PL. LEKE 36E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
W.DE VOS - M.DUSAR - C.BAETEMAN
137(VII,a)Boring
Uitgevoerd te : Schore (Spermalie)
Voor : Belgische Geologische Dienst (BH-8)
Door : Smet-boring
Datum : december 1985
Grondstalen verzameld door de aannemer
Boringsmethode : spoeling en gekernd
Hoogte van het maaiveld : 3 m
Nr AARD DER GRONDLAGEN
1 grijze slappe klei
2 grijze slappe klei, veendetritus, baksteenfragmenten
3 Idem, weinig schelpfragmentjes
4 Grijze slappe klei iets fijn zandig, schelpfragmenten
(o.a. Macoma Balthica)
5 Idem, enkele veenrestjes
6 Idem, gemengd met fijn zand waarin schelpgruis en - fragmenten
7 Grijs slappe klei en fijn zand gemengd met veel
schelpgruis en fragmenten (o.a. Scrobicularia plana,
Cardium edule, Macoma) en veendetritus geconcentreerd
in zones
8 Grijs silteus fijn zand, weinig fijn schelpgruis
9 Idem
10* Idem, met weinig schelpfragmenten en stuk zwart
verweerd hout
11 Idem, met gerold stuk veen
12 Grijs silteus fijn zand, fijn schelpgruis
13 Idem
14 Idem
15 Idem, resten veen
16 Idem
17 Idem, maar geen veenresten
18 Idem, veendetritus en (waarschijnlijk) kleilenzen
19 Grijs silteus fijn zand, kleiige zones
(waarschijnlijk laminae) en veel veendetritus en
-restjes, weinig fijn schelpgruis
20* Grijs iets silteus fijn zand, enkele veenbrokjes,
weinig zeer fijn schelpgruis
21 Grijs silteus fijn zand, kleiigere zones, enkele kleine
veenbrokjes
22 Idem
23 Idem, tot zeer fijn zand
24 Idem
25-26 Idem
27 Idem, met kleiige zones
28 Groene tot groengrijze klei met wat zand, met
roodbruine organische brokjes, licht kalkhoudend
29-30* Groengrijze silteuze klei, zonder kalk
31-32 Idem, met een platte kei in 32
33-40* Groengrijze klei, zonder kalk
41-42 Idem, met een schelp op 42
43-50* Idem, met schelpfragment in 46
51-60* Idem
61-70* Idem
71-80* Idem, met zwarte silex-kei (1 cm) op 79
81-90 Idem
91-100* Idem
101-110* Idem
111-120* Idem
121-130* Idem
131-133 Idem
134-140* Grijsgroen fijn zand met klei, met veel schelpen,
meestal gebroken, kalkhoudend
141-143 Idem
144-150* Grijsgroene zandige klei, met schelpfragmenten, kalkhoudend
151-160* Grijsgroen kleiig zand tot zandige klei, met schelpfragmenten,
kalkhoudend. Minder schelpen vanaf 156 m
161-170* Grijsgroene zandige klei met enkele schelpfragmenten,
kalkhoudend geleidelijk minder zandig
171-176 Idem, met zwarte kei (1 cm) op 172
177-180* Mengsel van krijt en groengrijze klei
181-182 Krijt, gemengd met groengrijze klei.
Gekernd van 182,54 tot 231,57 m
Kisten 1 en Kist 2
182.57 tot 188.14 m Lengte 571 cm. Kern goed massief
Bovenste 65 cm met fijne barsten, soms wat verbrokkeld,
vooral tussen 55 en 65.
Op 475 splijtvlak met schuine striaties, volgens helling
van 60 of minder.
Rond 500 opnieuw, onregelmatig splijtvlak, daaronder
wat verbrokkeld.
Krijt, wackestone met bioturbaties, overwegend bleek
met fijne straticulaties met hier en daar grijze donkere
wackestone. Kleine (2 mm) zwarte verkiezelingen.
Monsters voor collectie: op 184,50, op 187 m en 187,20 m
en 187,60 m
Kisten 2 en 3
188.14 tot 190.81 m. Lengte 284 cm
Gebroken in stukken van gemiddeld 15 cm. Tot 25 cm met
splijtvlakken met varierende hellingen, van 25 tot 65
in tegengestelde richtingen.
