokken humeuze klei,
veel schelpfragmenten en enkele grote Cardium en
afgeronde silex
3.16 3.23 2.62 grijs, fijn zand met grillige kleibrokken enkele kleine
venige brokjes
3.23 3.29 2.56 grijsblauw, klei met zeer fijne veendetritus, enkele
zeer kleine en korte siltlensjes
3.29 3.48 2.37 d. grijs blauw, mooie regelmatige afwisseling van: klei
met veel veendetritus en een zeer dunne gelaagdheid
(mm) van veen met klei en silt in zones van ongeveer 1
cm dik, bovenaan een subhorizontaal gelaagd horizontaal
gelaagd
3.48 3.63 2.22 d. grijsblauw, regelmatig m.m. gelaagdheid van
veendetritus, klei zn enkele siltlensjes en laagjes
horizontaal gelaagd, soms iets golvend
3.63 3.82 2.03 blauwgrijs, klei met veendetritus en weinig silt in
grillige zones boven- en onderaan enkele dunne
siltlensjes
3.82 4.35 1.50 d. blauwgrijs, horizontale gelaagdheid (maar de
gelaagdheid is niet meer zo scherp, zo duidelijk als
erboven) en afw. van veendetritus, klei met zeer veel
veendetritus en enkele siltlensjes die vanaf 3.95 iets
vermeerderen, vanaf 4.05: scheegf gelaagd
4.35 4.66 1.19 blauwgrijs, silteuze klei met talrijke onregelmatige
kleine siltlensjes (meestal zeer scheef), v. 4.45-4.52:
minder silteus, v. 4.63-4.66: minder silteus
4.66 4.69 1.16 d. blauw=grijs, iets venige klei
4.69 5.00 0.85 d. bruin, veen, tot 4.93: enkele dunne kleilensjes
5.00 5.25 0.60 d. grijs iets bruin=, venige klei
5.25 5.70 0.15 d. bruin, veen, bijna uitsluitend rietveen
5.70 5.85 0.00 groenblauw, slappe klei, sporadisch siltlensjes rond
5.85 en enkele vanaf 5.95
5.85 7.20 -1.35 gr. blauw, wordt iets fijn brokkelig vanaf 5.85, klei,
fijn brokkelig, 6.00-6.10: iets gevlekt, brokkeligh.
vermindert vanaf 6.70, vanaf 6.90: slappe klei geen
brokkelh. meer
7.20 7.50 -1.65 gemengd blauwgrijs en muizegrijs, slappe klei, talrijke
zwarte veg. resten
7.50 7.68 -1.83 grijs, slappe klei, talrijke kleine gebioturbeerde
siltzones
7.68 7.80 -1.95 blauw=grijs, slappe klei
7.80 7.90 -2.05 grijs en blauwgrijs gemangd, slappe klei
7.90 8.30 -2.45 grijze, slappe klei, aan top: enkele dunne siltlaagjes
dun hor. gel. (mm-), wordt silteus vanaf 7.97 met
gebioturbeerde grillige siltzones, 8.00-8.15:
concentratie van zeer veel Hydrobia en Cardium in de
klei, ook veel gebroken fragmenten
8.30 8.46 -2.61 grijs, klei en silt, zeer dunne laagjes (nog niet zeer
scherp afhetekende gelagdheid) hor. gel., afw., ook
lensjes, siltlaagjes vermeerderen en worden iets dikker
naar basis toe
8.46 8.60 -2.75 grijs en bleekgrijs (zand), kleiig silt en silteus fijn
zand in regelmatig ripples hor. gel. en iets verstoord
door smalle lange bioturbaties, 8.51-8.55: kleiig silt,
vanaf 8.55: overwegend silteus fijn zand niet nog
talrijke kleine kleiribbels en zeer kleine veenrestjes
en weinig fijn schelpgruis
8.60 8.75 -2.90 bleekgrijs, fijn sterk silteus zand met talrijke
kleilensjes
8.75 9.33 -3.48 bleekgrijs, fijn sterk silteus zand met enkele zeer
dunne kleilensjes
9.33 10.00 -4.15 bleekgrijs, fijn zand met talrijke iets donkere
silteuzere en dunne laagjes
10.00 11.00 -5.15 van 10.00-12.50: boring gespoeld; zakjes om de halve
meter
grijs fijn zand met kleibrokjes en weinig fijn
