PL.MOL 31 E
380(VIII/a)
H. BORING 39
uitgevoerd te : BALEN
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 22/4/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9.2 - 10.2 m
Hoogte van het maaiveld : + 32.42m
Totale diepte : 10.20m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 bleekbruin humeus licht lemig fijn zand, met
enkele kwartskorrels (tot 4 mm) 0 0,3
2 bleekbruin fijn zand met enkele hoekige
kwartskeitjes (tot 5 mm) 0,3 0,9
3 bleekbruin licht lemig middelmatig zand met
verveende houtstukjes en kwartskeitjes
(tot 5 mm) 0,9 1,2
4 idem 1,2 1,4
5 wit tot roestbruin heterogeen licht kleiig
fijn tot middelmatig zand met verveende
houtstukken en veel kwartskorrels en
glaukonietstippen 1,4 1,6
6 idem, met zeer veel fijn kwartsgrint 1,6 2
7 idem, fijn zand en enkele verharde
houtstukjes 2 2,2
8 bruin licht kleiig middelmatig zand met
veel kwartskeien (tot 5 mm) hoekige
silex en verveende houtstukjes 2,2 2,75
9 idem 2,75 3,5
10 idem, middelmatig fijn zand met zeer veel
grint (tot 2 cm) 3,5 4,25
11(4,5m) idem 4,25 5,75
12(5,5m)
13(5,8m) middelmatig zand met veel grint : kwarts
14(6,4 m) kwartsiet (tot 7 cm) en psammiet (tot 3 cm) 5,75 6,75
15 wit glimmerhoudend licht kleiig middelmatig
zand 6,75 8
16 idem 8 9
grijze licht zandige klei enkele grote
hoekige kwartskorrels en veel glimmers 9 9,1
wit middelmatig tot grof zand 9,1 10,2
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 6,75 m
