Skip to content. | Skip to navigation

Personal tools

You are here: Home / arch / 036E / 036E0143.TXT

036E0143.TXT

vroeger ook nummer 036E0139a      

    
          PL. LEKE  36E                   BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST 
          C.BAETEMAN - J.VAN DER SLUYS

143(V, b) ADMINISTRATIEVE & TECHNISCHE GEGEVENS

          Kaart-Nr:              36E
          Plaat:                 Leke
          Nr:                    143
          Topografische kaart:   12/6
          Type Boring:
          Uitgevoerd te :        Zevekote (Rietbos)
          Postnr:                8470
          Bij:
          Boorfirma:             Smet-DB
          Boordatum:             februari 1991
          Topografie:
          Stalen door:
          Boringsmethode:        gestoken
          Doormeters:
          Grondwaterstanden:
          1ste maal:
          Bij rust:
          Tijdens pompen:
          Debiet:
          Waterzaaknr:
          Totale diepte:         66 m
          Stalen genomen:
          Maaiveld:              +2,240 m
          X:                      47.172
          Y:                     204.008
          NIS-code:              35027


          BOORBESCHRIJVING
          AARD DER GRONDLAGEN                                   Diepte Basis
          groenbruin kleiig zeer fijn zand - 
          baksteenfragmentjes - scherpe grens                       0.16

          donkerbruine iets humeuze klei, kalkhoudend - steen       0.18

          donkergrijs met onregelmatige gele vlekken, zware
          klei, kalkhoudend, talrijke kleine houtskoolachtige
          brokjes, zeer kleine broze schelpfragmentjes.             
          Kleiige veenbrok aan basis.                              (0.42)

          donkergrijze slappe klei, kalkhoudend                     
          - kleiige rietrestjes e.a. plantfragmentjes
          - fragmenten broze gastropoden
          - kleine veenbrokjes                                      1.57

          geel gevlekt donkergrijze (zeer slappe) klei,
          zeer heterogeen. kalkhoudend                              
          - enkele schelpfragmentjes (vrij broos, maar marien)
          - verharde grillige kleibrokjes                           1.90
                                
          donkergroene silteuse klei - kalkhoudend                  2.05

          zwartbruin amorf veen, grens scherp ingesneden            2.07

          donkerbruin zandig veen, wordt minder venig naar
          onder toe plantenresten                                   2.19

          bruin humeus zeer fijn zand - veenbrokjes                 
          2.38: humeus verminder sterk
          brokje kleiig amorf veen op 2.38
          Geen echte grens                                          2.45

          bruin roest-achtig kleiig fijn zand                                 
          2.45-2.50: diffuse kleiige lenzen
          2.62-2.67: kleiige zones met vele verharde kleibrokjes
          - sporadisch kleine grintjes
          - enkele silex-splinters
          zwarte fijne plantenresten                                2.76

          donker grijsbruin met blekere vlekken klei, enkele fijn
          zandige grillige zones
          - zwarte stengels (of wortels)
          grens tamelijk scherp - scheef.                           2.80

          bleekgrijs zeer fijn silteus zand - bovenaan kleine
          zwarte vegetatierestjes.
          zeer dunne kleislierten bovenaan                          
          sporadisch eerder diffuse lens van fijn zand grens
          gemist                                                   (2.95)

          Groen silt en zeer fijn zand in diffuze afw.
          horizontale en subhorizontale gelaagde, cm-dik -
          enkele kleilam. (mm) die verminderen naar onder toe.     
          3.09-2.10: kleilam.
          sterk kalkhoudend. Veel kalkconcreties.                   3.24

          groen=bruin afwisseling van fijn zand, silt en silteuze
          klei, horizontaal gelaagd, 1/2 cm dik, bovenaan
          (silteuze klei = mm dik en soms in golvende lensjes)
          Kalkhoudend.                                                   
          3.30 : stukje hout - nog enkele kalkconcreties.
          Zeer sporadisch wit schelpgruis (spikkeltjes) af en
          toe cm-lam. gevormd door mm-kleilam. waarin kleine
          plantenrestjes                                            3.24-