Rond 135 opnieuw steil splijtvlak. Vanaf 215 tot 235
verbrokkeld, subverticale splijtvlakken met 2
loodrecht op elkaar staande richtingen.
Rond 250 splijtvlak met helling van 50 .
Ook elder splijtvlakken met striaties: Gesteente idem.
Onderste meter iets minder fijnkorrelig, siltsteen-fractie.
Monster op 189,30 en 190,80
Kisten 3 en 4
190.81 tot 193.92 m. Lengte 3,32 m
Bovenste 35 cm vrij sterk verbrokkeld, rond 220
opnieuw wat meer gebroken, 1 vertikaal splijtvlak, 1
met helling van 65 . Bovenste 50 cm heeft 2 vertikale
splijtvlaken. Blijft bleke wackestone met bioturbaties
en gestoorde grijze straticulaties, met lichte
verkiezelingen. Breekt in stukken van 15 tot 75 cm.
Sponsachtige vormen (donkere lijnen) op 193,50 m.
Monster op 193,50 m
193.92 tot 196.93 m. Lengte 305 cm
Massieve kern, ogenschijnlijk zonder splijtvlakken,
gesteente idem.
Monster op 196,00 m
Kist 5
196.933 tot 199.95 m. Lengte 310 cm (+8cm)
Op 90 cm splijtvlak met rechte striaties, kern zeer massief.
Idem, bleekgrijze wackestone, met gestoorde stratificaties,
sporen van verkiezelingen.
Monster op 198,85 m
Kist 6
199.95 tot 203.00 m. Lengte 306 cm
Massieve kern. idem. Monster op 201,50 m
Kist 7
203.00 tot 206.00 m. Lengte 315 cm
Veel verbrokkelde zones (kernwinst, lengte overschot).
Kern massief tot 80, dan gespleten, regelmatige
splijtvlakken met striaties in wisselende richting,
helling 70 , vooral van 80 tot 105.
Vanaf 150 breekt de kern in stukken van gem. 8 cm, tot
270; daarna meer massief. Op 150 horizon met kleine
donkergrijze silex en echinide-schelpen, 10 cm dik.
Voor de rest gesteente idem. Wackestone wat kleiiger in
fijn gebroken stukken, siltiger onderaan en bovenaan de
kern.
Monsters op 203 en 204,25
Kist 8
206.00 tot 207.94 m. Lengte 170 cm
Massief, behalve bovenste 30 cm.
Kernverlies waarschijnlijk aan de top, slecht geboorde
stukken aan de top over 2 cm bleek silteus krijt.
Daaronder 15 cm fijne zeer onregelmatige donkergrijze
verkiezelingen.
207.94 tot 209.80 m. Lengte 171 cm
Rond 150 sporen van vertikale barsten. Gesteente idem.
In siltrijke banden meer macro-fossielen, o.a.
mollusken-schelpen. Donkere sapropelische latjes of
buisjes (enkele cm lengte). Op 208,75 een pyriet-bolletje
met framboide txtuur (2 mm). Op 7 cm grote silex, op 37
echinide-schaal.
Monster voor collectie op 208 m.
Kist 9
209.80 tot 213.06 m. Lengte 320 cm (-6 cm)
Kern wat verbrokkeld rond 35. Tussen 75 en 100 fijn
verbrokkeld, daaronder meer massief, met op 240 en 295
schuine splijtvlakken met rechte striaties.
Idem gesteente, meer siltig en meer kleiige banden,
verbrokkelde zones.
Rond 200 onregelmatiger silexknollen.
Tussen 260 en 290 brokken van echiniden, verspreid.
Monster op 212,75
Kist 10
213.06 tot 216.08 m. Lengte 307 cm (+ 5 cm)
Kern breekt volgens splijtvlakken met rechte striaties,
30-60 , vooral rond 25 à 30 cm. Op 260 cm splijtvlak.
Kern breekt in stukken van 8 tot 20 cm lengte.
Gebioturbeerde wackestone met grijze straticulaties,
onregelmatig, met verspreide silexknollen. Vooral in de
meest zandige banden resten van macrofossielen, vooral
echiniden.
Monster op 214 m.
