PLAAT OOSTDUINKERKE 35 E
J. BACCAERT
No 142(Vd)
BORING B3
uitgevoerd te : OOSTDUINKERKE - KOKSIJDE
bij : I.W.V.A. (parking) voor Geologische Dienst
door : N.V. SMET uit DESSEL
Datum : 16/9/1979
Topografische ligging opgetekend : volgens plan
Boringsmethode : MET INSPOELING
Grondwaterstanden : voor de eerste maal waargenomen :
bij ruststand :
tijdens het pompen : met een debiet van :
Hoogte van het maaiveld : 6.55 m
Totale diepte : 270.30 m
Volgnummer Aard der grondlagen Diepte m
1 - 2* - 4 lichtbruin middelmatig hoekig slecht gesorteerd zand
met veel schelpgruis & schelpen (o.a. Donax vittatus
Cardium edule - relatie) overzicht van Donax 2.00
5 - 6* - 8 Idem 4.00
9 - 10*- 12 idem, grover schelpgruis, zelfde schelpensoorten 6.00
13 - 14*- 16 idem 8.00
17 - 18*- 20 licht bruingrijs middelmatig hoekig slecht gesorteerd
zand met fijn schelpgruis (Donex, Cardium, Spisula 10.00
21 - 22*- 24 idem, + Macoma balthica 12.00
25 - 26*- 28 fijner, donkerder grijs slecht gesorteerd hoekig zand
met zeer veel schelpgruis en schelpbrokken (Donax,
Cardium, Macoma, Spisula) (veel schelpen hebben een
zwarte reductiekleur) 14.00
29 - 30*- 32 idem, zéér veel schelpgruis (zeer veel Donax vittatus)
(zwarte reductiekleur) 16.00
33 - 34*- 36 slechts gesorteerd grijs middelmatig zand met zeer
veel fijn schelpgruis (zelfde soorten als hoger +
kleine gastropoodjes en zeeëgeltjes (zwarte reductie-
kleur) 18.00
37 - 38*- 40 idem, fijn, minder schelpgruis, zelfde schelpensoorten
als hoger + stukjes been (van vogel ?) 20.00
4 1- 42*- 44 slecht gesorteerd grijs halffijn (zwarte reductiekleur)
zand met veel iets grover schelpgruis (zelfde schelp-
soorten) zwarte reductiekleur + normale kleur) 22.00
45 - 46*- 48 idem, doch minder schelpgruis; stukjes gerold hout 24.00
49 - 50*- 52 zelfde zand doch fijn, veel schelpgruis, zowel reductie
kleur als normale kleur, zelfde schelpsoorten.
Weinig volledige schelpen; stekels van echinodermen
Kleibrokjes in de monsters 26.00
53 - 54*- 56 zelfde zand doch tamelijk grof; iets grover schelpgruis
Kleibrokjes in de monsters. Praktisch geen volledige
schelpen, meestal zwarte reductiekleur. Kleine
zee-egeltjes 28.00
57 - 58*- 60 grijze vette plastische klei, geen kalk 30.00
61 - 62*- 64 idem 32.00
65 - 66*- 68 idem 34.00
69 - 70*- 72 idem 36.00
73 - 74*- 76 idem 38.00
77 - 78*- 80 idem 40.00
81 - 82*- 84 idem, steen op 41 m (ziet eruit als silex maar is
kalkhoudend 42.00
85 - 86*- 88 idem, schelpen op 43.50 m (Cardium edule -
waarschijnlijk naval) 44.00
89 - 90*- 92 idem 46.00
93 - 94*- 96 idem, schelpen op 46.50 en 47.50 m (Cardium-Mitylus,
Donax : waarschijnlijk naval) 48.00
97 - 98 -100 idem, schelp op 49.50 m (waarschijnlijk naval) 50.00
101 -102*-104 idem, schelp op 51.50 (waarschijnlijk naval) 52.00
105 -106*-108 idem 54,00
109 -110*-112 idem 56,00
113 -114*-116 idem 58.00
117 -118*-120 idem 60.00
121 -122*-124 idem, (schelpbrok op 60.50 m : waarschijnlijk naval) 62.00
125 -126*-128 idem 64.00
129 -130*-132 idem 66.00
133 -134*-136 idem 68.00
137 -138*-140 idem 70.00
141 -142*-144 idem 72.00
145 -146*-148 idem 74.00
149 -150*-152 idem 76.00
153 -154*-156 idem, doch monsters 153 - 155 licht kalkhoudend 78.00