          bruingrijs sterk silteus zeer fijn zand diffuse
          silteuzere mm-lam. horizontaal gelaagd.          
          Kalkhoudend.
          3.60-3.67: fijn zandig silt waarin zeer diffuse
          3.67-3.72: fijn zandig met schelpfragmentjes, diffuse
          horizontale gelaagdheid.
          3.72-3.76: silt met kleiiger lenzen                      (0.86)

          groenbruin fijn zand, diffuse maar regelmatige
          horizontale gelaagdheid van mm-kleiiger laminaties.
          Kalkhoudend.
          Weinig zeer kleine schelpfragmentjes.
          Vanaf 4.23: met regelmatige horizontale laminaties (cm
          en mm) humeuze klei. Vrij veel kleine schelpfragmentjes.  4.36

          bleekbruingroen fijn zand met sets (3 tot 10 cm dik)
          fijn zand met talrijke kleiige siltlam. (mm en cm)
          horizontaal en subhorizontaal. Onderste cm iets grover
          zand.
          Kalkhoudend.
          Sporadisch schelpen spikkels.
          Grens scherp en gevormd door silteuze kleilam.            5.05

          grijs fijn zandig silt - zeer fijne gelaagdheid van
          kleiig siltlenzen, horizontaal en ook enkele golvende
          lensjes.
          Kalkhoudend.
          5.30: minder sterk silteus zeer fijn zand
          tussen 6.05-6.08: enkele kleiige siltlaminae, hori.
          1/2 cm
          6.10-6.26: iets kleiig silt in cm en mm laminaties,
          horizontaal iets golvend, afwisselend met fijn zand
          (in lam. en lenzen).
          Onderaan: enkele zeer kleine schelpfragmentjes.
          Onderliggende is geƫrodeerd.                            (5.42)

          donkergroen bruin kleiig silt, verstoord door
          cryoturbatie. Sterk kalkhoudend. Vele zwarte 
          reductievlekken.
          6.35: wordt humeus.
          Tussen 6.60-6.72: grillige insluitsels van iets kleiig
          zeer amorf veen in humeus kleiig silt. Basis wordt
          gevormd door bleekbruingroen silteuze klei met enkele
          zaadjes in. Sterk kalkhoudend.
          Grens scherp maar gecryoturbeerd.                        6.72

          Grijs iets fijn zandig, iets kleiig silt. Sterk
          kalkhoudend.
          Enkele diffuse zandiger zones en onregelmatige dunne
          lenzen.
          6.74-6.85: zeer dunne ijsing wining kleine
          plantenrestjes.
          7.15: wordt humeuzer en veel minder zand
          meer kleine plantenrestjes, sporadisch zeer kleine
          schelpfragmentjes (broze waarschijnlijk)
          7.28-7.31: roestbruin, iets venig met talrijke zeer
          broze gastropoden                                        
          7.31: terug iets fijn zandiger
          Rond 7.45: humeuzere zone nog enkele kleine
          reductievlekjes, enkele kleine plantenrestjes            6.72-

          bleekgrijs regelmatig afwisselend horizontaal gelaagde
          cm-dik, van fijn zand en kleiig silt. Sterk kalkhoudend
          weinig fijn schelpgruis in zand
          Overgang meer en meer zandig                             7.81

          bleekgrijs, iets groen zeer fijn silteus zand met
          laminaties van kleiig silt (horizontaal, mm) eerdere
          diffuse gelaagdheid (fijn).
          Kalkhoudend.
          Weinig zeer fijn schelpgruis                             7.81-

          grijs sterk silteus zeer fijn zand met mm-laminatie
          kleiig silt en cm-laminaties fijn zand (eerder diffuus)
          scheef en horizontaal - kalkhoudend.
          Tamelijk veel zeer fijn schelpgruis, vermeerdert iets
          naar onder toe.
          8.42: enkele witte schelpfragmenten
          8.84: geconcentreerd op niveautje.
          Grens is scheef discordant.                              8.80

          donkergroen kleiig silt, iets fijn zandig, enkele
          venige haarfijne laminatie met silteuze kleilenzen 
          (mm).                                                   (8.88)

          grijs fijn zand - enkele lenzen Yc-klei enkele 
          kleibolletjes.
          Kalkhoudend.
          Veel zeer fijn schelpgruis en enkele witte fragmentjes.  9.14

          grijs en groengrijze zelfde zand met veel Yc-brokken
          en enkele keitjes en veel schelpfragmenten, kalkhoudend
          (hoekige gebroken silex)
          Grens erosief.                                           9.20

          groengrijs zware klei, veel onregelmatige 
          siltinsluitsels.                                         9.20-