Kist 11
216.08 tot 219.00 m. Lengte 217 cm
Slecht geboord aan de top (grote silexknol). Vanaf 55
valt kern uiteen in stukken van max. 12 cm. Rond 150
met onregelmatige vertikale barst.
Tussen 170 en 180 vrij sterk gebroken. Onderste 20 cm
fijn verbrokkeld, vermoedelijk met wat kern-verlies.
Geleidelijke overgang van lithologie.
Bleekgrijze wackestone, met grijze dikke zandige
straticulaties, weinig verspreide echiniden. Vanaf 50
glauconietkorrels. Rond 80 cm fijne verkiezelingen.
Wordt overwegend grijs getint. Vanaf 90 met verspreide
kwartskorreltjes (2 mm) afgerond. Vanaf 95
glauconietrijk met meer bioklasten en vrij veel
kwartskorrels. Wordt micro-conglomeraat. Nog steeds
bleke krijtknollen. Enkele lichtgroene fosfaat-nodulen.
Krijtknollen tot 110 (tot 6 cm). Vanaf eerder groen
gekleurd, glauconietrijk, groengrijs gekleurde matrix
met grovere elementen, nog steeds bleke
Kleiknollen (2 cm) tot einde van de kern. Slecht
gesorteerd materiaal met minder dan 20% conglomeraat-fractie.
Monsters op 216,60 op 217,05.
Kisten 11 en 12
219.00 tot 221.87 m. Lengte 240 cm (-47 cm)
Kern gebroken aan de top; vanaf 200 opnieuw gebroken.
Op 169 splijtvlak, helling 60 . Vanaf 200 ook (in sokkel).
Van 0 tot 20 glauconietrijk conglomeraat, tot packstone, slecht
gesorteerd, met talrijke fossielfragmenten
donkergroene keien (tot 4 cm) bleke licht-glauconiethoudende
kalkbrokken. 20 tot 40 fijnere packstone met voornamelijk grof
bioklastische fragmenten.
Van 40 tot 169 donkergroene fijnzandige mergel vol
schelpfragmenten, vooral oesters, met volledige schalen
Vanaf 138 wordt het harder, met meer gevarieerde schelpen,
meer bleek grijsgroen, zeer steile glijvlakken, waarschijnlijk
kalkrijker. Aan de basis grote ronde kei (5 cm) uit onderliggend
vulkanisch materiaal, grote oesterschelp aan de basis.
Contact volgens splijtvlak aan top van vulkanisch gesteente.
Van 169 tot 234 cm. Porfierisch gesteente, rijk aan
veldspaatfenokisten, eerder grofkorrelig (2 mm), trachietisch
tot andesietisch. Grote gechloritiseerde korrels, onregelmatig
klievend. Slijpplaatje op 190 cm, dit is op 221,0 m diepte.
Monsters op 219,20 op 220,50 en op 219,75.
Monsters op 220,85 (vulkanisch) en 221,0 m.
Onderste 6 cm, hoekig klievende harde siltstone, bleek groengrijs.
Stuk lijkt herboord (mogelijk verlies).
Kist 12
221.87 tot 224.25 m Lengte 118 cm (verlies)
Sterk verbrokkeld. Bovenste 30 cm veel splijtvlakken.
Onderste 40 cm opnieuw, zwak hellende splijtvlakken.
Tussenin meer sterk verbrokkeld, met naval (?), uit
krijt en bovenliggend vulkanisch niveau.
Massieve gedeelte, hoekig kleivende harde grijze
siltsteen.
Geleidelijk zachter naar onderen, iets bleker, op
90 cm bruine band (5 cm dik), zwak hellend, modelijk
door verwering ontstaan. Beginnende sporen van
donkergrijze flaserige slierten.
Monster op 222 en 223 m
Kisten 12 en 13
224.25 tot 227.48 m Lengte 295 cm
Kern gebroken in stukken van max. 12 cm, meestal
kleriner, volgens onregelmatige splijtvlakken, 1
richting op 20 tot 35 .
Vanaf 100 ook steilere splijtvlakken van 40 tot 60 .
(vooraf 110 tot 155, twee grote kernstukken. Tot 240
fijn gebroken) Grijze harde siltstenen, met flaserige
slierten in bovenste 55 cm. Gelaagdheid (slierten) 20
tot 35 .
