PL.OVERPELT 32E Aardkundige Dienst
M.GULINCK van België
129(V) FILTERPUT Nr 3 = put C
Uitgevoerd te OVERPELT
bij de Cie Métaux Overpelt-Lommel te Overpelt
door de N.V. SMET uit DESSEL
datum : januari 1965
Topografische ligging opgetekend door W.CLAESSENS
de 30/4/1965
Grondstalen verzameld door de boormeester
Boringsmethode : met inspoeling
Opeenvolgende doormeters : 800-700 mm. - filter : 200 mm.
Grondwaterstanden : bij ruststand : 2.71 m
tijdens het pompen : 19 m. ongeveer
met een debiet van 150.000 l/u
Hoogte van het maaiveld : 42
Totale diepte : 202 m
Volgnummer AARD DER GRONDLAGEN Diepte m
geen stalen tot 45 m
45-50 tamelijk kwartsig, licht bruin (ligniteus) zand 50
51-60 bruin, en grover kwartsig zand 60
61-66 idem 66
67-74 heel licht bruin, 1/2 fijn kwartsig zand 74
75-79 bleekgrijs heteromorf kwartsig zand, met kwartskeitjes 79
80-90 zeer fijn witgrijs zand 90
91-100 idem, heel zwak glauconiethoudend, glimmerhoudend zand 100
101-110 bleek, licht grijsgroen zand, 1/2 fijn 110
111-117 idem 117
118*-125* fijn, groengrijs glauconiethoudend zand 125
126-135* idem 135
136-147* idem 147
148-150*-
151 idem, kleihoudend 150
151-156 donkergroen fijn glauconiethoudend zand 156
156-160 idem, geleidelijk grover 160
161-170* grof heteromorf glauconietrijk zand 170
171-180* ongev. grof glauconietrijk zand 180
181-190* idem 190
191-200* idem 200
200-202 idem 202
Aardkundige Verklaring - M. GULINCK - 22.9.1969
Complex van Mol: 45 - 79
Casterliaan: 79 - 147 (?)
Diestiaan: 147 - 202