          Basis Kwartair: 9,20 m


11.00 - 12.00 m,   L = 103

0.00 - 0.25 m: blauwgrijze klei, bruin door uitdrogen, silteus, zandige
               kruipgang op 0.20m.
0.25 - 0.40 m: blauwgrijze, silteuze en fijn zandhoudende klei, met
               kruipgangen gevuld met bleek zand. Enkele donkere vlekken
               (pyriet?)
0.40 - 0.90 m: idem, sterk silteus en fijn zandig meer en grotere
               zandvlekken (o.a. op 0,51 en 0,66 m). Grillig, wit adertje
               (sterk kalkhoudend).
0.90 - 1.00 m: sterk silt - en fijn zandhoudende klei, bruin-geelbruin 
               (door uitdroging - oxidatie).
               Licht kalkhoudend over de hele lengte


12.00 - 13.00 m   L = 100

0.00 - 0.14 m: sterk silteuze en fijn zandhoudende klei, grijsbruin-bruin
               (door uitdroging). Onregelmatige zandige lensjes (2 mm dik).
0.14 - 0.20 m: blauwgrijze silteuze klei, iets minder zandig.
0.20 - 0.24 m: idem, sterk gestoord
0.24 - 0.27 m: sterke fijnzandige, silteuze klei, grijsbruingrijs,
               glimmerhoudend.
0.27 - 0.65 m: idem, minder zandhoudend enkele kruipgangen en zandige
               vermiculaties.
0.65 - 1.00 m: idem, sterk zandhoudend rond 0.80 m, met veel zandige
               vermiculaties (0.65-0.70 en 0.95 m). Kruipgang (0.93 m).
               Licht kalkhoudend over de hele lengte.


13.00 - 14.00 m   L = 103

0.00 - 0.26 m: bruine silteuze klei, licht fijn zandhoudend, met zandige
               vlekken en kruipgangen, donkere (pyriet) vlekken.
0.26 - 1.00 m: blauwgrijze silthoudende klei, licht fijn zandhoudend, met
               talrijke kleine zandhoudende vlekjes en vermiculaties en
               donkere vlekken van pyrietgruis.
               Enkele grote zandige kruipgangen met pyrietgruis (0.70
               en 0.81 m).
               Vanaf 0.80 m geleidelijk minder zand- en silthoudend,
               bruin-roestkleurig door verdroging. Licht kalkhoudend
               over de hele lengte.


14.00 - 15.00 m   L = 107 cm

0.00 - 0.15 m: bruine-bruingrijze silteuze klei met bleke silteuze 
               laminaties en zandvlekjes. Grote zandlens, roestkleurig 
               op 0.15 m.
0.15 - 1.00 m: blauwgrijze-groengrijze licht silthoudende klei, geen zand,
               behalve in enkele kruipgangen en kleine vlekjes (vnl.
               0.15-0.25, grote op 0.83 m). Vanaf 0.85 m opnieuw bruin
               (uitdroging). Licht kalkhoudend.


15.00 - 16.00 m   L = 98 cm
0.02 - 0.31 m: grijsbruine licht silteuze klei, met roestkleurige
               zandige vlekken (uitdrogingsverschijnselen)
0.31  -1.00 m: grijsgroene klei, iets minder silthoudend, met enkele
               schaarse zandige vlekjes, donker pyrietstippen. 
               Op 0.95 enkele kleine gipsXX (2 mm).
               Weinig of niet kalkhoudend, bruinkleurig van 0.75 m.