schelpgruis
11.00 12.00 -6.15 grijs fijn zand met veel fijn schelpgruis, grijs fijn
zand met zeer veel schelpgruis en -fragmentjes en
enkele schelpjes, enkele grove kwartskorrels
12.00 12.50 -6.65 grijs fijn zand met weinig fijn schelpgruis en kleiige
brokken
12.50 14.30 -8.45 muizegrijs, silteus fijn zand, enkele kleine
kleibrokjes
14.30 14.72 -8.87 grijs, fijn zand met een diffeuse gelaagdheid waarin
fijn schelpgruis geconcentreerd is, hor. gel. en iets
silteus, 14.56-14.70: scheefgelaagd
14.72 15.17 -9.32 grijs, fijn zand, iets silteus met zeer dunne diffeuse
laagjes (iets donkerder) iets silteuzer waarin
sporadisch kleibolletjes
15.17 15.27 -9.42 muizegrijs, sterk silteus fijn zand enkele fijnzandige
laagjes, dun hor. gelaagd, die vermeerderen vanaf 15.23
(maar zeker niet dikker worden) met fijn schelpgruis
in
15.27 15.49 -9.64 bleekgrijs (zand) en muizegrijs, versch; sedim.
eenheden met graduele verfijning naar de grenzen toe:
27-29: veel schelpengruis en 1/2 fijn zand, scheiding
nogal scherp, 29-31: silteus fijn zand, 31-42: fijn tot
1/2 fijn zand met fijn schelpgruis, graduele
verfijning, 42-49: silteus fijn zand met enkele dunne
hor. laagjes, fijn zand waarin veel schelpgruis
15.49 15.67 -9.82 bleekgrijs, fijn (kwarts)zand met scheve laagjes met
kleibrokjes (groot 1 cm) en hele kleintjes die
verdunnen en minder worden naar onder toe
15.67 15.90 -10.05 grijs, silteus fijn zand zeer diffeuse hor. gelaagdh.
van iets silteuzere laagjes afw. met het zand, weinig
schelpgruis voornl. in de silt
15.90 16.23 -10.38 bleekgrijs, fijn zand
16.23 16.40 -10.55 grijs, fijn zand met talrijke onregelm. kleilenzen en
-brokken die verminderen naar onder toe
16.40 16.74 -10.89 d. grijs, fijnzandige silt -1- enkele dunne hor. gel.
laagjes -2- fijn zand met schelpgruis -3- enkele
laagjes, lensjes met kleine veenbrokjes naar de basis
toe worden ze dunner maar frequenter
16.74 18.47 -12.62 grijs, fijn zand, iets silteus, weinig fijn schelpgruis
met zones (ongeveer 5 cm dik) van kleiig silt met
enkele zeer dunne kleilaagjes en venige brokjes in
dunne laagjes met soms ripples, soms laminair gel. en
soms zones met foresets. Deze zones verminderen naar
onder toe
18.47 19.04 -13.19 bleekgrijs, fijn zand, versch. sediment. eenheden
waarin steeds een coarsening up naar de top (silteuser
onderaan) aan basis van iedere eenheid zeer dunne
kleilensjes en -laagjes (en kleibrokjes) en veel
schelpgruis ook in laagjes en lensjes
19.04 19.23 -13.38 grijs, fijn zand, weinig fijn schelpgruis
19.23 19.38 -13.53 d. grijs, sterk silteus fijn zand horizontale laminae
(die silteus zijn) met daartussen kleine foresets of
soms ripples (zandiger) waarin veenbrokjes en
veenlaagjes
19.38 19.45 -13.60 d. grijs (bovenaan) bleekgrijs, 19.38-19.42: scheve
heterogene wig met kleibrokjes, veel schelpfragmenten
gemengd met weinig zand en grote veenbrok bovenaan,
19.42-19.45: fijn zand, weinig fijn schelpgruis met aan
basis slappa kleilens en veenbrokjes en Cardium
19.45 19.60 -13.75 d. grijs, slappe klei, iets venig met veenbrokken in
(en reductievlekken) omringd door fijn zand met
tamelijk veel schelpen en -fragmenten en platte ovale