157 -158*-160 idem, geen kalk 80.00
161 -162*-164 idem 84.00
169 -170*-172 idem 86.00
173 -174*-176 idem 88.00
177 -178*-180 idem 90.00
181 -182*-184 idem 92.00
185 -186*-188 idem 94.00
189 -190*-192 idem; steen als op 41 m (licht kalkhoudend) 96.00
193 -194*-196 idem 98.00
197 -198*-200 Idem 100.00
201 -202*-204 idem 102.00
205 -206*-208 idem, (volgens boormeester : "zachtere klei"
vanaf 104 m) (komt niet tot uitting in de
monsters 104.00
209 -210*-212 idem 106.00
213 -214 -216 idem 108.00
217 -218*-220 idem 110.00
221 -222*-224 idem 112.00
225 -226*-228 idem 114.00
229 -230*-232 idem; "steen" (fosfaatconcretie?) op 115,55 -15,60 m
splinters zwartachtige kalkhoudende
steen in spoelmodder 116.00
233 -234*-236 idem 118.00
237 -238*-240 idem 120.00
241 -242*-244
245 -246* idem 122.00
245 -246*-248 idem; licht kalkhoudend 124.00
249 -250*-252 pap van lichtere bruingrijze siltige klei met
vastere brokken bruinachtige siltige klei; geen
kalk. Ook brokken grijze plastische klei (naval);
glauconiethoudend 126.00
253 -254*-256 idem 128.00
257 -258*-260 idem, maar minder vaste kleibrokken; siltbrokjes
in een siltige pap, ook bleekgrijze siltnesten;
glauconiethoudend, geen kalk; 130.00
261 -262*-264 idem 132.00
265 -266*-268 brokjes blauwgrijze silt en bruingrijze siltige
klei in een bruingrijze siltige pap. Geen kalk;
glauconiethoudend 134.00
269 -270 -272 idem 136.00
273 -274 -276 mengeling van blauwgrijze silt in een bruin-
grijze siltige pap; kalkloos, glauconiethoudend 138.00
277 -278*-280 idem 140.00
281 -282*-284 blauwgrijs zandig silt met brokken bruinachtig
zandig silt en tamelijk grof schelpgruis
(ondetermineerbare fragmenten : oesters ?, paar
brokken van gastopoden); glauconiethoudend 142.00
285 -286*-288 idem; iets zandigere 144.00
289 -290*-292 idem; maar de brokken bruine silt zijn kleiïger
veel schelpgruis en schelpbrokken (Astarte?,
Voluta). Alles kalkloos (behalve 't schelpgruis)
en glauconiethoudend 146.00
293 -294*-296 idem, méér zand; schelpgruis zonder volledige
schelpen 148.00
297 -298*-300 idem; nog méér zand (wordt siltig zand i.p.v.
zandige silt); zwartachtige brokjes organisch
(hout) materiaal Schelpgruis - weinig of géén
volledige schelpen. Nog steeds voornamelijk
fragmenten van oesters. Glauconiethoudend 150.00
301 -302*-304 Idem, steeds kalkloos behalve de schelpfrag-
menten 152.00
305 -306*-308 idem, steeds brokken zwart organisch materiaal;
fijner schelpgruis met volledige schelpen
(o.a. Astarte (?) ), Voluta, Natica (Polinices)
en brokken van diverse andere gastropoden en
bivalen; brokken van oesters) 154.00
309 -310*-312 idem, tamelijk fijn schelpgruis (sommige
schelpfragmenten zijn sterk gerold en
geperforeerd); brokken zwart organisch
materiaal 156.00
313 -314*-316 idem, grover schelpgruis met veel bivalven
(Astarte?) en nog altijd zwart organisch
materiaal 158.00
317 -318*-320 idem 160.00
321 -322*-324 idem, doch minder bruine brokjes silt, zwarte
resten en brokken organisch materiaal; weinig,
fijn schelpgruis. Glauconiethoudend - steeds
kalkloos behalve de schelpfragmenten 162.00
325 -326*-328 idem, schaarse schelpbrokjes 164.00