16.00 - 17.00 m   L = 97 cm

0.03 - 0.13 m: sterk silteuze klei, groengrijs.
0.13 - 0.37 m: groengrijze silteuze klei, met talrijke bleke vermiculaties,
               roestkleurige pyrietvlekjes, gipsXX
0.37 - 1.00 m: groengrijze klei, minder silteus, met vermiculaties,
               pyrietvlekjes en gips XX. Grote pyriet vlek op 0.63,
               0.91 en 0.97 m.


17.00 - 18.00 m   L = 104 cm

   Tot 0.17 m: bruingrijze licht silteuze klei, met enkele pyrietvlekken 
               (met gips XX).
0.17 - 1.00 m: blauwgroene, weinig silthoudende klei, met schaarse zandige
               vlekken (0,41 en 0,46 m), talrijke zwarte pyrietvlekjes.
               Vanaf 0.75 m bruin met gips XX (uitdroging). Weinig
               of geen kalk.


18.00 - 19.00 m   L = 104 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene, weinig silthoudende klei, bruin gekleurd
               tot 0,20 en 0,80 m.
               Enkele donkere pyrietvlekjes (0,40-0,50 m). Licht kalkhoudend.


19.00 - 20.00 m   L = 103 cm

0.00 - 1.00 m: homogene blauwgroene klei, weinig silthoudend, bovenaan en
               onderaan bruin door uitdroging (ook langs krimpscheuren).
               Enkele fijnzandige kruipgangen (0,08, 0,21, 0,41 en 0,80 m),
               enkele pyrietvlekjes.


20.00 - 21.00 m   L = 103 cm

0.00 - 1.00 m: homogene blauwgroene klei, weinig silthoudend tot
               0,25 m bruin door uitdroging. Schaarse zand- en 
               pyrietvlekjes. Weinig kalkhoudend.


21.00 - 22.00 m   L = 107 cm

0.00 - 1.00 m: homogene blauwgroene klei, weinig silthoudend, onderaan
               en bovenaan bruin door uitdroging. Enkele verspreide zand- 
               en pyrietvlekjes. Licht kalkhoudend.


22.00 - 23.00 m   L = 106 cm

0.00 - 1.00 m: homogene, blauwgroene klei, weinig silthoudend
               (bruin tot 0,20 m). Schaarse zandvlekjes (0,05-0,15 m en 
               vanaf 0,90 m) en pyrietvlekjes.


23.00 - 24.00 m   L = 108 cm

0.00 - 1.00 m: homogene blauwgroene klei, weinig silthoudend. Grote
               pyrietconcretie op 0.75 m. Weinig of geen kalk.


24.00 - 25.00 m   L = 106 cm

0.00 - 1.00 m: zeer homogene, blauwgroene klei donkerder vanaf 0.85 m.
               Zeer weinig silthoudend. Pyrietconcreties op 0.15 en 0.35 m.
               Duidelijk kalkhoudend.


25.00 - 26.00 m   L = 109 cm

0.00 - 0.90 m: zeer homogene en zuivere klei, blauwgroen, nauwelijks
               silthoudend. Enkele zandvlekjes (0.03, 0.51 en 0.85 m).
               Pyrietbolletje op 0.12 en 0.60 m. 0.90-1.00 m: idem,
               geleidelijk iets meer silthoudend, enkele zandige kruipgangen.
               Weinig kalkhoudend.


26.00 - 27.00 m   L = 100 cm

0.00 - 0.15 m: licht silthoudende klei, blauwgroen (bruin door oxidatie).
               Weinig kalk. Onduidelijk overgaand in :
0.15 - 1.00 m: blauwgroene klei, nauwelijks silthoudend. Pyrietconcretie
               op 0.45 m. Kalkhoudend.


27.00 - 28.00 m   L = 91 cm

0.09 - 0.14 m: bruingroene (oxidatie) weinig silthoudende klei.
0.14 - 1.00 m: blauwgroene-bruingroene iets meer silthoudende klei,
               licht fijn zandhoudend, vooral tot ong. 0.50 m. 
               Enkele pyrietvlekjes en zandige kruipgangen.
               Geleidelijk minder zand in silt vanaf 0.50 m. Weinig
               of niet kalkhoudend.