gerolde veenbrokken
19.60 19.66 -13.81 groengrijs, zeer fijn zand, iets silteus, weinig zeer
fijn schelpgruis
19.66 19.85 -14.00 grijsgroen, silteus zeer fijn zand, weinig zeer fijn
schelpgruis
19.85 20.30 -14.45 grijsgroen, fijnzandige silt met talrijke kleilaagjes
en lensjes in een zeer duidelijke kleine schalige
cross-bedding
20.30 20.71 -14.86 grijsgroen, zeer fijn zand, sterk silteus met zeer
dunne, horizontale, regelmatige maar diffeuse laminae,
vanaf 20;48: duidelijke horiz. kleilaninae die dikker
worden naar onder toe, v; 20.52-20.57: kleinschalig
Cross-stratification met siltlaagjes, v. 20.57-20.66:
zandiger en meer schelpgruis, v. 20.66-20.71:
kleinschalige cross-stratification met kleilaagjes
20.71 21.33 -15.48 groengrijs en bruingrijs (iets roestkleur=), zeer fijn
zand in zones, zones die iets silteuser & kleiiger zijn
in zones met scheve gelaagdheid met kleilenzen en
concentratie van schelpgruis
21.33 21.59 -15.74 beige bruin, sterk silteuse klei, vanaf 21.54: zeer
fijn schalige cross bedding met fijnzandige foresets en
horiz. laminae
21.59 21.85 -16.00 donker grijs, bruingrijs, klei, kompakt met talrijke
(blekere) silteuse dunne lensjes en ribbels, gradueel
silteuser vanaf 20.74
21.85 22.27 -16.42 grijsbruin, groengrijs, kleiige silt, fijne en
kleinschalige cross-bedding met kleilaminae
22.27 22.48 -16.63 groengrijs en grijsgroen (klei), silt en klei in zeer
fijne laminae, horizontaal, uitwiggend en ook
cross-bedding in sediment eenheden die naar bovenaan
fijner worden (klei) iets zandig al onderste 2 cm
22.48 22.55 -16.70 bleekgrijs, fijn zand, bovenaan nog iets silteus met
diffeuse cross-bedding
22.55 22.77 -16.92 grijsgroen, klei, silt en zeer fijn silteus en venige
klei, zand in zeer dunne laninae, scheef, rond 22.67:
zone met cross-bedding en kleine foresets (1 cm dik)
22.77 22.81 -16.96 groengrijs, kleiige silt met kleilaminae, scheve lenzen
en wig met veel schelpen grove kwartskorrels, kleine
grintjes, en veel schelpfragmentjes
22.81 23.56 -17.71 bleekgrijs, zeer fijn zand, iets silteus met enkele
diffeuse kleiige lenzen die vermeerderen naar onder
toe, vanaf 23.30: veel kleiribbels soms in
cross-stratification, vanaf 23.45: dunnere kleilenzen
23.56 23.73 -17.88 bleekgrijs, fijn zand, schelpgruis en -fragmenten,
geconcentreerd in scheve laagjes (van ongeveer 2 cm)
23.73 23.80 -17.95 d. groen, kleibrokjes met veel schelpfragmentjes
gemengd met wat zand
23.80 24.00 -18.15 bleekgrijs, fijn zand met zeer veel schelpgruis,
-fragmenten, en schelpen
24.00 25.00 -19.15 ontbreekt, mislukt
25.00 25.85 -20.00 bleekgrijs, bleekbruin grijs, 1/2 fijn zand met
schelpgruis met scheve laagjes geconcentreerd
schelpgruis die vermeerderen, vanaf 25.74: (zeer veel
schelpgruis)
25.85 28.00 -22.15 d. bruin, kompakte klei
______________________________________________________________________________
Formele stratigrafische interpretatie
Auteur:De Ceukelaire M.
Instituut:UG- Vakgroep Geologie en Bodemkunde
Datum:02/1998
Van Tot peilbas Strat1 Strat2
0.00 25.85 -20.00 Q T Q
25.85 28.00 -22.15 Ko T Ko
______________________________________________________________________________