329 -330*-332 praktisch alleen nog blauwgrijs zandig silt
met kier en daar nog een schelpbrokjes;
geen kalk; glauconiethoudend 166.00
333 -334*-336 idem 168.00
337 -338*-340 terug mengsel van blauwgrijze zandige silt en
bruine kleiige silt met wat fijn schelpgruis;
glauconiethoudend; kalkloos behalve schelp-
fragmenten 170.00
341-342*-344 idem; zeer weinig schelpgruis; de monsters
reageren als licht kalkhoudend hoewel
nauwelijks of geen schelpbrokjes te zien zijn;
glauconiethoudend (N.B.: monsters zijn
helemaal homogeen dooreengelopen samen met de
nagevallen grijze plastische klei) 172.00
345 -346*-348 idem, de bruine siltbrokken worden kleiiger,
Een paar brokjes grijze klei, nog wat schelp-
gruis en schelpbrokken. Kalkhoudend,
glauconiethoudend 174.00
349 -350- 352 Idem 176.00
353 -354*-356 Idem, licht kalkhoudend 179.00
357 -358*-360 idem, zeer weinig schelpstukjes; licht kalk-
houdend ook een beetje zeer fijn zand 180.00
361 -362*-364 Idem + witte krijtkorrels, kalkhoudend. Geen
schelpen (in de monsters is het krijt niet
meer te herkennen 182.00
365 -366*-368 Idem, krijt te herkennen in de monsters, Doet
zich voor als witte schilfers en kleine
korreltjes 184.00
369*-372 Bleekgrijze pap met witte krijtkorrels,
brokjes blauwgrijze silt (naval), brokjes
bruine siltige klei (naval) en brokjes grijze
plastische klei (naval), schelpbrokjes (naval) 186.00
373*-376 idem 188.00
377*-380 idem 190.00
381*-384 idem 192.00
385*-388 idem 194,00
389*-392 idem 196.00
393*-396 idem 198.00
397*-400 idem 200.00
401*-404 idem 202.00
405*-408 idem 204.00
409*-412 idem, de krijtbrokjes zijn iets geelachtig 206.00
413*-416 idem 208.00
417*-420 idem, een paar zwarte silexkorreltjes 210.00
421*-424 idem, nog een paar bruine silexkorreltjes 212.00
425*-428 idem; geen silex 214.00
429*-432 idem, paar bruingrijze silexkorreltjes 216.00
433*-436 idem; paar bruine en zwarte silexkorreltjes 218.00
437*-440 idem maar iets grijsachtiger krijt; méér silex
(bruin en zwart) 220.00
441*-444 geen silex; zeer weinig krijtkorrels in de
monsters 222.00
445*-448 idem, een paar bruine en zwarte silexscherven
Het krijt blijft grijzer
- silexlaag aangeboord op 224 m 224.00
449*-452 idem, geen silex in de monster
- hardere (silex?) niveaus aangeboord op
225,50 m 226.00
453 -456 idem, hoofdzakelijk bruine silexschilfers.
De krijtstukjes voelen iets harder aan.
Haairetand (naval) op 228 m.
- silexniveau aangeboord op 226,50 en 227,50m 228.00
457*-460 idem, bruine en zwarte silexschilfers; sommige
krijtstukjes zijn harder, grijs en glauconiet-
houdend.
- silexniveaus aangeboord op 229 m; 229,50 m;
229,70m; 229,80 m (kontinue silexlaag ?) 230.00
461*-464 idem; veel bruine en zwarte silexschilfers en
licht glauconiethoudende krijtstukjes
- silexniveaus aangeboord op 230,10 m;
230,30 m; 230,40 m; 230,50 m; 230,60 m;
230,70 m tot 230,80 m. (min of meer kontinue
silexbank ?) 232.00
465*-468 idem; de brokjes harder geelgrijs glauconiet-
houdend krijt worden talrijker en glauconiet-
rijker. Veel bruine en een paar zwarte silex-
schilfers 234.00
469*-472 idem; veel bruine silexschilfers en grijze,
geel-grijze en grijsgroene glauconiethoudende
harde krijtbrokjes.