28.00 - 29.00 m   L = 104 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene, licht silthoudende klei, met verspreide
               vlekjes en lensjes fijn zand. Weinig kalkhoudend.


29.00 - 30.00 m   L = 105 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene, weinig tot licht silthoudende klei, enkele
               vlekjes en subhorizontale laagjes van zeer fijn zand en silt.
               Vanaf ongev. 0.50 m meer silthoudend (o.a. veel meer
               vermiculaties). Licht kalkhoudend.


30.00 - 31.00 m   L = 100 cm

0.00 - 0.03 m: sterk verbrokkeld
0.03 - 0.80 m: weinig silthoudende klei, blauwgroen (bruin door oxidatie).
               Vlekjes van fijn zand en silt, vnl. tot 0,30 m en op
               0.50 en 0.60-0.70 m. Licht kalkhoudend.
0.80 - 1.00 m: iets meer silthoudende klei, met wat meer zandvlekken. 
               Weinig of geen kalk.


31.00 - 32.00 m   L = 105 cm

0.00 - 1.00 m: weinig silthoudende klei, blauwgroen (boven- en onderaan
               bruin).
               Zandige vlekjes en subhorizontale bandjes, vnl. tot
               0,20 m, 0,50-0,70 m en 0,85-0,90 m. Donker pyriethoudende
               adertje, subhorizontaal op ongeveer 0,45 m.
               Weinig kalkhoudend.


32.00 - 33.00 m   L = 104 cm

0.00 - 1.00 m: weinig silthoudende klei, blauwgroen met subhorizontale
               zandlaagjes, tot 0,5 cm dik, vnl. rond 0.15, 0.55,
               0.70-0.85 m ook onregelmatige zand/siltvlekjes en
               pyrietvlekjes. Kalkhoudend.


33.00 - 34.00 m   L = 109 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene-bruingroene klein, homogeen, weinig silthoudend.
               Enkele zandige-silteuze vlekjes, grote donkere (pyriet)
               vlekjes (0,65-0,68 m). Licht kalkhoudend.


34.00 - 35.00 m   L = 109 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene weinig silthoudende klei, met enkele blekere
               silteuze bandjes en lenzen (0,25, 0,43 en rond 0,95 m). 
               Enkele pyrietvlekken tussen 0,50 en 0,60 m. Licht kalkhoudend.


35.00 - 36.00 m   L = 109 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgroene klei, nauwelijks silthoudend en zeer homogeen.
               Verweerde pyrietconcretie op 0,13 m. Geen kalk.


36.00 - 37.00 m   L = 106 cm

0.00 - 1.00 m : zeer homogene blauwgroene klei, geen silt.
                Pyrietgruis op 0,45 en 0,92 m. Enkele vage siltvlekjes
                op 0,80 m. Geen kalk.


37.00 - 38.00 m   L = 108 cm

0.00 - 1.00 m: zeer homogene blauwgroene klei, geen silt.
               Behalve op 0.90 m ook geen silteuze vlekjes of 
               vermiculaties. Pyrietconcreties (klein) op 0,09-0,10, 0,45
               en 0,66 m. Geen kalk.


38.00 - 39.00 m   L = 108 cm

0.00 - 1.00 m: zeer homogene blauwgroene klei, nauwelijks silthoudend,
               met enkele pyrietbolletjes, concentratie pyrietgruis
               (lensje van 0,5 cm dik - 3 cm breed) op 0,81 m.
               Geen kalk.


39.00 - 40.00 m   L = 110 cm

0.00 - 1.00 m: zeer homogene blauwgroene-groene-bruine klei, licht
               silthoudend.
               Grillige donkere band op 0,53-0,55 m. Enkele schaarse
               vermiculaties.


