PL.MOL 31 E
390 (V/d)
H Boring 49
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
DOOR : R.U.G.
datum : 3/5/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9 - 10 m
Hoogte van het maaiveld : + 32.77
Totale diepte : 10.25 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 zwart sterk humeus kleiig fijn zand 0 0,3
2 grijsbruin middelmatig zand met talrijke
grotere kwartskorrels afgewisseld met kleiig
venige laagjes 0,3 0,5
3 zwart korrelig verhard houtveen 0,5 0,8
4 zwarte venige klei 0,8 1,1
5 idem 1,1 1,5
6 grijze sterk venige zware klei 1,5 1,9
7 grint in een grijs grof zand 1,9 2,1
wit glaukoniethoudend middelmatig zand met
glimmers 2,1 2,8
8 idem, met lignietstukjes en kleiige bandjes 2,8 4,2
idem, doch fijn zand 4,2 5,4
wit licht glaukoniethoudend middelmatig tot
grof zand 5,4 6,6
9 wit licht glauconiethoudend kleiig fijn zand
met glimmers en zandverkittingen 6,6 7,7
idem, middelmatig fijn 7,7 8,5
10 idem, middelmatig 8,5 10,25
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf : 2,1 m
