PL.MOL 31 E
386 (VI/b)
H Boring 45
uitgevoerd te : MOL
voor: HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door: R.U.G.
datum : 28/4/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9 - 10 m
Hoogte van het maaiveld : + 40.07 m
Totale diepte : 10 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1(0,6 m) zwartbruin humeus licht lemig middelmatig fijn
zand met enkele afgeronde kwartskeitjes 0 1
3 bruin humeus licht lemig fijn tot middelmatig
fijn zand met enkele afgeronde kwartskeitjes 1 1,4
4 bruin humeus middelmatig zand met grint
(afgeronde kwarts) 1,4 2,1
5 - 6 bleekbruin middelmatig zand met veel grof
grint, kwartsiet, kwarts en chert (tot 8 cm) 2,1 2,2
7(2,4 m) idem 2,2 2,7
8(2,6 m)
9 bleekbruin middelmatig zand met grote
kwartskorrels en grote groene
glaukoniethoudende zandsteen 2,7 3
10 -11 bruin glimmerhoudend middelmatig kwartszand met
lignietcoatings (40%) 3 5
12 -15 bruin glimmerhoudend grof zand met
lignietcoatings (20%) 5 9
bruin lingiethoudend grof zand met
lignietcoatings (40%) 9 10
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 3 m