40.00 - 41.00 m   L = 98 cm

0.02 - 0.10 m: bleekbruine, licht silthoudende klei, geen kalk.
0.10 - 0.40 m: donkerbruine, licht silthoudende klei, enkele vermiculaties.
0.40 - 0.62 m: donkerbruine-donkergrijze klei, sterker silthoudend,
               met kleine zandige vlekjes (bleekbruin). Groter zandlensje 
               op 0.51-0.52 m.
               Rond 0.60 m grillige subhorizontale fijn zandige silteuze band.
0.62 - 0.70 m: zwarte licht silteuze klei, met gele adertjes en grote gele
               silteuze vlekken met veel verweerd pyriet.
0.70 - 1.00 m: donkerbruine licht silteuze klei, met bleke fijnzandige 
               vlekjes en vlek van verweerd pyriet (9,95 m).


41.00 - 42.00 m   L = 109 cm

   tot 0.05 m: bleekgrijze, weinig silthoudende klei, geen kalk
0.05 - 0.08 m: donkergrijze-bruine, licht silthoudende klei, pyrietgruis
               op 0,00, in dun laagje op 0.05 m.
0.08 - 0.85 m: donkergrijze, weinig silthoudende klei, geen kalk. 
               Op 0.10-0.11 m donkere laminaties en grote concentratie
               pyrietgruis.
               Pyriet verspreid, grotere concreties op 0,45 m en 0,64 m
               (groter dan 3 cm). Kalkhoudend. Vanaf 0.85 m geleidelijk 
               meer silthoudend. Licht kalkhoudend.


42.00 - 43.00 m   L = 110 cm

0.00 - 1.00 m: blauwgrijze-donkerbruine licht silthouden de klei, 
               geen kalk, weinig pyriet. Iets minder silteus tussen ong.
               0.50-0.87m.


43.00 - 44.00 m   L = 107 cm

0.00 - 0.14 m: bruine, licht silthoudende klei met vlekjes van fijn zand.
0.14 - 0.50 m: donkergrijze, weinig silthoudende klei 
0.50 - 0.74 m: donkergrijze-brine klei, siltgehalte geleidelijk toenemend.
0.74 - 1.00 m: donkerbruine klei, sterk silteus, vooral van 0.74-0.85 en 
               vanaf 0.92 m, waar veel bleke siltvlekjes en -vermiculaties
     
               voorkomen.
               Geen kalk over gehele kern.


44.00 - 45.00 m   L = 103 cm

0.00 - 0.12 m: bruine, sterk silthoudende klei, geen kalk.
               Siltgehalte geleidelijk afnemend.
0.12 - 0.25 m: grijze-bruine, licht silthoudende klei.
0.25 - 0.40 m: bruine, weinig silthoudende klei, met enkele zandige vlekjes.
0.40 - 0.61 m: bruine-grijze klei, iets meer silthoudend, enkele
               vermiculaties.
0.61 - 0.77 m: idem, opnieuw iets minder silteus
0.77 - 1.00 m: bruine, matig sterk silthoudende klei.
               Geen kalk over de gehele kern.


45.00 - 46.00 m   L = 106 cm

0.00 - 0.12 m: bruinachtige, licht silthoudende klei, met enkel vermiculaties.
0.12 - 0.90 m: donkergrijze klei, weinig silthoudend, met onduidelijke,
               donkere bandjes op 0.18 en 0.38-0.38 m. Enkele concentraties
               van pyrietgruis (0.20, 0.46 en 0.80 m)
0.90 - 1.00 m: idem, meer bruin, toenemend siltgehalte.
               Geen kalk over hele lengte.


46.00 - 47.00 m   L = 98 cm

0.02 - 0.08 m: zelfde klei
0.08 - 1.00 m: bruingrijze, licht silthoudende klei, geen kalk,
               vlekjes van silt of fijn zand op 0.42, 0.50-0.53 m, 
               silteuze bandjes rond 0.90 m. Gele verweerde pyrietvlek op
               0.16 m.


47.00 - 48.00 m   L = 104 cm

   tot 0.08 m: sterk verbrokkeld
0.08 - 0.25 m: bruine, licht silthoudende klei, waarbij siltgehalte afneemt.
               Geleidelijk overgang naar
0.25 - 1.00 m: donkergrijze-bruingrijze, weinig silthoudende klei,
               vanaf 0.70 m opnieuw iets meer silt.
               Bleker, gebroken fijn zandig bandje op 0.34 m.