- hard niveau aangeboord (silex?) op 234,90 m 236.00
473*-476 idem
- hard niveau aangeboord (silex ?) op 238 m 238.00
477*-480 idem; zeer veel vnl. bruine silexschilfers
- silexlaag aangeboord op 238,30m; 238,50 m;
239,20 m tot 239,50 m. (Kontinue silexbank van
238 tot 239,50 m?) Sommige krijtkorrels zijn
lichtgroen verkleurd 240.00
481*-484 idem; zeer veel bruine tot donkerbruin silex
- silexniveau aangeboord op 241,90 m 242.00
485*-488 idem; zéér veel donkerbruine tot zwarte silex-
brokken; haaietand 244.00
489*-490 idem 245.00
Verder ontbreken de monsters tot 253,80 m
Waarnemingen tijdens het boren :
248 m : zeer veel brokjes geelachtig,
glauconiethoudend, hard krijt 250.50
250.5 m : vanaf dit niveau grijze (groengrijze)
glauconiethoudende en kalkhoudende lemige klei
Wordt kompakter en mergelig tot 255,80 m 253.80
Gekernd vanaf 253,80 : (halve kernen in het
Krijt bewaard tot op 264,45 m)
253,80 - 255,00 m:
grijze tot groengrijze mergel, kalkrijk, gebiotur-
beerd, met duidelijke graafgangen die gepysitiseerd
zijn; glauconiethoudend, schelpafdrukken
(Inoceramus sp.); enkele visschubben en visbeenderen;
enkele kleine donkere keitjes (fosfaatknolletjes?) 255.00
255,00 - 256,00 m :
idem, iets zandiger en meer glauconiethoudend
naar onder toe; min of meer hoekige en afgeronde
donkere keitjes; visbeenderen. Zandig laagje op
255,30 m. Enkele kleine oesters en Inoceramus 256.00
256,00 - 257,00 m :
idem, doch duidelijk sterker glauconiethoudend;
veel hoekige en afgeronde steenbrokjes (lijken
fylladepalletten);
256,25-256,30m: sterker gebioturbeerde zone met
horizontaal gelaagde platte steentjes en
schelpfragmenten 256.95
256,95-257,00 m: scherp afgelijnd kontakt met
minder glauconiethoudende "pap" met
Anomia.Het geheel wordt méér schelpen-
rijk naar onder toe 257.00
257,00 - 259,00 m :
idem, als laatste 5 cm van hierboven, met Anomia 259.00
259,00 - 260,00 m
259,00-259,20 : ontbreekt
vanaf 259,20 : terug sterk glauconiethoudende en kalkhoudende
schelpenrijke gebioturbeerde mergel met rolkeitjes,
kleikeien; glauconiet in vlekkerige concentratief 260.00
260,00 - 261,00m
260,00 - 260,60 : idem maar nog sterker
glauconiethoudend. Haaietandje op 260,30 m
Spons (?) afdruk op 260,45 m 260.60
260,60 - 261,00 : halve, sterk mergelige bleek
grijze glauconiethoudende sterk
gebioturbeerde kalkveen met
schelpenresten; visresten,
kleine donkere gepatineerde
rolkeitjes 261.00
261,00 - 262,00 m
261,00 - 261,60 : idem, zeer licht doch kalkrijk
gesteente, steeds met schelpresten
en rolkeitjes, glauconiethoudend;
zeer grote bioturbaties
(?) met slumping; vanaf 261,40 enkele
fylladefragmenten 261,60
261,60 - 262,00 : hardere, beige-grijze kalksteen,
licht glauconiethoudend, tamelijk rijk
aan groene fylladekeien; grote Trigonia
(?) - fragmenten op 261,80 m 262,00
262,00 - 263,00 m
262,00 - 262,40 : idem, rijker aan rolkeien en steenfragmenten
(fyllades) gefragmenbeerde schelpen;
aan de basis wordt 't een echt
konglomeraat 262,40
262,40 - 263,00 : zeer harde witte kalksteen,
glauconiethoudend, konglomeraat met
hoofdzakelijk gerolde en gepatineerde
fragmenten van bruine, zwarte en grijze
kwartsieven (met uitgewassen pyrietputjes)
en fylladen; op 262,7 à een kleine spons(?)
onderaan sterk verweerde en geperforeerde
bruine kwartsfyllades(?) 263,00
263,00 - 264,00 m
idem; grote schelpbrokken; Pectinidac op
263,25; grote sterk verweerde bruine
steenbrokken; sterke herkristallisatie;
grote Pecten op 263,70 m.
