PL.MOL 31 E
375 (V/b) H BORING 34
uitgevoerd te : MOL
voor : HYDROGEOLOGISCHE STUDIE VAN HET PLASSENGEBIED VAN MOL
door : R.U.G.
datum : 20/4/77
Topografische ligging opgetekend : VOLGENS PLAN 1/10.000
Grondstalen verzameld door : DE BOORMEESTER
Boringsmethode : DROOG MET INSPOELING
filterdiepte : 9 - 10 m
Hoogte van het maaiveld : + 30.66 m
Totale diepte : 10.00 m
Beschrijving volgens R.U.G.
Nr.monster Aard van de monsters Diepte in m
van tot
1 donkerbruin humeus middelmatig fijn zand met
veel wortelresten, veel grote kwartskorrels
en grijze silexsplinters (tot 1,5 cm) 0 0,5
2 idem, middelmatig zand 0,5 0,8
3 heterogeen middelmatig fijn tot middelmatig zand,
met enkele kwartskeitjes en veel veen 0,8 1,2
4 bruingrijs venig licht kleiig middelmatig zand
met veel grint en venige leembrokken 1,2 2,5
5 bruin venig zand met veel fijn grint vooral
kwarts 2,5 2,8
6 bruin licht kleiig middelmatig zand met
lignietcoatings (80%) 2,8 3
7 idem, met lignietkorrels 3 4
8 bruin licht kleiig middelmatig zand met
lignietcoatings (60%) 4 5,5
9(5,2 m) bleekgrijze plastische klei met veel glimmers
en enkele keitjes 5,5 5,6
10 lichtgrijs kleiig middelmatig tot middelmatig
fijn zand met lignietcoatings (25%) 5,6 7
11 (7 m) wit kleiig middelmatig zand 7 10
12 (7,5 m)
13 (8,5 m)
14 (9,5 m)
Vermoedelijke aardkundige verklaring :
Zand van Mol vanaf 2,8 m