48.00 - 49.00 m   L = 105 cm

   Tot 0.19 m: overwegend bruine, silthoudende klei, vooral van 0.00-0.10 m
               vrij veel vermiculaties en silteuze vlekjes. Siltgehalte 
               neemt geleidelijk af.
0.19 - 1.00 m: donkergrijze, weinig silthoudende klei, vanaf ong. 0.50 m 
               iets bleker.
               Dunne subhorizontale laagjes van silt/zeer fijn zand
               op 0.19 en 0.22 m. Siltvlekjes tussen 0.30 en 0.50 m,
               grotere zandvlekken (kruipgangen op 0.68, 0.81, 0.89 en
               0.92 m). Weinig of geen kalk.


49.00 - 50.00 m   L = 108 m

   Tot 0.10 m: donkergrijze-bruine silthoudende klei, met enkele blekere
               siltvlekjes.
0.10 - 1.00 m: vrij homogene donkergrijze-grijsgroene klei, weinig
               silthoudend.
               Twee subhorizontale siltlaagjes op 0.65 en 0.70 m.
               Tussen 0.75 en 0.80 m schuine, onregelmatige doch
               scherpe grens tussen bruin bruinachtige en groengrijze
               klei. Licht kalkhoudend over hele lengte.


50.00 - 51.00 m   L = 104 cm

0.00 - 1.00 m: donkergrijze, weinig silthoudende klei, alleen van 0-0.15 m
               iets meer silt. Duidelijk kalkhoudend.


51.00 - 52.00 m   L = 104 cm

0.00 - 0.37 m: bruinachtige licht silthoudende klei. Geen kalk
0.37 - 0.86 m: donkergrijze-bruingrijze klei, minder silthoudend, geen kalk.
0.86 - 1.00 m: zwartbruine klei, weinig silthoudend met grote holte
               (pyrietconcretie?) op 0.91-0.93 m; fijne gele bandjes
               (jaroniet?).


52.00 - 53.00 m   L = 102 cm

   Tot 0.09 m: zelfde klei met gele bandjes
0.09 - 1.00 m: homogene donkergrijze klei, zeer weinig silthoudend,
               enkel sporadische vermiculaties, geen kalk.


54.00 - 55.00 m   L = 102 cm

0.00 - 0.13 m: bruine silthoudende klei, met blekere vermiculaties.
0.13 - 1.00 m: groengrijze weinig silthoudende klei.
               Enkele fijnzandige vlekjes op 0.16 en 0.90 m. Vanaf
               0.90 m opnieuw silteuzer. Geen kalk.


55.00 - 56.00 m   L = 110 cm

   Tot 0.11 m: bruine, duidelijke silthoudende klei, met bleke silteuze
               vermiculaties.
0.11 - 0.53 m: groengrijze, silthoudende klei, met talrijke bleke 
               siltvlekjes en grotere zandige lensjes en vlekjes 
               (0.40 en 0.51 m)
0.53 - 0.70 m: idem, doch geleidelijk afnemend siltgehalte, ook minder
               silteuze vlekken.
0.70 - 1.00 m: weinig silthoudende klei, groengrijs zandige kruipgang op 
               0.96 m. Geen kalk over hele lengte.


56.00 - 57.00 m   L = 96 cm

0.04 - 1.00 m: overwegend grijze klei, licht silthoudend, met verspreide
               silteuze vlekken, vooral vanaf 0.40 m. Geen kalk.


57.00 - 58.00 m   L = 110 cm

0.00 - 1.00 m: bruingrijze-blauwgrijze licht silthoudende klei, met vrij
               veel silteuze/fijnzandige vlekken en lensjes, vnl. rond
               0.05-01.0, 0.35 en vanaf 0.80 m. Licht kalkhoudend.