263,80 : schelpen kontakt met grote grijze steen
(volgens slijpplaatjes ; doleriet -
diabaas);lijkt grote "boulder",
in 't konglomeraat opgenomen) 264,00
264,00 - 265,00 m
264,00 - 264,20 : (264,45) zelfde grijze doleriet 264,20
264,65 - 264,45 : (264,65) zelfde bleke konglomeraat
met grote keien (kwartsieten en
fylladen; verweerd), alles kriskras
geörienteerd en met infiltraties van
baksteenrode kei 264,45
264,45 - 265,00 : subvertikaal gelaagde grijs tot
blauwgrijs verweerde kwartso-fylladen,
witgeband (fijn); zonair; splijt-
richting ± 60 ; nog enkele
rode kleiige infiltraties 265,00
265.00 - 266.00 m
idem, lichte variaties in de helling
van de splijt richting;
265,30 : inbrasedimentair breukje
265,50 : subhorizontale gelaagdheid van fijne
(num.) rode adertjes (± loodrecht op de
splijtrichting; sterk samengeknepen
mikroplaatjes 266.00
266.00 - 267.00 m
idem, splijtrichtingshelling ± 45 ;
witte banding wordt steeds breder
(orde 2 cm);
266,60 - 267,00 : steeds afwisseling van schieferige en
kwartsitischegedeeltes. In de bleke
banding : millimeterdikke zwarte
band. Kleur : afwisseling van blauwgroene
en roodbruine zones 267.00
267,00 - 268.00 m
idem, helling splijtingsrichting
plaatselijk variabel;
267,20 - 267,50 mikroplaatjes op 267,30 m;sterk
geboord; banding wordt breder, (orde
paar cm), kwartsietige zones
belangrijker, dun zwart bandjes in
de bleke banding 268.00
268.00 - 269.00 m
268.00 - 268.50 : idem, als vorige; sterk gestoord en
splijtrichting praktisch
vertikaal (kleur roodbruin) 268,50
268.50 - 268.00 : zelfde doch onverweerd:zwarte fyllades,
witgeband; splijtrichting ±
vertikaal 269.00
269.00 - 270.00 m
269.00 - 269.30 : Tektonische "breksie" bestaande uit
grijze klei vol zwarte schiefer-
palletten; de witgebande (subvertikale
gedeelten zitten blijkbaar nog min of
meer op hun plaats 269.30
269,30 - 269,40 : kontakt tussen 't vorige en
onverweerde zwarte (uitgebande)
kwartsfylladen; splijtrichting
subvertikaal 269.40
269,40 - 270.00 : onverweerde zwarte (uitgebande)
kwartsofulladen; splijtrichtingen
maar variabel; sterk gestoord;
kleine breukjes en plooitjes 270.00
270.00 - 270.30 m
idem als vorige 270.30
J. BACCAERT
INTERPRETATIE
Lithostratigrafie Chronostratigrafie
0.00 - 28.00 m : Formatie van Vlaanderen Kwartair
28.00 - 124.00 m : Klei van Ieper Eoceem
124.00 - 180.00 m : Landen Formatie Paleoceen
180.00 - 218.00 m(? equivalent van het Krijt van
Maisières (?) Turoon
218.00 - 250.50 m : equivalent van "rabots en
"fortes toises" (?) Turoon
250.50 - 259.20 m : "Dièves" met T. rigida en
I. Labiatus (= bovenste deel
van Thivencelles Mergel) basis Turoon
259.20 - 260.60 m(?)"Dièves met A. plenus"
(= onderste deel van
Thivencelles Mergel) bovenste Cenomaan
260.60 - 262.40 m : ? onbekende middenste Cenomaan ?
of basis van Dièves met A. plenus
262.40 - 264.45 m(?) "Sarrasin van Bellignies
Sarrasin Bellignies" onderste Cenomaan
264.45 - 268.50 m : Sokkel, Massief van Brabant
(verweerde fyllades en kwartso-
fyllades) Ordovicium of Siluur
268.50 - 270.30 m : Idem, onverweerd.
(stratigrafisch niveau voorlopig
niet gedetermineerd) Idem
J. BACCAERT en J. HERMAN
12.11.1979
THE KNOKKE WELL (11E/138)
with a description of the Den Haan (22W/276)
and Oostduinkerke (35E/142) wells
edited by P. LAGA & N. VANDENBERGHE
Toelicht. Verhand. Geologische en Mijnkaarten van
België 1990, Nr. 29. 118 blz.