Op 55 cm fijn verbrokkeld; daarna iets zachtere, meer
donkergrijs, fijn zandig gestraticuleerde schalie.
Gelaagheid ongeveer 75 , met dunne bruine
verweringsband in dezelfde richting, op 90 cm.
(Op 55 cm lijkt een breukvlak te zijn, met krijt-inspoeling ?)
Vanaf 90 eerder grijze siltsteen, met onregelmatie
donkergrijze straticulaties en flasers, synsedimentair
gebroken ?
Het blijft steil.
Monsters op 224,30 op 225 (steile laminaties), 225,25
(bruine band).
Op 150 helling 50 , op 260 helling 25 . Gesteente zelfde.
Op 195 tot 220 sterk sedimentarie gestoord, slumping,
met donker gestraticuleerde schiefer.
Gesteente blijft lithologisch hetzelfde.
Monsters op 225,75, 226,90 en 227,20 (slumping)
Kisten 13 en 14
227.48 tot 229.93 m Lengte 252 cm
Kern vrij sterk gebroken volgens onregelmatige splijtvlakken,
tot ongeveer 135. Op 135 fijn vergruis met Krijt-naval.
Eronder massief, met om de 20 cm een steil splijtvak,
helling 55 , zoals gelaagdheid.
Gesteente idem, weinig en zeer onregelmatige flasers
in siltsteen.
Vanaf 170 regelmatig gelaagd.
Vanaf 220 opnieuw massiever.
Splijpplaatje op 229,40.
Monsters op 228,00 op 229,10 (regelmatige flasers);
229,40 (monster slijpplaatje) 229,60 (bruine band).
229.93 tot 230.50 m Lengte 50 cm
Zelfde gesteente, klievend met helling 45 tot 50 , ook
splijting met helling 55 tot 60 , naar onderen toe zeer
steil.
Siltsteen met fijne opgebroken flasers, aan de basis
vrij goed georienteerd, bovenaan slechter.
Monster op 230,25 en 230,40.
230.50 tot 231.57 m Lengte 105 cm
Bovenste 15 cm vertikaal gebarsten, splijtvlakken met
helling 60 , verminderd tot 40 , vanaf 35 cm.
Tot 75 cm zelfde gesteente met sterk gestoorde flasers,
rond 40 enkele dikke gestraticuleerde flasers, helling
45 .
Vanaf 75 afwisseling van siltsteen en donkere schaliebanden,
met gestoorde zones, licht convolated bedding.
Onderaan vermindert de helling tot 30 , bovenaan was
het nog 50 .
Pyrietrijke splijtvlakken en concreties in donkere
schalie; vertikaal klievend.
Monsters op 231.50; 231.85, 231,
Interpretatie:
Kwartair, Holoceen : 0.00 - 27.00 m
Ieperiaan Yc : 27.00 - 133.00 m
Landeniaan : 133.00 - 176.00 m
Krijt : 176.00 - 220.70 m
Ordovicium : 220.70 - 231.57 m
W. DE VOS, M. DUSAR, C. BAETEMAN
Januari 1986
-----------------------------------------------------------------------
PL. LEKE 36E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
137(VIII,a)
Boring BH 8
Uitgevoerd te : Schore (Spermalie)
Voor Intercom
Door : SMET
Datum : november 1985
Topografische ligging opgetekend volgens plan op kaart
1/10.000
Boringsmethode : gestoken + gekernd
Hoogte van het maaiveld : + 3 m
Totale diepte : 231,51 m
slijpplaatje : zie volgend blad
-----------------------------------------------------------------------
PL. LEKE 36E BELGISCHE GEOLOGISCHE DIENST
137 Uitgevoerd te : Diksmuide
Door : Smet
Datum : 14 maart 1986
Totale diepte :
Aard der grondlagen Diepte m
Grofkorrelige (hyodaciet grote fenokrist. kwarts,
plagioklaas, orthoklaas 221.00
+ fyllosilikaat, gebogen fijnkorrelig (secundair?)
Kaoliniet ?
2 (1 kleurloos en 1 groen)
Leisteen, mineralen georienteerd, zeer fijn-korrelig,
geen druksplijting zichtbaar 229.50