58.00 - 59.00 m   L = 110 cm

0.00 - 1.00 m: bruine licht silthoudende klei, met verspreide silteuze en
               zandige vlekjes. Vanaf ong. 0.50 m meer silthoudend en meer
               vermiculaties en zandige vlekjes. Grote zandige kruipgang op
               0.80 en 0.92 m. Nauwelijks kalkhoudend.


59.00 - 60.00 m   L = 100 cm

0.00 - 0.15 m: bruine silthoudende klei, met enkele fijn zandige kruipgangen.
               Siltgehalte geleidelijk afnemend naar:
0.15 - 0.31 m: bruine, licht silthoudende klei, minder zand- en siltstippen.
               Geleidelijk overgaand in:
0.31 - 0.59 m: bruine, duidelijke silthoudende klei met veel siltvlekjes
               en - vermiculaties en enkele fijnzandige kruipgangen.
0.59 - 0.75 m: bruine, minder silthoudende klei met weinig siltvlekken.
               Geleidelijk overgang naar:
0.75 - 0.88 m: weinig silthoudende bruine klei.
0.88 - 1.00 m: opnieuw duidelijk silthoudende klei, bruin (verbrokkelde
               kern vanaf 0.90 m). Geen kalk over hele kern.


60.00 - 61.00 m   L = 107 cm

0.00 - 0.30 m: bruine-donkergrijze licht silthoudende klei, enkele
               fijnzandige kruipgangen.
0.30 - 0.73 m: donkerbruingrijze licht silthoudende klei.
               Kruipgang op 0.35 m. Siltlensjes op 0.40 en 0.59 m.
0.73 - 1.00 m: donker bruingrijze-bruine klei, iets meer silthoudend,
               met meer fijnzandige vlekjes en kruipgangen.
               Licht kalkhoudend van ong. 0.30-0.80 m.


61.00 - 62.00 m   L = 78 cm

0.22 - 1.00 m: bruine licht silthoudende klei met siltstipjes en enkele
               zandvlekjes (0.49; 0.78 en 0.97 m). Weinig of geen kalk.


62.00 - 63.00 m   L = 72 cm

0.28 - 0.56 m: bruine, duidelijke silthoudende klei, met veel siltvlekjes,
               vermiculaties en fijnzandige vlekken (soms met verweerd
               pyriet).
0.56 - 0.59 m: weinig silthoudende bruine klei
0.59 - 1.00 m: iets meer silthoudende bruine klei. Verscheidene grote
               zandige vlekken en kruipgangen. Pyrietconcretietje op
               0.80 m. Geen kalk over hele lengte.


63.00 - 64.00 m   L = 109 cm

0.00 - 0.11 m: bruine-donkergrijze, silthoudende klei, siltstippen
0.11 - 0.25 m: donker bruingrijze klei, siltgehalte geleidelijk afnemend.
0.25 - 1.00 m: donker bruingrijze klei, weinig silthoudend, enkele 
               siltstippen (onderaan iets meer). Geen kalk over hele lengte.


64.00 - 65.00 m   L = 60 cm

0.40 - 1.00 m: bruine-donkergrijze klei, weinig silthoudend. Tot 0.60 m
               iets meer siltvlekjes. Zeer weinig kalkhoudend.


65.00 - 66.00 m   L = 110 cm

0.00 - 0.31 m: bruine matig silthoudende klei, vrij veel siltstippen en
               enkele zandige vlekjes. Verweerde pyrietconcretie op 0.07 m.
0.31 - 0.75 m: bruine, weinig silthoudende klei, weinig siltstipjes.
0.75 - 1.00 m: idem, doch iets meer silthoudend. Geen kalk.


          Van 0.00 - 9.20 m beschreven door C. Baeteman (19.02.91)
          Van 11.00 - 66.00 m beschreven door J. Van der Sluys (1993)


          STRATIGRAFISCHE INTERPRETATIE
          Top     Basis     STRATIGRAFISCHE EENHEDEN

          0.00 -  9.20 m    Kwartair
          9.20 - 66.00 m    Formatie van Kortrijk (Ieperiaan)


          AUTEURS : C. Baeteman - J. Van der Sluys

Insert the GSB number to search all associated content